Verfsoorten
9 belangrijke vragen over Verfsoorten
Hoe konden overgangen in kleurtonen op schilderijen zacht en vloeiend worden gemaakt?
Hoe kon de kleurenschaal van transparante glacis uitgebreid worden?
Waar en wanneer werd de glaceertechniek ontwikkeld?
laatste kwart 16e eeuw in Noordelijke Nederlanden in zwang.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Hoe verschillen de olieverfschilderingen uit de 17e eeuw met die uit de 15e en 16e eeuw?
- Donkerder
- Kleuren minder stralend en minder bont.
- Licht-donker contrast groter
- Figuren en objecten vormen onlosmakelijke eenheid meer ruimte waarin ze zich verbinden en staan niet meer als afgebakende zelfstandige onderdelen naast elkaar.
Wat bepaalde in aanzienlijke mate het eindresultaat van olieverfschilderijen?
Wat betreft een opvallend kenmerk van zeventiende eeuwse schilderijen?
Fijn
Ruw
Welke schilders zijn exponenten van de fijne manier van schilderen?
- Gerard Dou
- Frans van Mieris de Oude
- Casper Netscher
Welke schilders zijn representanten van de grove schildermanier?
Wat zijn kenmerken van de 'ruwe' schildermanier?
- Verfbehandeling duidelijk zichtbaar.
- Brede penseelstreken, snelle korte verftoetsen
- Verf vaak dik en in klonters en slierten opgebracht. ==> reliëf
- Altijd planmatig
- In dienst illusie - lijkt wirwar, maar van afstandje toch doorweven stof.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden