Wilsgebreken - Dwaling
3 belangrijke vragen over Wilsgebreken - Dwaling
Waarom is het wilsgebrek dwaling in boek 6 (verbintenissenrecht) geplaatst en de overige 3 wilsgebreken in art. 3:44 (boek 3)?
Er zijn namelijk een aantal overeenkomsten waarin een beroep op dwaling niet past. Zoals niet aanvaarding of verwerping van een erfenis.
Door het in boek 6 te plaatsen is het toepassingsbereik beperkt tot (obligatoire-verbintenis scheppende) overeenkomsten. Het toepassingsbereik van de overige wilsgebreken is veel ruimer.
Echter het bereik van dwaling is wel uitgebreid door de schakelbepaling in art. 6:216 en toepasbaar op andere meerzijdige vermogensrechtelijke rechtshandelingen.
Wat is de werking en het nut van art. 2:30 (dwaling)?
- Wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de overeenkomst voorstelt, zodat het nadeel voor de dwalende afdoende wordt opgeheven
- de rechter kan op verzoek van één van de partijen de gevolgen van de overeenkomst ter opheffing van het nadeel wijzigen.
( b.v. koopprijs omlaag)
Hoe het begrip nadeel moet worden opgevat is in art. 2:30 onduidelijk
Het nut van art. 2:30 is het verzachten van de scherpe kanten van de vernietiging.
Wat is de invloed van conformiteitsvereiste op het wilsgebrek dwaling?
1) Heeft de verkoper zijn mededelings- of onderzoeksplicht geschonden?
2) Heeft de koper zijn onderzoeksplicht verzaakt?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden