De periode van 1970 tot 1990 - Proza

5 belangrijke vragen over De periode van 1970 tot 1990 - Proza

Discussies in de jaren 70 en 80 in het proza:

Veel van de discussie en thema’s waar de poëziecritici en dichters in de jaren 70 en 80 mee worstelden, speelden ook een rol in het proza:
  • hoe om te gaan met veranderende hiërarchie in samenleving en de expansie en commercialisering van het literaire bedrijf?
  • welke plaats moest ‘het leven’ krijgen in de literatuur, tegenover de autonomie van de taal?

Welke literaire positiebepaling verscheen in 1970?

Manifest voor de jaren zeventig, geschreven door o.a. Peter Andriesse en Heere Heeresma, afzetten tegen literatuur van dat moment. Protest tegen heersende orde. Ging om veranderingen in literaire bedrijf, tegen uitgevers, vanuit commercialisering alleen gepubliceerd voor gevestigde, traditionele schrijvers, debutanten geen kans. Manifest noemde maatregelen tov subsidieverlening en verdeling van royalty's.
Ook bepaalde literatuuropvatting, nieuwe leesbare literatuur, voor gewone lezer. Achteraf reactie op onbegrijpelijke, ontoegankelijke literatuur van tijdschrift Rasteren literatuur die bol stond van politieke en maatschappelijke strijd.
Zeventigers richtten zich op realisme, tegenover auteurs rond tijdschrift Raster, gericht op experimenten met taal.

Wat is er overgebleven van de groep Zeventigers, nooit een hechte groep geweest?

Heere Heeresma, Mensje  van Keulen, Maarten Biesheuvel en Hans Vervoort schreven anekdotisch, realistisch proza over kleine gebeurtenissen in dagelijks leven, favoriete genre korte verhaal. Geinspireerd door klassieke auteurs als Elsschot en Reve was dat Nescio, vanwege zijn eenvoudige stijl en romantisch levensgevoel. Zijn verhalen gingen over tegenstelling tussen de zelfvoldane burger en de onaangepaste kunstenaar.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Verschil Kellendonk en andere Revisor-auteurs.


In het werk van Kellendonck worden ook ethische en levensbeschouwelijke vragen gesteld. Wat dit betreft, onderscheidt Kellendonck zich van de andere Revisor-auteurs. Kellendonck verwoordde zijn antirealistische literatuuropvattingen in
  • moreel beladen en
  • religieuze tewrmen:
Mijn bezwaar tegen het realisme is hetzelfde bezwaar als de joden hadden tegen iconische afbeeldingen: de pretentie als zouden we weten waar we het over hebben kleineert het mysterie.De gekunsteldheid wordt verheven van poëticaal standpunt tot morele plicht: ‘Alleen kunst die eerlijk uitkomt voor haar kunstmatigheid is geoorloofd’, aldus Kellendonck.

‘Genealogische Proza’ tussen aanhalingstekens

De auterus verschilden sterk van elkaar. Ze verwerkten de genealogische thematiek ieder op hun eigen manier. Vandaar dat het begrip ‘genre’ i.v.m. dit proza tussen aanhalingstekens geplaatst moet worden. Het gaat eerder om een tendens dan om een herkenbare stroming.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo