Samenvatting: Inleiding Recht | 9789001778231 | R D J van Caspel
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding recht | 9789001778231 | R.D.J. van Caspel.
-
1 Recht en rechtsbronnen
Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke twee groepen regels zijn er?
Materieel recht: inhoudelijke regels die aangeven wat men in het onderling verkeer wel en niet mag doen.
Formeel recht: ten dienste van het procesrecht, regels die voor processen gelden. -
Welke internationale voorschriften zijn er:
Internationaal recht (gaat voor op nationale wetten)
Transformatie wet (nationale wet wordt getransformeerd naar regels in verdrag. De transformatie wet is voortaan de bron.
Supranationaal recht: na aansluiting bij supranationale instanties gelden de wetten van de supranationale instantie boven nationale wetten.
Europese unie: EG verdrag betreffende de werking van de Europese Unie
EG Verordeningen: zijn van kracht in alle lidstaten. Burgers kunnen bij hun nationale rechters beroep doen op EG-verordeningen.
EG-richtlijnen: voor lidstaten bindende aanwijzingen, die zij zorgvuldig moeten naleven.
Beschikkingen: Door de EG genomen beslissingen in concrete gevallen -
Hoe weten andere rechters van bestaande jurisprudentie?
De rechterlijke uitspraak wordt gepubliceerd in een weekblad dat alle belangrijke rechterlijke uitspraken bevat, NJ -
Wanneer is een rechtsregel dwingend en wanneer aavullend?
Dwingend: een ieder moet zich aan de regel onderwerpen en mag deze niet met een overeenkomst ontwijken.
Aanvullend: rechtsregel geldt alleen als er niet door een particuliere regeling vanaf geweken wordt. Als er door een privéregeling van afgeweken geldt het wettelijke voorschrift niet. Komt alleen voor in het privaatrecht. -
1.2 Wet
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houdt het in als een wet concreet is?
Dwz geldt voor een individueel geval. -
1.3 Internationale voorschriften
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is een bepaling uit verdragen self-executing? Waar wordt dit besluit genomen?
Een bepaling uit een verdrag die direct effectief kan zijn (art. 93 GW). De Nederlandse burger rechtstreeks binden. Maw, dat een individuele burger rechtstreeks rechten en plichten aan het verdrag ontleent.
Gerechten bepalen voornamelijk of de bepaling al direct effectief kan zijn of dat de wetgever het voorschrift nog pasklaar moet maken voor nationale wetgeving. -
Wat zijn indirecte verdragsregels?
Als verdragsregels alleen verplichtingen scheppen voor de verdragsstaten. Een verdragsstaat wordt dan bijvoorbeeld verplicht om een bepaalde wet te maken, zodat de verdragsregels in de nationale rechtsorde kunnen worden ingevoerd. -
Wie is bevoegd om iedere Nederlandse wet te toetsen aan een direct werkende verdragsbepaling?
De rechter -
Welk recht wordt toegepast bij een beschikking?
Algemeen recht (bv uit een verdragsbepaling) toegepast op een concreet geval. Meestal wordt degene waarop de beschikking van toepassing is, met name genoemd. -
1.4 Jurisprudentie
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Waarover oordelen de rechtbanken, gerechtshoven en de Hoge raad
Privaat, fiscaal, bestuurs en strafrechtelijke aangelegenheden, waarbij de hoge raad het hoogste rechtscollege is.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Inleiding Recht
-
Wetboeken - Wetboek (definitie)
-
Personen - Vertegenwoordiging en volmacht
-
Personen - Nietigheid en vernietigbaarheid
-
Vermogensrecht in het algemeen - Vermogensbestanddelen
-
Vermogensrecht in het algemeen - Zaken
-
Vermogensrecht in het algemeen - Zakelijke rechten
-
Eigendom en bezit - Eigendom
-
Verhaalsrecht op goederen - Schuldeisers en preferentie
-
Verhaalsrecht op goederen - Retentierecht