L 5 democratie
9 belangrijke vragen over L 5 democratie
Het nemen van besluiten over wetgeving door de Raad van ministers
- Voor 1987: besluitvorming over wetgeving middels eenparigheid van stemmen (unanimiteit);
- Na 1987 bij aanvaarding van de Europese Akte: besluitvorming over wetgeving middels een gekwalificeerde meerderheid.
Dit houdt in dat:
- minimaal 73,9% van het totaal aantal stemmen behaald moet worden;
- het besluit gesteund wordt door een meerderheid van de lidstaten;
- de landen tezamen ten minste 62% van de bevolking vertegenwoordigen.
Debat over de democratische legitimiteit van het Unierecht
Na aanvaarding van de Europese Akte in 1987 was het nationale mechanisme van de ministeriële verantwoordelijkheid niet langer toereikend om te verzekeren dat Europese wetgeving vanzelfsprekende democratische legitimiteit had.
debat daarover hangt samen met de opvattingen over de toekomst van de Unie:
- vanuit de opvatting dat de Unie gezien moet worden als een intergouvermentele internationale organisatie vindt men dat de democratische legitimiteit van besluiten gestalte moet krijgen binnen de nationale staten;
- vanuit de opvatting dat de Unie een federale staat (in wording) is heerst de gedachte dat de Unie zélf democratische georganiseerd moet zijn.
1. T.a.v. Het monopolie van wetgevingsinitiatief van de Commissie:
Verschuiving van het denken over het monopolie van de Commissie:
Huidige voorzitter van de commissie Ursula van Leyen is voorstander van initiatiefrecht voor het (door het volk gekozen) Europees Parlement. Dit werd door haar neergelegd in de Politieke richtlijnen voor 2019-2024.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
3. T.a.v. Het degressief evenredig stelsel:
Dit houdt in dat niet alle Europese burgers maar (alle burgers van) de Europese lidstaten vertegenwoordigd worden.
Duitsland heeft als grootste EU lidstaat daar het meeste last van.
4. T.a.v. Het stelsel van Europese verkiezingen:
Er kan alleen gestemd worden op kandidaten uit de eigen lidstaat die optreden namens nationale politieke partijen. Er zijn geen transnationale verkiezingslijsten met Europese politieke partijen die duidelijk herkenbaar zijn.
Bovendien worden politieke groepen van uiteenlopende aard samengesteld uit nationale politieke partijen:
(voorbeeld: de Europese Volkspartij die is samengesteld uit de het CDA de Duitse CDU, de Portugese Sociaal Democratische Partij en de Hongaarse Fidesz-partij).
5. T.a.v. De informatievoorziening aan nationale parlementen:
6. T.a.v. Het ontbreken van een Europees demos:
Besluitvormingsprocessen op basis van politieke gelijkheid als democratisch beginsel
- Representatiebeginsel: voorafgaand aan besluitvorming wordt in kaart gebracht welke gevolgen betrokken burgers, bedrijven en andere maatschappelijke organisaties zullen ondervinden. De gevolgen moeten meewegen in het besluitvormingsproces;
- Transparantiebeginsel: voor buitenstaanders moet helder zijn hoe het besluitvormingsproces verloopt;
- Meerderheidsbeginsel: het moet aannemelijk zijn dat het genomen besluit rust op de instemming van de meerderheid van belanghebbenden;
- Beginsel van politieke verantwoording: zij die verantwoordelijk zijn voor de besluitvorming moeten daarvoor rekenschap afleggen.
Democratisch tekort van secundair Unierecht/ Punten van kritiek op het democratische gehalte van Europese wetgeving
- Monopolie wetgevingsinitiatief (secundair Eu-recht) ligt bij de Commissie;
- Controle op de Raad van ministers is onvoldoende;
- Degressief evenredig stelsel van vertegenwoordiging van de Lidstaten;
- Ontbreken van transnationale kieslijsten;
- Gebrekkige informatievoorziening;
- Ontbreken van Europees demos.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden