Fluviale, regionale en lokale milieuproblemen - Inleiding
19 belangrijke vragen over Fluviale, regionale en lokale milieuproblemen - Inleiding
Welke rivier voert in Nederland het meeste oppervlaktewater aan?
Leg uit of er in de Rijn of in de Maas de grootste schommelingen in de waterstand te verwachten zijn.
Regenwater bevat van nature ook calcium- en magnesiumionen. a Hoe komt dat? Hoe noem je water met relatief veel van deze ionen?
b. Hard water.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Noem nadelige effecten van eutrofiering die hiervan het gevolg zijn.
Waarom zijn waterbodems vaak juist bij de monding van rivieren zo vervuild?
Wat is het verschil tussen grondwater en bodemvocht?
Noem vier fysisch-chemische eigenschappen van bodemverontreinigende stoffen die bepalend zijn voor het gedrag van deze stoffen in de bodem.
Noem een aantal stoffen die onder het milieuthema verspreiding worden gerekend.
Welke milieuproblemen veroorzakende stoffen worden juist niet onder het thema verspreiding gerekend?
- Broeikasgassen (o.a. CO2, CH4)
- CFK’s (v-thema verandering van klimaat);
- SO2, NOx, NH3 (vthema verzuring);
- fosfaten en nitraten (v-thema vermesting).
Hoe kan beregening verdroging versterken?
Geef aan welke nadelige effecten verdroging heeft.
Welke relatie is er tussen verzuring, vermesting en verdroging ?
Noem enkele voor- en nadelen van de drie in van de syllabus genoemde verwerkingsmethoden voor afval.
Verbranden: voordeel: volumeverkleining, energieproductie nadeel: vervuiling
Hergebruik: voordeel: minder afval nadeel: sorteren etc.
Zijn er alternatieven voor verwerking van afval, en zo ja, welke?
Wat zou de belangrijkste belemmerende factor zijn bij het terugdringen van de hoeveelheid afval ?
Omschrijf de termen sectoraal/integraal, centraal/decentraal, multifunctioneel/functiegericht.
- Sectoraal - integraal: niet meer sectoraal (per compartiment, bodem dus) bekijken, maar gebiedsgericht (vanuit het gehele gebied met alle compartimenten);
- centraal - decentraal: sanering niet laten uitvoeren door de landelijke overheid, maar door lagere overheden (provincies, gemeenten);
- multifunctioneel - functiegericht: bij de (beoordeling van de) sanering er niet vanuit gaan dat alle functies van de bodem op één locatie gelijktijdig vervuld moeten kunnen worden, maar rekening houden met de bestemming die de locatie na een eventuele sanering krijgt en dat kan dan inhouden dat niet alle functies tegelijkertijd worden vervuld.
Wat wordt bedoeld met ‘(integraal) ketenbeheer’?
Welke andere twee oplossingsrichtingen zijn in Nederland geformuleerd om verspilling tegen te gaan?
Zijn deze drie oplossingsrichtingen vooral natuurwetenschappelijk of maatschappelijk getint?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden