Rederijkers en dichters in de vroege 17e (circa 1600-1620) - opnieuw; rederijkers en dichters
10 belangrijke vragen over Rederijkers en dichters in de vroege 17e (circa 1600-1620) - opnieuw; rederijkers en dichters
Wie leverden de hoogtepunten voor gedichten en (lees)drama's?
Referentiekader rederijkers was de eigen rederijkerskamer, gold ook voor P.C. Hooft.
Wat was de bijdrage van P.C. Hooft?
Hij stelde zich bescheiden op en noemde zich tegenover Heinsius geen schrijver, dchreef wel eens voor zijn plezier.
Vaak ontbreken auteursnamen, teksten zijn vaak ondertekend met motto's of spreuken.
Bredero’s lijfspreuk was ‘’t kan verkeeren’ (zie het lemma over Bredero op literatuurgeschiedenis.nl). Wat betekent deze spreuk? Hoe is deze spreuk volgens u van toepassing op ‘Boeren Geselschap’?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Embleem
Hoe wordt in het leerboek het genre van de emblematiek gedefinieerd? Hoe weken de emblemata van Jacob Cats hiervan af en welk effect had dat?
Cats schreef emblemen waarbij hij drie keer een motto en drie keer een bijschrift gaf, eenmaal in amoureuze, eenmaal in sociaaleconomische en eenmaal in godsdienstige zin. Daarmee sprak hij, heel slim, verschillende lezersgroepen tegelijk aan. Het resultaat was dat zowel geleerde als minder geleerde lezers met zijn emblemen uit de voeten konden.
Wat is het verschil tussen renaissancisten en classicisten in hun houding ten aanzien van de klassieken?
Waarom werd het werk van toneelschrijver Jan Vos door classicisten afgekeurd?
Leg uit hoe het komt dat de emotionaliteit en gevoeligheid van de mannelijke hoofdpersonages in de sentimentele romans zo benadrukt wordt.
Taaldebat
In de eerste helft van de achttiende eeuw ontstaat een debat over de taal waarin dichters zouden moeten schrijven. Daarin zijn een aantal posities te onderscheiden: schrijven in het Nederlands, het Latijn, of het Frans. Koppel aan iedere positie een begrip: geleerdentaal, kosmopolitisme, nationale eigenheid. Geef ook aan met welke argumenten iedere positie werd verdedigd.
- Latijn – geleerdentaal – toegang tot internationale wetenschappelijke discussies.
- Frans – kosmopolitisme – literatuur van het vaderland op een hoger niveau tillen door te kijken naar Franse voorbeelden.
- Nederlands – nationale eigenheid – teruggrijpen naar Vondel en zo de nationale literatuur op een hoger plan te tillen.
Veranderende leesattitude
In het leerboek (p. 115) wordt een verandering in leesattitude beschreven die wordt gekarakteriseerd als een verandering van ‘intensief’ (herhalend) lezen naar ‘extensief’ (eenmalig) lezen.
Leg uit wat het verband is tussen extensief lezen en de opkomst van het proza.
Hoe zou deze verandering in verband kunnen worden gebracht met het verlichtingsideaal zoals verwoord door Kant?
Het extensieve lezen past beter bij het verlichte, zelfstandig denkende en mondige individu dat steeds op zoek is naar iets nieuws om het denken te scherpen.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden