Samenvatting: Inleiding Staatsrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding staatsrecht
-
1 L01 De staat
Dit is een preview. Er zijn 43 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
De overheid kan feitelijk handelen en rechtshandelingen plegen. Wat is het verschil
Feitelijk handelen = vuilnis ophalen, straten opbreken
Rechtshandelingen = kunnen een publiek privaatrechtelijke aard hebben
Privaatrechtelijke = verkopen van grond aan een burger
Publiekrechtelijk= besluiten door een gemeente -
Wat voor besluiten zijn staats en bestuursbesluiten vaak
Eenzijdige bindende overheidsbesluiten
DWZ de gelding van het besluit is niet afhankelijk van de instemming van hen tot wie het besluit zich richt. Men is er gewoon aan gehouden
Je hebt veel verschillende -> algemeen verbindende voorschriften (wetten in matriele zin), beschikkingen, beleidsregels, uitspraken van rechters ect. Voor de meeste geldt dat ze eenzijdig bindend zijn. Je hebt je eraan te houden -
Leg de aanvaarbaarheid van bindende overheidsbesluiten uit
Aanvaardbaar = gebaseerd op een normatieve, binnen de gemeenschap geldende opvatting over wat redelijkerwijs aanvaard dient te worden.
DWZ -> In ons stelsel wil dat zeggen dat bij ingrijpende voorzieningen die de hele gemeenschap raken, de instemming vereist van de meerderheid van de twee kamers (het parlement)
Én daarbij moeten minderheidsopvattingen (bijv religieuze aard) zoveel mogelijk worden gerespecteerd.
Overige eisen:
fundamentele gelijkheid van burgers ( geen bevooroordeling of benadeling die niet zakelijk te verantwoorden zijn)
De vrijheid van burgers wordt zoveel mogelijk ontzien en in basisbehoeften wordt voorzien.
Aanvaardbaar veranderd ook met de tijd. Ook is hij niet voor iedereen gelijk. -
Wat is een theocratische heerschappijvorm
Gods regering. Regering door of namens god. Er was één koning en hij is de bron van alle macht en recht. Hij staat ook boven de wet. Alle rechten die andere overheden of burgers hadden waren geen rechten maar tijdelijke gunsten. -
Maakt men al nieuw recht in de middeleeuwen
De Vorst had ook niet perse als taak nieuw recht te scheppen, maar het bewaren van het van oudsher geldende recht. -
Wat is het resultaat van deze investituurstrijd
In de 13de eeuw stellen de vorsten zich daardoor onafhankelijker op en erkennen de keizer niet meer als heerser boven zich. Ze versterken daarmee de greep op de kerk op hun grondgebied. Ze claimen hun eigen grondgebied. Dat noemen we nu externe volkenrechtelijke soevereiniteit. -
Wat betekent Res publica christiana
geloofseenheid die op de waarheid van christelijke godsdienst gebaseerde eenheid van West Europese volken berust waarvan de keizer en de paus de leiders waren -
Wat gebeurt er bij de hervorming in de 16de eeuw
Vernietigd de geloofseenheid van de res publica christiana.
Het universem van publica christiana is dan voorbij. Er komt een pluriversum van soevereine territoriale staten voor in de plaats.
Deze staten zijn niet alleen extern soeverein, door de hervorming, de godsdienstoorlogen zorgden ervoor dat de vorst, de koning, de hoogste macht kon worden -
Hoe ontstaat dan positief recht?
Men is van mening dat deze koning onafhankelijk van instanties moet zijn zoals kerken of leenmannen.
Dan kan hij godsdienstvrede opleggen. Hij moet verregaande bevoegdheden hebben mbt tot wetgeving. Niet alleen de verfijning van het bestaande gewoonterecht. Hij moet recht kunnen scheppen
Zo ontstaat dan positief recht. Doelbewuste rechtsschepping. De vorst moet daarbij zelf een neutrale scheidsrechter zijn die alle partijen een minimum aan ruimte geeft. Dan heeft vrede een kans. -
Mocht het individu ook in verzet komen volgens de verzetsleer
Dit heet deverzetsleer . Deonderdanen mogen nietzelfstandig inopstand komen maar onderleiding van destaten-generaal . Dat zijn alleprovinciale standen bij elkaar. Devertegenwoordiger van destanden zijn deAdel .
Hetindividu heeft geenverzetsrecht
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden