Standaardvoorwaarden en bijzondere overeenkomsten - Tenietgaan van verbintenissen

19 belangrijke vragen over Standaardvoorwaarden en bijzondere overeenkomsten - Tenietgaan van verbintenissen

Welke wijze van het tenietgaan van verbintenissen is er?

1. Betaling (nakoming)
2. Verrekening
3. Nietigheid of vernietiging
4. Afstand
5. Bevrijdende of extincieve verjaring.

Wat houdt bij 1. Betaling het begrip precies in?

Een betaling is een waarde-overdracht tussen twee partijen. Dit kan de overdracht zijn van geld, maar ook van effecten.

Dit kan dus vanalles zijn, dus ook in natura of bijvoorbeeld het schilderen van iemand/

Welke eisen zijn er aan de wijze van betaling?

- Geldbetalingen moet op het moment van betaling een gangbaar betaalmiddel zijn en het land waar de betaling is. Art 6 : 112 BW.
- Girale betalingen tellen vanaf het moment van afschrijving. Overmaken naar het rekeningnummer vermeld door  een schuldeiser is altijd voldoende en het tenietgaan van een verbintenis
- De plaats is bij specieszaken de ontstaansplek van de verbintenis. Bij genuszaken de plek van het bedrijf van de schuldeiser of de woonplaats.

BW 6.1 - afdeling 11  – verbintenissen tot betaling van een geldsom (art 111 t/m 126)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn haal of brengschulden?

Haalschulden: specieszaken die ter plaatse worden betaald

Brengschulden: woonplaats van de schuldeiser

Wat is het beste bewijs van betaling?

Een kwitantie of bonnetje. De schuldeiser moet dit uitgeven. Een schuldenaar moet evt. wel voor de kosten betalen.

Welke situaties bestaan er met subrogatie?

1. Krachtens de wet. Art 6 : 150 BW
1a. In verband met uitwinning van goederen.
1b. Betaling door een hoofdelijk verbonden schuldenaar. Art 6 : 12 BW
1c. Uitkering schadeverzekeraar Art 7 : 962 BW
1d. Overige in de wet geregelde gevallen

2. Krachtens overeenkomst. Art 6 : 150 BW. Een derde voldoet voor schuldenaar. Schuldeiser moet wel op de hoogte zijn gesteld en de derde moet de schuld voldoen.

BW 6.2 – afdeling 2  – subrogatie (art 150 t/m 154)

Wanneer is verrekening van vorderingen toegestaan en welke 4 eisen zijn er?

Dit is mogelijk als er 2 wederzijdse schulden zijn.

De 4 eisen:
1. 2 personen moeten wederzijds schuldenaren zijn.
2. Beide schuldvorderingen moet tot gelijksoortige prestaties strekken.
3. Beide schuldenaren moeten bevoegd zijn te betalen
4. De schuldenaar is bevoegd betaling juridisch af te dwingen (dus niet natuurlijke verbintenis).

BW 6.1 - afdeling 12  – verrekening (art 127 t/m 141)

Wat is de algemene regel tot nietigheid van een verbintenis?

Een rechtshandeling is nietig als deze nooit het door partijen beoogde gevolg kan hebben.

Voorbeeld beoogd: A verkoopt aan B iets uit Iran. Invoer aan B is niet mogelijk dus de verbintenis is nietig.

BW 3.2 - rechtshandelingen (art 32 t/m 59)

Tot wat zijn de 4 oorzaken van tenietgaan terug te leiden? Artt 39 t/m 43 BW

1. Vormfouten. Art 3 : 39 BW. Levering onroerend goed via onderhandse akte.
2. In strijd goede zeden of orde. Art. 3 : 40 lid 1 BW
3. In strijd met dwingende wetsbepaling. Art 3 : 40 lid 2 BW.
4. Rechtshandeling betrekking op verboden goederen. Art 3 : 43 BW

BW 3.2 - rechtshandelingen (art 32 t/m 59)

Wat is het gevolg van het nietig zijn van een rechtshandeling?

Het kan niet worden bekrachtigd en er mogen geen rechtsgevolgen aan worden gegeven. Het werkt tegen iedereen, iedereen mag zich erop beroepen.

Het verjaart niet.

Wat is de definitie van vernietiging?

De rechtshandeling kan vernietigd worden als iemand die vordert en de verbintenis niet al nietig is.

Wat zijn de 4 grootste verschillen tussen nietigheid en vernietigheid

1. Rechtsgevolg.Een nietige verbintenis kan geen direct rechtsgevolg hebben. Een vernietigbare verbintenis wel. Dit kan alleen vernietigd worden door een buitenrechtelijke verklaring of een rechterlijke uitspraak zijn. Art. 3 :49 Bw.
2. Bekrachtiging. Een vernietigbare verbintenis kan bekrachtigd worden en een nietige niet.
3. Beroep op nietigheid. Bij nietiging kan iedereen aanspraak maken, er is niet 1 groep die de wet wil beschermen. Bij vernietiging is dit wel zo.
4. De verjaring. Bij nietig is er geen verjaring en bij vernietiging wel.

BW 3.2 - rechtshandelingen (art 32 t/m 59)

Welke 2 voornaamste oorzaken voor vernietiging zijn er?

1. Handelingsonbekwaam
2. Geweld, dwaling of bedrog.

Binnen welke termijn kan normaal gesproken worden vernietigd? art 3 : 52 BW

Dit is 3 jaar.

BW 3.2 - rechtshandelingen (art 32 t/m 59)

Wanneer kan een vernietigbare verbintenis niet meer worden vernietigd?

De verbintenis is bekrachtigd. Dit kan op 2 manier:
1. Uitdrukkelijk
2. Stilzwijgend. Er is een niet gezegd bij de tenuitvoerlegging.

BW 3.2 - rechtshandelingen (art 32 t/m 59)

Welke 2 interpretaties van 2. De extincieve verjaring zijn er?

1. De sterke werking. Na verjaring blijft er niets van de verbintenis over.
2. De zwakke werking. De rechtsvordering vervalt maar het vorderingsrecht blijft bestaan --> natuurlijke verbintenis.

Een verschil ontstaan bij alsnog betaling. Bij 1. is het een onverschuldigde betaling en bij 2. niet.

Wat is de algemene verjaringstermijn en wanneer gaat die in? Art 3 : 306 BW

Deze is 20 jaar (: 306) en gaat in op het moment van opeisbaarheid (: 313)

BW 3.11 – rechtsvorderingen (art 296 t/m 326)

Welke verbintenissen hebben een kortere verbintenissentermijn?

1. Vijf jaar verjaring:
1a. Nakoming in de vorm van geven of doen (art 3 : 307 BW)
1b. Betaling van huur- en pachtprijzen en rente van geleende geldsommen ( art 3 : 308 BW)
1c. Onverschuldigde betaling (3 : 309 BW)
1d. Schadevergoeding of bedongen boeten ( 3 : 310 BW)

2. Andere kortere verjaringstermijnen. Bv. recht op vernietiging van 3 jaar. Verjaring bij consumentenkoop is 2 jaar.

BW 3.11 – rechtsvorderingen (art 296 t/m 326)

De verjaringstermijn kan worden aangepast door 2 wijzen. Welke wijzen zijn dit en hoe werkt het?

Stuiting. Art 3 : 316 BW

1. Instellen van een eis
2. Handeling strekkende tot verkrijging van een bindend advies.
3. Schriftelijke mededeling waarin een schuldeiser zijn recht op nakomen voorbehoudt
4. Erkenning

Verlenging. Art 3 :320 BW

De verjaring wordt verlengd bij het bestaan van een verleningsgrond tot 6 maanden na het beëindigen van de verleningsgrond. Verleningsgronden zijn:

- Curator
- Erfgenamen
- Bewindvoerders
- Minderjarigen

BW 3.11 – rechtsvorderingen (art 296 t/m 326)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo