Fluviale, regionale en lokale milieuproblemen - Inleiding

19 belangrijke vragen over Fluviale, regionale en lokale milieuproblemen - Inleiding

Welke rivier voert in Nederland het meeste oppervlaktewater aan?

Rijn.

Leg uit of er in de Rijn of in de Maas de grootste schommelingen in de waterstand te verwachten zijn.

In de Maas zijn grotere schommelingen te verwachten. De Maas heeft door het ontbreken van meren een geringere bergingscapaciteit dan de Rijn, en de Maas wordt gevoed door regenwater, terwijl de Rijn door regenwater en smeltwater wordt gevoed.

Regenwater bevat van nature ook calcium- en magnesiumionen. a Hoe komt dat? Hoe noem je water met relatief veel van deze ionen?

a. In regenwater waarin wat koostofdioxide is opgelost, lost heel langzamerhand kalksteen op.
b. Hard water.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Noem nadelige effecten van eutrofiering die hiervan het gevolg zijn.

Toename algengroei, grotere troebelheid, minder waterplanten, minder snoeken, zachtere bodem, meer brasems

Waarom zijn waterbodems vaak juist bij de monding van rivieren zo vervuild?

Bij de monding is de stroomsnelheid van het water vaak lager, dus makkelijker sedimentatie. Op de zout/zoet grens gaat sedimentatie ook gemakkelijker.

Wat is het verschil tussen grondwater en bodemvocht?

Er wordt over grondwater gesproken als alle holten en poriën verzadigd met water (verzadigde zone); bij bodemvocht is dat niet het geval (onverzadigde zone).

Noem vier fysisch-chemische eigenschappen van bodemverontreinigende stoffen die bepalend zijn voor het gedrag van deze stoffen in de bodem.

Oplosbaarheid in water, polariteit, lading (ionen), dichtheid, molecuulgrootte

Noem een aantal stoffen die onder het milieuthema verspreiding worden gerekend.

Zware metalen, bestrijdingsmiddelen

Welke milieuproblemen veroorzakende stoffen worden juist niet onder het thema verspreiding gerekend?

  1. Broeikasgassen (o.a. CO2, CH4)
  2. CFK’s (v-thema verandering van klimaat);
  3. SO2, NOx, NH3 (vthema verzuring);
  4. fosfaten en nitraten (v-thema vermesting).  

Hoe kan beregening verdroging versterken?

Als voor de beregening grondwater wordt onttrokken kan dit verdroging veroorzaken

Geef aan welke nadelige effecten verdroging heeft.

Verminderde beschikbaarheid van vocht door de daling van de grondwaterstand; achteruitgang van vochtminnende plantensoorten; afname aantal soorten vlinders; toename van de aeratie, dus een hogere redoxpotentiaal, waardoor meer mineralisatie en daarmee meer voedingsstoffen voor planten; verandering van samenstelling ondiepe grondwater, daardoor toenemende invloed van vervuilde neerslag; vermesting en verzuring.

Welke relatie is er tussen verzuring, vermesting en verdroging ?

Verdroging leidt tot een hogere redoxpotentiaal, waardoor onder andere de nitrificerende bacteriën actiever worden; bij hun omzettingsreacties ontstaan nitraat (vermesting) én zuur (verzuring).

Noem enkele voor- en nadelen van de drie in van de syllabus genoemde verwerkingsmethoden voor afval.

Storten: voordeel: eenvoudig nadeel: doorlekken naar grondwater, groot volume
Verbranden: voordeel: volumeverkleining, energieproductie nadeel: vervuiling
Hergebruik: voordeel: minder afval nadeel: sorteren etc.

Zijn er alternatieven voor verwerking van afval, en zo ja, welke?

Preventie

Wat zou de belangrijkste belemmerende factor zijn bij het terugdringen van de hoeveelheid afval ?

De kosten(stijging)

Omschrijf de termen sectoraal/integraal, centraal/decentraal, multifunctioneel/functiegericht.

  • Sectoraal - integraal: niet meer sectoraal (per compartiment, bodem dus) bekijken, maar gebiedsgericht (vanuit het gehele gebied met alle compartimenten);
  • centraal - decentraal: sanering niet laten uitvoeren door de landelijke overheid, maar door lagere overheden (provincies, gemeenten);
  • multifunctioneel - functiegericht: bij de (beoordeling van de) sanering er niet vanuit gaan dat alle functies van de bodem op één locatie gelijktijdig vervuld moeten kunnen worden, maar rekening houden met de bestemming die de locatie na een eventuele sanering krijgt en dat kan dan inhouden dat niet alle functies tegelijkertijd worden vervuld. 

Wat wordt bedoeld met ‘(integraal) ketenbeheer’?

De keten 'grondstof-product-afval' zo efficiënt mogelijk maken; de stofstromen zoveel mogelijk sluiten.

Welke andere twee oplossingsrichtingen zijn in Nederland geformuleerd om verspilling tegen te gaan?

Energiebesparing en aandacht voor (verhogen van) de kwaliteit van producten.

Zijn deze drie oplossingsrichtingen vooral natuurwetenschappelijk of maatschappelijk getint?

Beide

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo