L04 Democratie in beweging

33 belangrijke vragen over L04 Democratie in beweging

Wat is de democratische gedachte?

volksvertegenwoordigers besluiten in hun kwaliteit van wetgever. De wet geeft uitdrukking aan het democratische besluit.

Daarom is het besluit nog niet per se goed. Het zegt iets over de totstandkoming

Men moet genoegen nemen met het meerderheidsbesluit.

Het is belangrijk voor de democratie om geen absolute ideologie te volgen. Waar moet het wel van uitgaan?

Uitgaan van een niet-absoluut, relatief waarheidsbegrip.

Waarheid is niets meer dan wat feilbare mensen als waarheid menen te onderkennen.

Met rationele discussies als middel om tot een gedeelde waarheid en betere besluitvorming te komen

Democratische besluiten zijn juist, in de zin dat de desbetreffende meerderheid van mening is dat ze gelijk hebben. Het is altijd voorlopig. Nu is het waar en gelden de regels. Ze staan wel open voor de toekomst. Het kan veranderen

Het lijkt erop dat je democratie pas kan invoeren als er een stabiele rechtstaat is. Waarom wijzen sommige landen dit model af?

Waardenrelativisme. Het zou consumptiedrang en individualisme in de hand werken. Solidariteit en gemeenschapszin anders dan via overheidswege zouden onvoldoende gewaarborgd zijn.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Is er een hogere waarheid waaraan je de democratie kan toetsen?

Niet echt maar in principe zijn dat de fundamentele rechten van de mens in de diverse verdragen.

Wat is een probleem van de democratische rechtstaat?

Dat het moeilijk tot tijdige maatregelen en wetgeving kan komen. Bijv door het zorgvuldigheidsbeginsel bijv inspraakrondes ect, zorgen ervoor het lang duurt voor er een beslissing is.

Waar gaat men in de klassieke democratische rechtstaat vanuit?

In de klassieke democratisch rechtstaat gaat men er vanuit dat de volksvertegenwoordiging de te regelen zaken kan overzien en via wetten kan normeren en sturen.

In praktijk is dat niet meer zo. Een dergelijke staat beschermt wel de individuele vrijheid maar is blind voor ongelijkheid. Poging om dit verschil op te heffen is het kiesrecht

Waarom kan je zeggen dat de democratische legitimatie van het overheidshandelen door de opkomst van de verzorgingsstaat is verminderd?

Deze verzorgingsstaat zorgde voor veel overheidstaken die gepaard gingen met ruime regelgevende bevoegdheden.

Het bestuur kreeg meer bevoegdheden van het parlement. Inhoudelijke normstelling wordt dan ook gedaan door het bestuur en niet meer zoveel door het parlement. De formele wetgever, regering en parlement samen, deed een stap terug.

Wat was het gevolg van de stap terug van het parlement (de formele wetgever) in het maken van wetten?

De regels die de formele wetgever nog maakt, voldoen niet aan algemeen geformuleerde ieder verbindende regels. Dat geldt ook voor lagere wetgeving. Door deze intensiteit van wetgeving (regelverdichting) is er een complex en onoverzichtelijk situatie ontstaan. Hervorming hebben het niet makkelijker gemaakt.

Door deze verdichting van regels, komt er van de naleving niks meer. Vaak doet men dan maar gedogen. Soms met fatale gevolgen. Ramp Enschede en Volendam. Structureel gedogen tast het gezag van het recht aan.

Wat is het probleem van het vertegenwoordigende stelsel?

de pretentie dat de vertegenwoordiging de volkswil vertegenwoordigd of dat kan doen, terwijl dat vaak door weinig beleidsruimte niet mogelijk is.

Wat bedoelt men met sociale cohesie?

basis overeenstemming omtrent de dragende normen en waarden van de samenleving

Door individualisering, pluriforme multiculturele maatschappij, staat dit onder druk.

De rechtsstaat ziet mensen als onafhankelijke dragers van individuele rechten maar is niet bij machte, kan geen sociale cohesie afdwingen

De overheid probeert het wel door scholen een integratietaak te geven en buitenlanders de verplichting tot inburgering te geven.


Door globalisering is er meer (im)migratie. De staat kan de verzorgingsstaat op deze manier niet overeind houden.

Om de sociale rechtstaat overheid te kunnen houden heeft de overheid op twee manieren gereageerd. Welke?

1. Verlagen van de publieke aanspraken. De verzorgingsstaat wordt daarmee ontstatelijkt. DWZ de sociale staat verplaatst zich naar de private verzekeringsmarkt.

2. minder migranten

Koppelingswet -> koppelt het gebruik van sociale voorzieningen aan rechtmatig verblijf

Wat zijn de drie basiskenmerken van populisme?

1. Het volk is een zuivere eenheid tegen een corrupt establishment. De politieke en juridische elite. De voorman van zon groep vertegenwoordigd het echte volk en de traditionele partijen niet. Hij weet wat er leeft.


2. Het moreel zuivere volk is één en moet behoed worden tegen het verlies van karakter en aard. Bijv door buitenlanders


3. De populistische machtsuitoefening is de wil van het volk. Dus rechtstatelijke eisen zoals controle door rechterlijke macht of inachtneming van grondrechten zijn niet legitiem als zij die machtuitoefening in de weg staan

Waardoor vinden sommigen dat het bestuur niet altijd meer de legitimatie heeft voor besluiten?

Inmiddels is er sprake van een terugtred van de wetgever. De wetgever heeft veel meer ruimte en bevoegdheden en daardoor kan de wetgever niet altijd het bestuur normeren. Dat normeren is minder geworden

Daarmee verliest het dus ook zijn legitimiteit.

Welke oplossing draagt de staatscommissie aan om de legitimatie van het bestuur te verbeteren?

Er is geen twijfel of het representatieve ofwel het vertegenwoordigende stelsel in het algemeen goed. Dat zit wel snor. Bestuurders hebben bij belangrijke besluiten ook het gevoel van legitimatie niet altijd. De oplossing die de staatscommissie aandraagt liggen in lijn van de burger meer betrekken bij besluitvorming of voorbereidingen daarvan.

Wat is een functionele decentralisatie

Functionele decentralisatie ->  het zo dicht mogelijk plaatsen van overheidsbevoegdheden bij de burger verbetert de democratische verlangens. Burger is meer betrokken en evt directer.

Decentralisatie kan territoriaal of functioneel bepaald zijn.

Decentralisatie kan territoriaal of functioneel bepaald zijn. Leg uit

Territoriaal = taak territoriaal verband is algemeen. Ofwel ze kunnen zich bezig houden met alles wat hen niet is ontzegt door de regelgever. Voorbeelden van territoriale gedecentraliseerde lichamen zijn provincies en gemeenten.

Functionele verbanden -> Taak wordt bepaald door het doel waarvoor het is ingesteld. Hun bevoegdheid wordt door dat doel beperkt. Bijv waterschap.

Verdere decentralisatie -> bestuurscommissies ingesteld door bijv de raad of de provincie. Doel is meer inspraak. Je kan hen ook bevoegdheden van de gemeente of provincie geven.

Wat zijn de problemen met ZBO

Door de vele vormen is er niet meer een overzichtelijk, eenduidig bestuur. Verder laat het democratische gehalte ervan vaak de wensen over. Ook het gebrek aan parlementaire controle erop is een klacht. Het valt onder ministeriële verantwoordelijkheid maar die gaat niet zover. Het zijn immers zelfstandige bestuursorganen

Om het wat meer overzichtelijk te maken, heeft men een kaderwet gemaakt

Inmiddels is er een raadgevend referendum. Hoe verloopt dat proces?

Nu kunnen er dus raadgevende correctieve referendums worden gehouden over aangenomen wetsvoorstellen van beide kamers. Behalve wet over het koningshuis of schap, grondwet of begroting mogen geen onderdeel zijn van referenda.

Na publicatie van de wet staat in de staatscourant of een wet referendabel is. Binnen vier weken moet dan het verzoek worden gedaan. Dit inleidende verzoek moet worden ondersteund door 10000 mensen.

Als de kiesraad het goedkeurd, dan zijn er nog 6 weken om nog eens 300.000 kiesgerechtigden te vinden ter ondersteuning van het referendum. Referendumcommisie bepaalt dan wanneer het gaat gebeuren

Wat is de kern van populisme?

De wijsheid en kracht van het gewone volk tegenover de bedorven elite met haar formele instituties

In de opvatting over democratie waren er eigenlijk drie periodes. Omschrijf deze

Voor 1870 was je niet voor democratie. Van 1870 tot 1945 waren de meningen verdeeld en vanaf 1945 tot nu was je niet tegen

Tot in de 18de eeuw was democratie niet populair. Halverwege de 19de eeuw was er nog steeds veel discussie over. Men wilde democratie alleen in de mix met andere systemen. Welke?

Gouvernement mixte. Dat is -> met monarchale, aristochratische en democratische elementen. Als democratie al een legitieme vorm kon zijn, dan in balans met andere elementen

In 1890 kwam democratie pas echt op. Waar doelde men dan voornamelijk op?

Men doelde op het kiesrecht en directe beslissingsmacht van het volk. Niet perse de vrijheids en grondrechten.

Wat wilde Abraham Kuyper?

Groot voorstander van democratie maar niet direct. Veel getwijfeld. Veel van zijn taal heeft wel de kenmerken van wat we nu populisme noemen. Een gesloten elite die bepaalt wat een onderdrukt volk moet doen.

Hij wilde het rechtstatelijke element van democratie inzetten om het gewone volk te beschermen tegen de elite


Kuyper was wel de grote aanjager van democratie en later het kiesrecht. Hij werd opgevolgd door Colijn.

Die was er geen groot voorstander van. In die tijd kwam de NSB er ook nog even tussen. Die waren ook voor volkse taal, anti elite maar tegen democratie en voor fascisme.

Kohnstamm koppelde in 1917 democratie aan vrijheid en rechtstaat. Wat was zijn visie?

Instituties maar meer over algemene beginselen als: eerbied voor de zelfstandige persoonlijkheid van elke mensch en erkenning van de gelijkwaardigheid van alle individuen in ethisch opzicht

Wat zijn de kenmerken van populisme volgens Rob Wijnberg?

- Een homogeen volk dat zich bedreigd voelt door de elite of een gevaarlijke ander.
- Het gebruik van termen of metaforen die verwijzen naar de eigen groep
- Identificaties van de ander met generaliserende kenmerken
- Vijandige houding ten opzichte van instituties die in handen zijn van de tegenstander

Wat zijn kenmerkende gemeenschappelijke eigenschappen van populistische bewegingen?

gevestigde politieke structuren zijn de belemmeringen van de gewone mensen. Gewone mensen hoeven niet het hele volk te zijn, het kan ook een gedeelte zijn waarnaar de partij of beweging verwijst. Henk en Ingrid of anderen

Wat zei Anton Zijdeveld over populisme?

Populisme heeft vaak een negatief programma. Deze negativiteit werkt verbindend. Het drijft op onzekerheid, onbehagen, en vaak rancune. Zelfs in niet achterstandswijken, een goede wijken komt het anti multiculturele beeld naar voren. Het spreid als een olievlek

Waar kwam Carl Smitt mee? Welk denkschema?

Kwam met het vriend-vijand denkschema in de politiek. Dus het wij/zij denken

Hoe gaan populistische partijen te werk?

Democratische besluitvorming hoort overtuigend en effectief te zijn. Als burgers (henk en ingrid) vragen om realiseren van hun behoeftes, bijv veiligheid en zekerheid, maken populistische bewegingen gebruik van de situatie als dat niet direct lukt. Ze spelen in op de verlatenheid.

Enerzijds door “geen blad voor de mond te nemen” als het op die ander groep aan komt,

En door radicale meningen te hebben die niet in verhouding staan tot het echte probleem.

Wat is Fact free politics

wanneer nog waarden of feiten, maar getalsverhoudingen de doorslag geven bij besluitvorming. Dit lijdt tot spanningen in de democratie en de rechtstaat.

Deze spanning wordt duidelijker als gevestigde politieke partijen zich niet meer uitspreken tegen dit geluid en de democratie en de rechtstaat niet meer verdedigen

Wat is de gedachte van Bockenforde

De gedachte dat de moderne rechtstaat afhankelijk zou zijn van de christelijke ideele bronnen.

Wat was de gedachte van habermas

Volgens hem is het niet afhankelijk van externe ideële legitimatie van de democratische rechtstaat. De rechtstaat is niet het tegenwicht van de democratie. Er is geen recht zonder de grondrechten

Wat was de gedachte van Tim Reiss

Er is geen democratie zonder rechtstaat en andersom.

Democratie kan niet functioneren als je bepaalde groepen uitsluit. Ook als een beweging de meerderheid zover krijgt om groepen uit te sluiten, is dat onverenigbaar met het rechtstatelijke democratische staatsbestel. Een democratische rechtsstaat is er voor iedereen, of hij is er niet.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo