Samenvatting: Inleiding Psychologie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Psychologie

  • Week 1: Brein en zenuwstelsel

    Dit is een preview. Er zijn 17 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 31/08/2020
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is ''psychologie''? En wat doet een psycholoog nou eigenlijk? Wat is psychologische wetenschap en hoe verhoudt het zich tot elkaar?

    - Psychologie omvat de studie van mentale activiteit en gedrag.
    - Een psycholoog probeert het gedrag van mensen te begrijpen en te voorspellen.
    - Psychologische wetenschap is de studie van het verstand (mentale activiteit zoals perceptuele ervaringen), de hersenen (biologische processen hierbinnen) en het gedrag (waarneembare handelingen). 
  • Uit welke twee dingen bestaat het zenuwstelsel? Uit welke twee lichaamsstructuren bestaan deze twee dingen? En waar is het verantwoordelijk voor?

    Zenuwstelsel bestaat = 1. Centrale zenuwstelsel (CZS) en 2. Perifere zenuwstelsel (PNS). Het CZS en PNS zijn anatomisch van elkaar gescheiden. 

    1. Het centrale zenuwstelsel = het ruggenmerg en de hersenen.
    2. Het perifere zenuwstelsel = alle andere zenuwcellen in de rest van het lichaam. Het PNS bestaat uit het somatische en autonome zenuwstelsel. De somatische component is verantwoordelijk voor vrijwillig gedrag, het autonome zenuwstelsel is verantwoordelijk voor minder vrijwillige handelingen (bijvoorbeeld het controleren van de hartslag).
  • Wat is een neuron? En wat voor drie dingen doen neuronen? Wat vormen ze? Hoe communiceren ze? Leg tevens uit hoe neuronen in zijn werk gaan

    Neuron = de basiseenheid van het zenuwstelsel.
    Functie neuronen = ontvangen, integreren en transporteren informatie in het zenuwstelsel. Neuronen reageren selectief met andere neuronen, dit vormt een circuit: neurale netwerken. Neuronen worden aangedreven door elektrische impulsen en communiceren via chemische signalen. Tijdens de ontvangstfase ontvangen de neuronen de chemische signalen van andere neuronen en nemen deze op. Tijdens de integratie worden deze signalen geëvalueerd en tijdens de transmissie zenden de neuronen hun eigen signalen uit naar andere neuronen. Zintuiglijke neuronen ontvangen informatie uit de fysieke wereld en geven deze informatie via het ruggenmerg door aan de hersenen.
  • Leg het verschil uit tussen zintuigelijke en motorische neuronen. Wat hebben deze twee met elkaar te maken?

    Zintuigelijke neuronen = ontvangen informatie van de huid en de spieren.
    Motorische neuronen = sturen signalen naar de spieren om zich samen te trekken of te ontspannen.
    - Zintuiglijke en motorische neuronen werken samen om de bewegingen te controleren. Reflexen zijn automatische motorische reacties die optreden zonder na te denken.
  • Uit welke vier delen bestaan neuronen? Leg tevens uit wat ze doen?

    - Dendrieten: detecteert chemische signalen van omliggende neuronen. Ze zijn kort en vertakt.
    - Cellichaam (soma): informatie van de dendrieten wordt hier verzameld en geïntegreerd.
    - Axon: nadat de binnenkomende informatie is verwerkt, worden er via de axon elektrische impulsen gestuurd van het cellichaam naar de aansluitknoppen. Axonen zijn lang en dun.
    - Klemtoetsen: het einde van de axon.
  • Wat is het actiepotentiaal? Waar zorgt het voor?

    Een actiepotentiaal (neurale ontsteking) = het elektrische signaal dat langs de axon gaat. Dit signaal zorgt ervoor dat de terminale knoppen chemische stoffen vrijgeven die de signalen naar andere neuronen overbrengen
  • Een neuron ontvangt de chemische signalen van nabijgelegen neuronen door de dendrieten. Deze chemicaliën hebben een effect op de polarisatie en vertellen het neuron of het moet vuren of niet. De dendrieten kunnen twee soorten signalen ontvangen, licht toe:

    - Exciterende signalen: depolariseren van het celmembraan door de negatieve lading in de cel te verminderen. Dit maakt het waarschijnlijker dat een neuron gaat vuren.
    - Remmende signalen: hyperpolariseren van het celmembraan door de negatieve lading in de cel te verhogen. Dit maakt het minder waarschijnlijk dat een neuron gaat vuren.
  • Wat zal er plaatsvinden wanneer de exciterende en remmende signalen worden gecombineerd in het neuron dat ze ontvangt en de totale input van het neuron de drempelwaarde overschrijdt? Beschrijf tevens de drempelwaarde

    - Het actiepotentiaal
    - Drempel = -55mV
  • Wanneer een neuron vuurt (er vindt een actiepotentiaal plaats) gebeuren de volgende 8 stappen, leg uit:

    1. Natriumkanalen in het celmembraan openen, wat depolarisatie veroorzaakt.
    2. Natrium komt in het neuron.
    3. Het neuron is van binnen positiever geladen dan van buiten (+40 mV).
    4. Er gaan kaliumkanalen open waardoor het kalium uit de cel stroomt.
    5. De natriumkanalen zijn gesloten, wat repolarisatie veroorzaakt.
    6. Het neuron is weer negatief geladen.
    7. Kaliumkanalen sluiten.
    8. Het neuron krijgt uiteindelijk de oorspronkelijke negatieve rustpotentiaal terug.

    Na repolarisatie is er een periode waarin het celmembraan geen nieuwe actiepotentiaal kan activeren.
  • Een actiepotentiaal beweegt zich altijd langs de axon van het cellichaam naar de knoppen van de terminal. Veel axonen zijn bedekt, waarmee? En wat bevindt zich vervolgens tussen de segmenten van de schede en wat vindt daar plaats? Wat gebeurd er verder?

    - Axonen bedenkt met = vette myelineschede, die de overdracht van elektrische signalen versnelt. De myelineschede bestaat uit gliacellen. -- Tussen de segmenten van de schede bevinden zich de knooppunten van Ranvier, waar een actiepotentiaal kan plaatsvinden.
    - De actiepotentiaal vuurt onder een alles-of-niets-principe. Het vuurt, of het vuurt niet; er zijn geen halve of enkele ontstekingen. Er kan echter een verschil zijn in de ontstekingsfrequentie; dit betekent dat een neuron vaak achter elkaar of met langere tussenpozen kan vuren.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart