Samenvatting: Inleiding Strafrecht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding Strafrecht
-
1 1 Het straf- en procesrecht: Historie en bronnen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 Inquisitoire en accusatoire procesvormen
-
Welke vorm van rechtsgeding is het oudst? (Inquisitoir of accusatoir)
Accusatoir: men gaat klagen en argumenteren voor een (scheidsr)echter, een autoriteit. In eerste instantie organiseert deze autoriteit alleen de vechtpartij en kijkt hij of er eerlijk gevochten wordt. Alleen de procedure wordt bewaakt en neemt op basis van de door partijen aangedragen argumenten een beslissing om het geschil te beslechten. De rechter heeft een lijdelijke rol = civiel proces. -
Wat is de kern, uitgangspunt van het inquisitoire proces?
Iemand met gezag neemt een beslissing. Niet elke beslissing van een autoriteit wordt door zijn zeggenschap gerechtvaardigd. De beslissing moet stoelen op de werkelijkheid waarover wordt beslist = onderzoek = actieve rol rechter.
Motivering en controle. -
Hoe is het Nederlandse strafproces het best te typeren?
Het voorbereidend onderzoek is inquisitoir, het onderzoek ter terechtzitting is meer inquisitoir met enkele accusatoire trekken.
Ook al is er veel onderzoek gedaan, de beslissende rechter is verantwoordelijk voor het onderzoek waar hij zijn beslissing op baseert.
De rechter doet het onderzoek
De rechter doet primair de ondervraging
De rechter kan het onderzoek hervatten, als hij bij beraadslaging er achter komt dat hij onvoldoende gegevens heeft. -
Vanuit het materiele strafrecht gezien, ligt een inquisitoire procesvorm meer voor de hand dan een accusatoire procesvorm. Leg uit.
In een inquisitoir strafproces is geen tegenpartij nodig. Een onderzoekende rechter kan zijn taak ook verrichten zonder een geconstrueerde tegenpartij.
Niet ieder delict maakt rechtstreeks slachtoffers. (het ontbreken van een aanwijsbare benadeelde is zelf een van de redenen om onrecht aan het strafrecht toe te delen.) -
Waarom heeft zich (ook in Nederland) een afzonderlijk vervolgend orgaan ontwikkeld?
Als afsplitsing van de zelfonderzoekende rechter, een kwestie van taakverdeling.
De afsplitsing van de verantwoordelijk van het daadwerkelijke onderzoek in de fase voor de terechtzitting. -
1.2 Codificatie: de geschiedenis in het kort
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe is in Nederland de codificatie verlopen?
1795 Bataafse Omwenteling
1798 Staatsregeling voor het Bataafse Volk.
1809-1811 Crimineel Wetboek voor het Koningrijk Holland
1813 Code Penal en Code d'Instruction Ciminelle door Franse Inlijving.
C d'I C = eerste wetboek strafvordering.
1838 Wet op de rechterlijke organisatie, Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering, het Wetboek van Strafvordering en het Burgerlijk
Wetboek.
1881 Wetboek van Strafrecht, in 1889 ingevoerd
1926 Ingrijpende wijziging Wetboek van Strafvordering -
Wat hield de norm die gesteld werd in artikel 28 van de Algemene Beginselen der Staatsregeling in? (1e grondswetartikel 1798)
Regeling van de rechterlijke organisatie
Regeling van het Nederlandse strafproces.
Voor het materiele strafrecht:- De regeling van algemene zaken (lijkend op Boek 1 WvSr)
- Codificatie van lijfstraffelijke wetten
- De regeling van algemene zaken (lijkend op Boek 1 WvSr)
-
Wat is de codificatiegedachte en waar is deze te vinden?
De codificatiegedachte staat in artikel 107 GW en beschrijft wat er allemaal bij wet geregeld is: het burgerlijk recht, het strafrecht en het burgerlijk en strafprocesrecht in algemene wetboeken.
Door de zinsnede 'behoudens de bevoegdheid tot regeling van bepaalde onderwerpen in afzonderlijke wetten' zwakt het codificatie idee af. -
Waar in de wet, buiten het Wetboek voor Strafrecht, staat nog meer wetgeving op het terrein van materiele strafrecht?
Algemene maatregelen van bestuur en verordeningen van lagere wetgevers, zij mogen feiten als overtredingen strafbaar stellen. -
1.3 Bevoegdheden van wetgevers
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe worden in de grondwet de wet formeel en materieel onderscheiden?
wet = wet in formele zin
wettelijke bepaling = wet in materiele zin.
Ook met 'wettelijke strafbepaling' in art 1 WvSr wordt een wet in materiele zin bedoeld.
Lagere regelgevers kunnen zo overtredingen scheppen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Inleiding Strafrecht
-
Materieel of Formeel Strafrecht
-
Algemeen en Bijzonder Strafrecht
-
Het begin van het Strafrechtelijk Onderzoek - Het verdenkingsbegrip
-
Het begin van het Strafrechtelijk Onderzoek - Het voorbereidend onderzoek
-
Het begin van het Strafrechtelijk Onderzoek - Justitiele documentatie
-
Dwangmiddelen - Vrijheidsbenemende dwangmiddelen tegen verdachten
-
Dwangmiddelen - Medebrenging van verdachten
-
De Vervolgbeslissing - Het begrip 'vervolging
-
De Vervolgbeslissing - De beslissing omtrent vervolging
-
De Vervolgbeslissing - De beslissing omtrent verdere vervolging
-
De Vervolgbeslissing - Vervolgingsbeletselen
-
Rechtsgeding - Vonnis en uitspraak
-
De Formele Vragen van Sv
-
De Materiele Vragen van Sv - Is het ten laste gelegde feit bewezen?
-
De Materiele Vragen van Sv - Is het bewezenverklaarde strafbaar
-
De Materiele Vragen van Sv - Is de dader strafbaar?
-
De Strafbepaling: ingang in het Strafrechtelijk sanctiestelsel
-
Strafbaarheid - Delictsomschrijvingen - Bestanddelen van delictsomschrijvingen
-
Strafbaarheid - Delictsomschrijvingen - Enkele klassieke uitlegvragen en probleemgevallen
-
Strafbaarheid - Delictsomschrijvingen - Indeling strafbare feiten
-
Strafbaarheid - Uitbreiding - Deelneming
-
Begrippen-Feitjes