Bronnen en Subjecten van Internationaal Publiekrecht

28 belangrijke vragen over Bronnen en Subjecten van Internationaal Publiekrecht

Wat is pacta sunt servanda en waar staat dit?

Dat is wanneer een land een verdrag sluit, moet dit land zich daaraan houden. Dit staat in art 26 WVV

Wat zijn de bronnen van het internationale publiekrecht (volgens art. 38 lid 1)?

  • sub a: Internationale verdragen
  • sub b: Internationaal gewoonterecht
  • sub c: (De door beschaafde naties erkende) algemene rechtsbeginselen
  • sub d: Aanvullende bronnen (juridische uitspraken, etc.)

Wat zijn bilaterale verdragen?

Verdragen tussen twee staten. Bijvoorbeeld het belastingverdrag tussen NL en BE dat gaat over dubbele belasting.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn Multilaterale verdragen?

Verdragen tussen meerdere staten, bijvoorbeeld het VN-handvest (51 orginele leden, 193 leden in 2020).

Noem de drie typen onderverdelingen in verdragen:

  1. Traités-contracts
  2. Traités-lois
  3. Traités-constitutions

Wat houdt type onderverderling traités-contracts in?

Overeenkomsten over een bepaald subject. Bijvoorbeeld het belastingverdrag tussen NL en BE.

Wat houdt type onderverdeling traités-lois in?

Meestal multilateraal, creëren 'wereldwetgeving'. Bijvoorbeeld het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (IVBPR).

Wat is statenpraktijk (usus)?

Handelen of nalaten van staten, verklaringen over concrete situaties, nationale wetgeving en praktijk van internationale organisaties.
--> Dient wijdverbreid te zijn (acceptatie door meerdere landen)

Wat is een Persistent Objector?

Staat die zich vanaf het begin aanhoudend verzet zal niet gebonden zijn aan de regel van het gewoonterecht.

Wat is opinion iuris sive neccessitatis?

  • Staat bezigt praktijk op grond van rechtsovertuiging (kan bijvoorbeeld worden afgeleid door verklaringen van vertegenwoordigers van de staat)
  • Valt vaak samen met statenpraktijk (usus), maar toch twee aparte criteria


Wat zijn de verhouding tussen verdragen en gewoonterecht?


  • Geen hiërarchie (blijkt uit bewoording art. 38 statuut IGH);
  • Bestaan naast elkaar art 38 WVV:
    • Nicaragua-zaak: de nuancering bij deze zaak was dat het schenden van de statenpraktijk terwijl een staat denkt dat dit niet zo is, niet de geldende regels van het gewoonterecht kan aantasten).
  • Verdragen kunnen leiden tot gewoonterecht:
    • North Sea Continental Shelf Cases

Op welke drie manieren wordt vastgesteld wat de reikwijdte is van een bepaald verdrag? En licht deze reikwijdten toe.

  • Formele reikwijdte: houdt in dat verdragen alleen de staten binden die partij zijn geworden bij een verdrag.
  • Temporele reikwijdte: houdt in dat een verdrag alleen verplichtingen geeft op het moment dat het verdrag ook daadwerkelijk in werking is getreden.
  • Materiële reikwijdte: welke rechten en plichten zijn staten daadwerkelijk overeen gekomen in een verdrag.

Wat kan een persoon die naar internationaal recht rechtssubjectiviteit bezit?

  • Internationale rechtshandelingen verrichten, zoals het sluiten van verdragen;
  • Internationale rechten bezitten;
  • Rechten op internationaal niveau afdwingen;
  • Internationale verplichtingen hebben;
  • Op internationaal niveau aansprakelijkheid worden gesteld

Wat zijn (de door beschaafde naties erkende) algemene rechtsbeginselen, art. 38 lid 1 sub c:

Beginselen waar een rechtsorde gewoonlijk vanuit gaat, voor zover deze beginselen door de staten van de internationale gemeenschap worden erkend.

Voorbeelden:
Goede trouw, redelijkheid en billijkheid, proportionaliteit.

Wat zijn de 'aanvullende bronnen' die worden bedoeld in art. 38 lid 1 sub d?

  1. Rechterlijke uitspraken (uitspraken van Internationale Gerechtshoven hebben alleen maar betrekking op de staten die deelnamen aan dat geschil)
  2. Doctrine (wat zeggen academici?)
  3. Bindende besluiten volkenrechtelijke organisatie (art. 94 GW)
  4. Soft law
  5. Eenzijdige handelingen en verklaringen


Welke twee vormen van subjecten onderscheidt de Nederlandse rechtsorde?

  1. rechtspersonen; en
  2. natuurlijke personen (1:1 BW).


Extra:
Rechtspersonen worden nader gedefinieerd in boek 2 art. 1 en 3 BW.
Rechtssubjectiviteit is een binair begrip men is of wel een rechtssubject of geen rechtssubject.

In de loop der jaren zijn er meer rechtssubjecten bijgekomen. Hoe wordt dit genoemd?

Verticale proliferatie.

Wat zijn manieren van totstandskoming en wijziging van een staat?

  1. Afscheiding
  2. Ontbinding
  3. Aaneensluiting
  4. Verovering

Wanneer is  een staat gelegitimeerd tot ontbinding?

Bij proces van dekolonisatie

Wat is interne zelfbeschikking?

Volk heeft recht om binnen de grenzen van een staat tot op zekere hoogte eigen ontwikkeling te bepalen. Dit moet wel worden uitgeoefend binnen de grenzen van de staat (secession of queec case).
--> Niet per direct van belang voor vorming van nieuwe staten

Wat zijn de vereiste voor een staat?

Art 1 Montevideo verdrag:

a. Permanente bevolking (a permanent population);
b. Territorium (a defined territory);
c. Effectief overheidsgezag (government; and)
d. Capaciteit/bevoegdheid tot internationale betrekkingen (capacity to enter into relations with the other states.)

Wat is externe zelfbeschikking?

Bestaat alléén in twee gevallen:
  1. Aan volkeren die waren onderworpen aan dekolonisatie
  2. Volkeren zie zijn onderworpen aan buitenlandse bezetting.
--> kan grond vormen voor de stichting van een eigen staat door een volk.

Wat is ten alle tijden niet noodzakelijk voor totstandkoming van een staat?

Erkenning door andere staten is niet noodzakelijk. Vroeger was een constitutief vereiste. Tegenwoordig slechts declaratoire werking.

Wat is nog een methode voor totstandkoming van een staat?


Onafhankelijkheidsverklaring, waarbij wel hierbij voldaan moet zijn aan de vier criteria.

Vb.  Kosovo verklaard zich onafhankelijk van Servië (2008).


Welke gevolgen brengt het ontstaan van een staat?


De gevolgen van het ontstaan van een staat zijn gelijk aan de gevolgen van erkenning van Soevereiniteit.

1. Staat juridisch gezien gelijk aan andere staten.
    • art. 4 Montevideo conventie

2. Staten verkrijgen jurisdictie (wetgeven, handhaven en rechtspreken).
    • art. 9 Montevideo conventie

3. Andere staten mogen niet interveniëren in de interne aangelegenheid van de soevereine staat.
    • art. 8 Montevideo conventie

Wat zijn internationale Organisaties (IO's)?

  • Staten hebben in de loop der tijd besloten om nieuwe rechtssubjecten te creëren, nl. IO's:
    • IGO's vs NGO's: Opgericht door staten onder internationaal recht en NGO's niet.
  • Geven staten de mogelijkheid gezamenlijk aan het internationale recht deel te nemen.
  • Opgericht om gezamenlijke belangen te behartigen.
    • Soms met een speciaal doel, zoals voedselverschaffing (FAO) of verdediging (NAVO).
    • Soms met algemeen doel zoals de Verenigde Naties (VN) en de Europese Unie (EU).

Hoe weet je wanneer een internationale organisatie als rechtspersoon kwalificeert?


Tegenwoordig vaak expliciet in verdrag opgenomen
  • Vb. Statuut van Rome art. 1.
Zo niet, dan impliciet uit verdrag blijken (advies VN in Reparations for Injury (blz. 656 EIR)).

Wat zijn de bevoegdheden van internationale organisaties?


  • Bevoegdheden die expliciet zijn toegekend in het oprichtingsverdrag
    • = attributie (ter voorkoming van handelingen tegen de oprichters).
  • Noodzakelijke bevoegdheden voor functie-uitoefening, omdat niet alles in rechtsregels kan worden omvat.
    • = impliciete bevoegdheden (implied powers).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo