Samenvatting: Inleiding Strafrecht

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Strafrecht

• 1 Karakter en plaats van het strafrecht

• 1.2.1 Het strafrechtelijk systeem, de maatschappij en de indiviuele burger

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het ultimum remedium en waaruit blijkt dat dit tegenwoordig onder druk staat?

  • inzet strafrecht alleen wanneer overige rechtsgebieden (bestuurs- en privaatrecht) ontoereikend zijn
  • tegenwoordig wordt strafrecht voor steeds meer zaken aangewend
  • bijvoorbeeld voor incidentenwetgeving
  • voorbeeld:
  • boerkaverbod
  • vooral om daadkracht politici te versterken en stemmen te winnen
    

• 1.2.2 Het primaat van de wet en van het wettelijk systeem

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke van de drie benaderingwijzen van het strafrecht geeft de legistische wijze weer?

  • primaat van de wet en het wettelijk systeem
    
  • gaat primair uit van het strafrechtelijk systeem

• 1.2.4 Algemeen en individueel bewustzijn

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de stigmatiserende werking van de straf?

  De vrijheidsstraf ontneemt heel wat meer aan de veroordeelde dan alleen fysieke vrijheid waardoor hij gedurende een bepaalde tijd niet aan het maatschappelijk verkeer kan deelnemen.
  Voorbeelden:
  

  • verlies van baan
  • lichamelijke- en psychische klachten
  • verlies van partner
  • kinderen niet zien opgroeien
  • reputatieschade 

• 1.2.5 het strafproces voor het slachtoffer

• Welke bezwaren kunnen er zijn tegen de versterking van de rol van het slachtoffer in het strafproces?

  • door de vraag wie het slachtoffer is te beantwoorden wordt een voorschot genomen op de bewezenverklaring
  • het strafproces wordt van een twee- naar een drie partijenproces omgevormd
    

• 1.3.2 Wie bij de strafrechtspleging een rol spelen

  Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Op welke manieren kan een vervolging gestart worden?

  • klassiek
  • dagvaarden
  • vorderen onderzoekshandelingen door R-C
  • vorderen voorlopige hechtenis
    
  • incidenteel
  • instellen rechtsmiddel
  • hoger beroep
  • cassatie
  • vorderen voorlopige maatregel economisch verkeer
  • stilleggen onderneming
  • vorderen verlenging tbs
  • vorderen ten uitvoer leggen in buitenland opgelegde straf
    

• Hoe is het OM binnen de rechtbank georganiseerd en welke rollen zijn er binnen het OM?

  • OvJ's
    
  • het OM wordt bestuurd door het College van Procureurs-Generaal (P-G's)  met zijn Parket-Generaal
  • valt onder uitvoerende macht (minister van J&V)
  • taak:
  • waken over het algemeen belang
  • openbaar aanklager
  • het Landelijk Parket
  • gevestigd in Rotterdam
  • het Functioneel Parket
  • gevestigd op 4 plaatsen
  • met de leiding in Den Haag

• Wat is de taak van de opsporingsambtenaren?

  • justitiële politietaak
    
  • opsporen strafbare feiten
  • politie
  • hulpofficier van justitie
  • niet-justitiële politietaak
  • zorgen voor orde, rust en veiligheid
  • preventieve taak
  • burgemeester
  • Commissaris van de Koning
  • minister van J&V

• Wat is het verschil tussen vervolgingsmonopolie en vervolgingsverplichting?

  • vervolgingsmonopolie
    
  • uitsluitend het OM heeft vervolgingsbevoegdheid
  • vervolgingsplicht
  • het OM kan op grond van het algemeen belang afzien van vervolging
  • seponeren

• Wat is het verschil tussen een beleidssepot en een technisch sepot?

  • beleidssepot
    
  • vervolging is niet in belang van slachtoffer of dader
  • het algemene belang dat het strafrecht niet voor flutzaken wordt ingezet
  • technisch sepot
  • er schort iets aan de bewijsbaarheid

• Wat is het verschil tussen een aangifte en een klacht?

  • aangifte
    
  • art. 161 Sv
  • alleen verplicht bij kennis van zeer ernstige misdrijven zoals
  • moord
  • doodslag
  • mensenroof
  • verkrachting
  • terroristisch misdrijf met levensgevaar

  • klacht
  • aangifte met verzoek tot vervolging
  • het OM kan alleen vervolgen op verzoek van betrokkene
  • bij zogenoemde klachtdelicten zoals
  • belediging