Codificatie - materieel en formeel strafrecht
5 belangrijke vragen over Codificatie - materieel en formeel strafrecht
Materieel strafrecht
Formeel strafrecht
Materieel strafrecht:
- welke gedragingen zijn strafbaar
- in welke gevallen straf opleggen
- welke straf is toelaatbaar
Formeel strafrecht (= strafprocesrecht):
welke regels moet je volgen om het materiële strafrecht tot gelding te brengen?
Hoe stel je vast of zich n geval voordoet waarin gestraft mag worden
hoe komt die straf tot stand
vooral procesrecht, maar ook opsporingsregels.
Welke 4 fasen kunnen worden onderscheiden t.av. rechtsgeding? Waarmee begint elke fase?
- Het aanhangig zijn van de zaak ter zitting: door dagvaarding (art 258 Sv)
- Het onderzoek ter zitting: door het uitroepen van de zaak door de deurwaarder. (art 270 Sv)
- De beraadslagingi door de sluiting van de terechtzitting door de voorzitter (art.345 Sv).
- De uitspraak: aanstonds of over 14 dagen, de voorzitter deelt dan mondeling mede wanneer dit zal zijn. (art 345)
Vanaf welke datum is een rechter niet verplicht een straf/maatregel op te leggen?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wetboek van Strafrecht: wat staat erin? UHH
- welke normovertreding kan worden bestraft: strafbaarheid
- welke sanctie kan worden opgelegd: straffen (penitentiair recht)
- wanneer kan worden vervolgd: vervolgbaarheid = i.h.a. heeft het zin dat het NL strafr. handhavingssysteem in een bep. geval in werking mag treden.
Algemene bepalingen hierover vind je in boek 1 van het WvSr.
Waar hoort bewijsrecht thuis?
Kan in beide boeken, maar is uiteindelijk in WvSv terechtgekomen, boek II, titel VI, afdeling 3
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden