Samenvatting: Inleiding Privaatrecht (R02132)

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Privaatrecht (R02132)

• Inleiding in het Privaatrecht

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/10/2016
  Laat hier meer flashcards zien

• Hoe herken je of een regeling behoort tot het privaat- of publiekrecht?

  Staatsrecht, administratief/bestuursrecht en strafrecht vallen onder het publiekrecht. De rechtsgebieden hierbuiten behoren, afhankelijk van de casus, tot het privaatrecht.

• Een inleiding in het vermogensrecht

  Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 07/10/2016
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is een regel van aanvullend recht?

  Door de wetgever opgestelde regel betreffende bepaalde situaties, voor zover hierin niets is geregeld. Regels van aanvullend recht zijn rechtsregels waarvan kan worden afgeweken.

• Wat is een regel van dwingend recht?

  Regels van dwingend recht zijn door de wetgever opgestelde regels en waarvan niet mag worden afgeweken.

• Wat is het criterium voor het onderscheid tussen een regel van aanvullend en dwingend recht?

  Van dwingend recht kan niet worden afgeweken; de regels dienen als bescherming van individuen. Aanvullend recht geeft individuen de vrijheid om eigen regelingen en afspraken te maken.

• Wat is het object van een recht?

  Het voorwerp van het recht, waarop het rechtssubject recht heeft.

• Wat is een objectief vermogensrecht?

  Het geheel van de vermogensrechtelijke regels, die betrekking hebben op de op geld waardeerbare rechten en plichten, die in een bepaalde samenleving gelden.

• Wat houden de begrippen goederenrecht en verbintenissenrecht in?

  Het goederenrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de rechtsverhouding van een rechtssubject (een natuurlijke persoon of een rechtspersoon) tot een goed.
  
  Het verbintenissenrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de vermogensrechtelijke rechtsverhouding van een rechtssubject tot een ander rechtssubject.

• Inleiding Privaatrecht - LEH 3

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 24/01/2017
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de absolute werking van het goederenrechtelijk recht?

  Een recht dat ten opzichte van alle rechtssubjecten van toepassing is. De rechthebbende kan zijn recht tegenover een ieder handhaven.

• Inleiding Privaatrecht - LEH 5

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 01/02/2017
  Laat hier meer flashcards zien

• Bezit niet te goeder trouw

  De bezitter, die zich bij uitoefening van de feitelijke macht als rechthebbende gedraagt, maar weet of behoort te weten dat hij geen rechthebbende is.

• Inleiding Privaatrecht - LEH 6

  Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 02/02/2017
  Laat hier meer flashcards zien

• Bezitsoverdracht ((vervreemder is bezitter)

  1. Feitelijke overgave
  2. Traditio Brevi Manu (levering met de korte hand) (overdracht van roerende zaak door vervreemder/bezitter aan verkrijger/houder)
  3. Traditio Longa Manu (levering met de lange hand)(overdracht  door vervreemder van een roerende zaak, die een derde onder zich houdt aan verkrijger)
  4. Levering constituto possessorio (voortzetting van macht) (vervreemder/bezitter draagt de roerende zaak over aan verkrijger, maar blijft wel houder) Relatieve werking: tegenover derden kan de verkrijger zich niet beroepen dat hij bezit heeft verkregen