Samenvatting: Inleiding Social Work
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Social Work
-
1 Social Work
-
1.1 Doel en inhoud
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van sociaal werk?
Sociaalwerkispsychosocialehulpaan/ondersteuningvan personenengroepenopde tereinenvan: (5W’s)
- Werken
- Wonen
- Weten(ontwikkelen)
- Waarborgen(socialezekerheid)
- Welbevinden(sport) -
Hoe werd sociaal werk door de jaren heen genoemd?
+/- 1900: Socialen arbeid
+/- 1950: Maatschappelijk werk
> 1965: Welzijnswerk
Nu: Sociaal werk, bestaand uit: maatschappelijk werk, pedagogisch werk en sociaal cultureel werk -
1.3 Opleiding
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de 4 niveaus van beroepsuitoefening in social work volgens NIZW
A
Assistent
Tweejarigembo-studies
B
Uitvoeren
Drieenvierjarigembo-studies
C
Ontwerpenenuitvoeren
hbo-opleiding
D
Regievoeren
Bachelor-ofmasteropleiding -
1.4 Kennisbestand
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom wordt er bij social werk gebruikt gemaakt van de Humanistische psychologie?
het gebruik hiervan ligt voor de hand, omdat het social work
zich richt op het voorzien in behoeften en het ontwikkelen van het menselijk potentieel, op basis van humanitaire en democratische idealen.
De mens wordt gezien als bezitter van een oneindig potentieel aan mogelijkheden; door je daar op te richten kun je veel meer uit jezelf
halen. -
2 Overleven- behoeften, zelfontplooiing en bestaanscondities
-
2.2 Behoeften
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat houden de motivatietheorieën van Nieuwenhuis in?
- Eigenschappen van Miller en McClelland: de persoonlijke eigenschappen en motieven van de medewerker.
- Verwachtingen en opbrengsten van Vroom en Adams: opbrengsten (motivatie) en bijdragen aan verwachtingen van het werk.
- Stellenvandoelen van BanduraenSkinner.
- Inhoudelijkekantvandetaak van Deci,Hackman en Oldham:
Autonomie,compententieeneigen verantwoordelijkheid. -
2.3 De hele mens
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt bedoelt met: De mens als psychosociosomatisch wezen?
De mens als psychosociosomatisch wezen.Door het samen trekken van de woorden, psycho, socio en somatisch wordt uitdrukking gegeven aan het besef dat individuele problemen, maatschappelijke tekorten en lichamelijke ziekte uiteenlopende oorzaken kunnen hebben.
Psychosociaal= Speciale aandoening.Mentaal.
Gedragsstoornis = Psychische problemen(agressie/adhd)
Somatisch = Lichamelijk
Psychosocialmatisch = Lichamelijke klachten,door psychische problemen -
Tot welke conclusie komt Magnusson over holisme?
Magnusson komt tot de conclusie dat de oude holistische kijk op individueel gedrag en individuele ontwikkeling is verrijkt door de ontwikkeling van de, cognitief onderzoek, neuro wetenschappen, modelvorming van complexe/dynamische processen en longitudinaal onderzoek. -
2.5 Toepassing: basics of social work
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de sociale omgeving van een persoon?
Tot aandeleerplichtigeleeftijd,speeltdeopvoedingzichvooralafinhetgezin,familie, crècheenvriendschappen.Ditzijnleefgroepenopmicroschaal.Wanneerhetkindnaar schoolgaatkomendaarklasgenoten,buurt,sportvereniging,gemeente,supermarkt, bedrijf enzbij.Ditisdemesoschaal.Tenslotteiserdemacroschaal,degroteresociaal- culturelecontext.
Mirco= mensendichtomjeheen dieveelinvloed opjehebben (dagelijkse contacten, familie en vrienden).
Meso = instellingenwaarjemeetemakenhebt, ziekenhuizenpolitie,scholen,werk, sportvereniging en gemeente.
Macro = maatschappij,advocaten,leeftijdgroepen beïnvloedvanallkanten, Europeanen, Nederlands paspoort en studiefinanciering. -
Wat bepaald de sociale positie?
Iemandsocialepositiewordtdoorzijnopleidingen/ofberoepbehaald.Hoehogerde opleidinghoe hogerhetaanzienendeverdiensten,hoe hogerdewaarderinghoe hoger deindelinginklasse.Welerenaljongomtegaanmetandereninenvanuitbepaalde rollen. Elke rol maakt deel uit van een structuur. Aan deze rollen en structuren worden gedragsregels gesteld.
-
Wat hebben we nodig om onze tevredenheid te kunnen vervullen?
Om onzerollennaareigentevredenheidtekunnenvervullen,hebbenwijalspersoon onzeverstandelijkeenlichamelijkevermogensnodig,hebbenwevooronszelfeenvisie opdesamenlevinggevormd,hangenaldan nieteengeloofaan,enhebbenonseen daarbijpassende houdingeigengemaakt.Hierkomentechnischeensociale vaardighedenbijkijken.
Het vermogen: gezond te blijven
Houding: gedrag van een persoon
Vaardigheden: leren
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden