Ontwikkeling mens
40 belangrijke vragen over Ontwikkeling mens
Wat is ontwikkelingspsychologie? En wat is het doel hiervan?
Doel = uitvinden hoe mensen verschillen
De menselijke ontwikkeling begint in de baarmoeder. Leg uit hoe een kind zich ontwikkelt en benoem hierbij de volgende begrippen: zygote, foetus, embryo.
Je hebt primaire en secundaire emoties. Leg uit wat het verschil is. Het circumplex categoriseert emoties in twee dimensies. Licht toe welke dimensies en wat dit inhoudt
Secundaire emoties = combinaties van primaire emoties. VB: schuld, anticipatie, spijt
Circumplex emoties:
Valentie = positief of negatief
Opwinding = fysiologische activering of verhoogde autonome reacties
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Bij de prenatale ontwikkeling heeft elke cel dezelfde genetische code. Na 14 dagen zullen cellen zich gaan onderscheiden/gaan verschillen. Verschillende cellen zullen zich hierbij verschillend gaan ontwikkelen. Hoe kan het individuele cellen groeien om vervolgens zo verschillend te zijn na 14 dagen? Leg uit en noem hierbij een voorbeeld
Bijv. teratogenen = substanties die de neurale ontwikkeling in een negatieve manier beinvloeden wat vervolgens het latere gedrag van het kind kan beinvloeden. Wanneer de moeder alcohol gebruikt tijdens de zwangerschap dan kan dit bijvoorbeeld FAS syndroom veroorzaken. De aanwezigheid van chemische substanties kunnen invloed hebben op de verschillende ontwikkelingen van lichaamsdelen van het kind
Een van de theorieen van emoties is de James-Lange theorie. Leg uit wat dit inhoudt
Zoals eerder beschreven zorgt de interactie tussen genen en omgeving (zoals teratogenen) ervoor dat cellen zich verschillend ontwikkelen. Het gaat hierbij niet alleen om externe chemicalen zoals teratogenen, maar ook om interne chemicalen. Leg uit wat met deze interne chemicalen wordt bedoelt
De biologie en het milieu beïnvloeden de motorische ontwikkeling. Leg uit op welke manier en benoem hierbij de begrippen grijp- wroet en zuigreflex.
Grijpreflex = wanneer hand van baby zich sluit als de handpalm wordt aangeraakt
Wroetreflex = Baby's draaien hoofd baar voorwerp toe en zuigen wanneer een lepel oid het gebied van un mond raakt
Zuigreflex = wanneer de baby direct begint te zuigen als er iets in de mond zit.
Er zijn meerdere fysiologische aspecten van emoties. Een hiervan is het limbische systeem. Wat houdt hierbij de insula en amygdala in en uit welke twee paden bestaat de amygdala?
- Insula = ontvangt en integreert somatosensorische signalen en wordt geactiveerd wanneer mensen boosheid, walging, schuldgevoelens voelen of herkennen. Is betrokken bij subjectief bewustzijn en body statussen.
- Amygdala = klassieke conditionering en angstreacties, verwerkt emotionele betekenis van prikkels en produceert emotionele reacties
Twee paden amygdala
1. Prioritaire informatieverwerking en wordt verwerkt via thalumus en gaat direct naar amygdala.
2. bewuster/langzamer, waarbij thalamus naar cortex gaat en dan amygdala.
Wat houdt de dynamische systeemtheorie in?
Hoe kan je emoties onder controle houden? Noem 2 non-effectieve manieren en 4 effectieve manieren
- Gedachte onderdrukking = onderdrukken van emotie (leidt vaak tot meer ervaren van emotie)
- Verlichting = gericht op ongewenste emoties (leidt tot langer ervaren van emotie)
Effectieve manieren:
- Afleiden
- Controleren locatie = niet jezelf in locaties plaatsen die negatieve ervaringen vergroten
- Vinden van humor
- Veranderen betekenis = herwaarderen van een opwindende gebeurtenis in meer neutrale termen
Baby's zijn bereid om te leren en ontwikkelen zich op sociaal-emotioneel vlak. Op welke manier leren baby's vaak en waar hebben zij een predispositie voor? Benoem en leg uit
Predispositie voor = herkennen van gezichten. Doen vaak gezichten imiteren.
Emoties versterken interpersoonlijke relaties op drie manieren. Licht toe
2. Als je laat zien dat je je schuldig voelt, geeft dat aan dat je om je relaties geeft.
3. Het kan worden gebruikt als tactiek om anderen te manipuleren. Schuldgevoelens zijn vooral effectief als het wordt gebruikt tegen mensen die macht hebben over anderen (bijv door baas schuldig te laten voelen zodat je niet hoeft te werken).
Baby's maken vaak gebruik van imitatie en hebben een predispositie voor het herkennen van gezichten. Baby's maken hierbij ook gebruik van social referencing. Wat houdt dit in?
- De gezichtsexpressie van de moeder is belangrijk voor het gedrag van de baby: als moeder blij kijkt zal kind zich over het algemeen ook goed voelen en andersom.
Wat is motivatie? Aandrijvingen motiveren de bevredigingen van de behoeften. Wat is behoefte?
Behoefte = toestand van tekort, biologisch of sociaal en leidt tot doelgericht gedrag (BV honger hebben --> eten).
Welke vaardigheden zijn goed ontwikkeld bij de geboorte en zal zich blijven ontwikkelen? Beschrijf tevens wat baby's nog niet hebben rond die leeftijd.
Missen visuele scherpte = Vermogen om verschillen in patronen, kleuren en vormen te onderscheiden en geven de voorkeur aan patronen met hoog contract boven andere stimuli.
Leg het verschil uit tussen gedrevenheid en homeostase. Beschrijf hierbij teven de wet van Yerkes-Dodson
Homeostase = neiging van het lichaam om evenwicht te bewaren. Verklaart veel fundamentele processen zoals eten, vochtregulatie en slapen.
Wet van Yerkes-Dodson = er is altijd een optimaal niveau van opwinding voor uitdagingen. Te veel of te weinig opwinding is nadelig, maar een gemiddelde hoeveelheid is ideaal.
Wat houdt gehechtheid in? Beschrijf tevens twee theorieen als het goed om sociaal-emotionele ontwikkeling
Behavioural theory/cupboard theory = gehechtheid met moeder ontstaat omdat moeder eten biedt aan kind.
Bowbly's theorie = gehechtheid met moeder ontstaat omdat het kind de neiging heeft om contact te zoeken met moeder/bekend persoon (aapjes experiment waarbij aap twee moeders had: eentje met alleen voeding en eentje met warmte. Aapje koos vooral voor warmte),
Hoe worden motieven gecreëerd?
Gehechtheid is een sterke, intieme en emotionele verbinding die blijft bestaan ondanks de omstandigheden en de tijd die verstrijkt. Een manier om gehechtheid te meten is via de strange situation test van Ainsworth. Hierbij werd gekeken naar twee verschillende soorten hechtingspatronen. Beschrijf en licht toe (ook het percentage).
- Veilig gehecht = kind raakt van slag als de verzorger verdwijnt. Is snel gekalmeerd als verzorger terugkomt
2. Onveilig gehecht (35-40).
- Onveilig/vermijdend = kind raakt niet van slag als verzorger verdwijnt. Vermijd verzorger als verzorger terugkeert.
- Onveilig/ambivalent = kind is ontroostbaar als verzorger verdwijnt. Zal zowel aandacht zoeken als vermijden.
Mensen worden gestimuleerd door stimulansen/incentives. Leg hierbij het verschil uit tussen intrinsieke en extrinsieke motivatie en wat op wat invloed heeft
Extrinsieke motivatie = gericht op extern doel zoals beloning
Extrinsieke motivatie heeft invloed op intrinsieke motivatie. Als je kind vraagt om te tekenen voor snoep, vergeet kind de intrinsieke motivatie nog wel eens.
Wat weten we van de impact van kinderopvang en scheiding op de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind?
Scheiding = Grotere kans op depressie, lager zelfvertrouwen en hoger schooluitval. Echter spelen veel factoren mee: ruzies, tensie, minder geld, naar andere buurt verhuizen. Geen zekerheid dus over invloed van scheiding zelf.
Met verschillende stimulansen/incentives moet verschol gemaakt worden tussen plezier en pijn.
Pijn = thamulus en anterior cingulated nucleus.
Wat gebeurt er als er geen hechting plaatsvindt? Leg hierbij uit wat Harlow heeft ontdekt en wat de invloed is op weeskinderen.
Weeskinderen = geen sociale interactie. Kinderen die twee jaar in weeshuis hebben geleefd hadden moeilijkheden met socio-emotionele interacties
Beloningen kunnen ervoor zorgen dat de intrinsieke motivatie van een individu wordt verminderd. Hierbij heb je de zelfbeschikkingstheorie en de zelfwaarnemingstheorie. Leg uit
Zelfwaarnemingstheorie = mensen weten niet wat hun motieven zijn voor het vertonen van gedrag en trekken alleen conclusies op basis van wat het meest zinvol is (dus als ze worden beloond voor intrinsieke activiteit zullen ze concluderen dat hun motivatie beloning is en niet plezier).
Piaget legde de nadruk op de stadia van de cognitieve ontwikkeling. Leg uit waar de ontwikkeling van schema's volgens hem afhankelijk van is en beschrijf hierbij of het gaat om een continue/discontinue proces.
- Assimilatie = het interpreteren van de wereld op basis van de schema's die het kind al heeft
- Aanpassing = het aanpassen van huidige schema's op basis van interacties).
--> Gaat om continue proces.
Het plezierprincipe werd geintroduceerd door freud. Beschrijf wat dit inhoudt
Piaget vond dat de ontwikkeling van schema's afhankelijk waren van assimilatie (interpreteren obv huidige schema) en aanpassing (schema aanpassen obv interactie), welke een continue proces zijn. Hij beschreef vier ontwikkelingsstadia's die kinderen moesten doorlopen om op dezelfde manier te denken als volwassenen. Leg uit en beschrijf tevens de bijbehorende leeftijd
- Ontwikkeling objectparmanentie = begrip dat object blijft bestaan, zelfs als het niet zichtbaar (hebben kinderen nog niet jonger dan 9 maanden)
- Ontwikkeling schema = mentale patronen zoals assimilatie en aanpassing
- Ontwikkeling van vertraagde imitatie
- Eind = Capaciteit voor representatie
2. Preoperationele fase (2-7 jaar)
- Ontwikkeling conservatie en kwaliteit en nummers.
- Egocentrisme = wereld zijn uit eigen ervaring
- Eind = concreet mentale representaties (nog geen abstracte dingen).
3. Concreet operationele fase (7-11)
- Logisch nadenken, maar nog niet abstract en hypothetisch redeneren.
4. Formeel operationele fase (11+).
- Kinderen kunnen abstract denken en hypothetisch redeneren.
Mensen stellen doelen op. Murray stelde hierbij een theorie op, leg uit
Wat houdt vertraagde gratificatie in? En wat is grit?
Grit = factor die ervoor zorgt dat mensen hun langetermijndoelen bereiken. Mensen met hoge grit zijn gepassioneerd over doelen en geven niet op.
Wat houdt de theorie of mind in? Beschrijf tevens drie andere kenmerken
- Mensen zijn tot bepaald level in staat om dit ook te voorspellen
- Kinderen van 2 jaar begrijpen andermans intenties, bij 4 jaar compleet ontwikkeld
- Rijping van frontale kwab belangrijk voor TOM
Wat houdt de need to belong theorie en de social comparison theorie in?
Sociale vergelijkingstheorie = we vergelijken onszelf met de mensen om ons heen om persoonlijke geloof en emotionele respons te testen en te valideren
Morele ontwikkeling begint in de kinderleeftijd. Wat houdt moraliteit in en welke drie hoofdfasen ontwikkelde Kohlberg? En wat is de kritiek op deze theorie?
2. Conventioneel niveau = moraliteit wordt bepaald door maatschappelijke regels en regels van recht/orde
3. Postconventioneel niveau = reactie hangt af van complexer redeneringen over abstracte principes. Waarde van leven is belangrijk
Kritiek = alleen Amerikaanse mannen gebruikt voor onderzoek en de vraag of het dus ook invloed heeft op verschillende culturen en vrouwen
Wat houdt het sociaal intuitieve model in? En welke hersenonderdelen beinvloeden moraliteit?
Hersenonderdelen beinvloed bij moraliteit = prefrontale cortex, insula en amygdala. Schade aan amygdala kan leiden tot aantasting van het sociale en morele gedachtengoed
Naast de hypothalamus zijn de prefrontale cortex en het limbische systeem ook belangrijk voor het eten. Licht toe
Limbische systeem = hunkering naar lekker eten is hier gekoppeld aan activiteit. Schade leidt tot Gourmond syndroom: obsessie met eetkwaliteit, variatie en voorbereiding.
Receptoren beinvloeden de levels van vitale nutrienten zoals bloedglucose en natriumlevels. De signalen worden beinvloed door hormonen. Welke drie hormonen zijn dit?
- Leptine = betrokken bij vet regulatie. Reist naar de hypothalumus om eetgedrag te onderdrukken (je bent al dik, stop met eten).
- Ghreline = hormoon geproduceerd door maag voor het eten (''ga eten'').
Wat is de rol van cultuur op eetgedrag?
- Vermijding van onbekend voedsel
- Kinderen leren eten door ouders te observeren
- Ethische verschillen, locale normen en religieuze en culturele waarden hebben tevens invloed op eetgedrag
De motivatie van seksueel gedrag wordt beinvloed door hormonen. Wat beinvloeden deze hormonen? Noem twee punten
- Seksueel gedrag door motivatie
* Hypothalumus meest belangrijk
* Androgenen en estrogeen voor seksueel gedrag, specifiek testosteron
Wat zijn oorzaken voor overgewicht? Hierbij is een genetisch en omgevingscomponent. Licht 4 punten toe bij genetisch en 2 bij omgeving
- Variatie in efficiëntie van spijsvertering
- Variatie in metabolisme
- Defect gen voor leptine met een kleinere gevoeligheid voor leptine (hormoon dat vrijkomt door vetcellen, dat zegt dat je stopt met eten omdat je al genoeg vet hebt)
- Setpoint hypothese
Omgeving
- Fastfood wat altijd aanwezig is
- Minder omgeving
De seksuele responscyclus bestaat uit vier fasen. Licht de vier fasen toe
2. Plateau fase = Hartslag en bloeddruk stijgen en er zijn tekenen van opwinding.
3. Orgastische fase = spiertrekkingen, stijging ademhaling en de hartslag en ritmische klaarkomen man of vrouwen
4. Resolutie fase = terugkeren naar toestand normale opwinding. Voor vrouwen anders dan mannen omdat vrouwen meerdere keren kunnen klaarkomen
Wat zijn de drie verschillen tussen mannen en vrouwen met betrekking tot seksuele motivatie
- Mannen hebben gemiddeld een hogere seksuele motivatie dan vrouwen.
- Mannen maken zich meer zorgen over de aantrekkelijkheid van een potentiële partner, en vrouwen zijn meer bezorgd over de status van een potentiële partner (maar minder dan jaren geleden, omdat de vrouw onafhankelijker is).
- Erotische plasticiteit = seksuele driften worden deels gevormd door sociale, culturele en situationele factoren. Heeft meer invloed op vrouwen dan mannen
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden