Samenvatting: Inleiding Sociologie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding sociologie
-
Sociologie 2
Dit is een preview. Er zijn 30 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 26/02/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Intern rol conflict
1 positie verschillende verwachtingen van andere rollen. Er wordt bepaald gedrag verwacht van meerder rollen. Lastig voor de cliënt om te beslissen wat hij moet doen. als hulpverlener moet je hieraan erkenning aan geven en zoeken naar een oplossing. Binnen de hulpverlening is dit altijd cliënt. -
Externe rol conflict:
Van een extern rol conflict is er sprake van een persoon die geconfronteerd wordt met een andere persoon met een andere rol. Beide rollen kunnen niet met elkaar overweg. -
Uitgaanspunten sociaal ecologisch model:
We kijken als hulpverlener naar de cliënt op micro niveau. De interactie is op dit niveau.
Dit wordt ook wel sociale situatie genoemd. -
Tegengaan selectieve waarnemingen:
Stappenplan van Pinto we nemen waar wat normaal voor ons is. Als we onze eigen referentie kader aan de kant zetten kunnen we objectief naar de situatie kijken. -
Rol hulpverlener bij socialisatie:
Je oefent invloed uit op het socialisatie proces van de cliënt.
- Je doet gedrag voor.
- Je vertelt de client hoe te handelen.
- Je straft de client op bepaald gedrag als hij iets verkeerds doet.
- Je beloont de client bij goed gedrag.
Je bent de socalisator van jouw cliënt.Heeft meerdere socalisators. Vader moeder . Als een cliënt niet veel familie heeft is Jouw rol als hulpverlener de enigste die een socialisatie rol heeft voor de cliënt. -
sociologie 4
Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 11/03/2016
Laat hier meer flashcards zien -
Macht in het kort met de praktijk:
Macht is dat je iets meer mag hebben. Niet iedereen heeft dezelfde rechten en plichten. Diegene met macht moet richting geven en mag zo meer opeisen. Macht ligt bij iedereen. Macht kan je krijgen door dat mensen je het gunnen diensten geven. Je krijgt meer aanzien door je groep. Macht is iets wat je niet neemt maar wat je krijgt van de groep. Macht heeft invloed op de persoonlijkheid en ook op je uiterlijk.
Als je mensen macht geeft gaan ze erna gedragen ze gebruiken deze macht ook vaak. -
Macht verschil Client en hulpverlener:
·Kennis deskundigheid vaardigheden (cognitief gebied) ?
·Positie op maatschappelijke ladder(politieke binding) ?
·Geld en bezit (economische binding) ?
·Goede en invloedrijke relaties (affectieve bindingen)?
·De macht van het getal? -
Machtsmisbruik voorkomen in de hulpverlening:
In de hulpverlening met je altijd de machtsmeerdere. Beroepscode hanteren, ethiek, protocollen. Protocollen nagaan of het nog van toepassing is.
Situaties machtsmisbruik als er geen goed controle systeem is:
Rooms katholieke kerk, Maar ook bij jeugdinstelling waarin kinderen de machtsmindere zijn. in de gesloten jeugdzorg komt veel omkoperij voor bijvoorbeeld geld, snoep verlof.
Ongelijke machtsverhouding, zorgvuldig afwegen of er een beslissing wordt genomen in het belang van het cliënt. -
Hulpverleners en manipulatie van de cliënt:
Client verteld gaat slecht maar hulpverlener benoemt de positieve doelen die hij de week heeft behaald. Je stimuleert het goede op een stiekem manier. -
Machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag:
Grensoverschrijdend gedrag:
Machtsmisbruik: Mensen zijn assertiever en gaan sneller op hun doel af. dit is positief. Als het doorschiet, bijvoorbeeld mensen met meer macht zijn sneller geneigd om vreemd te gaan . Nemen te veel risico,Morele denken mensen zijn a moreel, ze zijn goed in het toepassen van regels bij andere mensen en niet van zich zelf. Deze problemen vinden plaats bij mensen die vinden dat ze macht verdienen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden