Verdachtebegrip en dwangmiddelen

4 belangrijke vragen over Verdachtebegrip en dwangmiddelen

Wat betekent 'verdachte' en wat zijn de wettelijke consequenties?

Een verdachte is iemand waarbij, volgens art. 27, een redelijk vermoeden van het begaan van een strafbaar feit wegens de feiten en omstandigheden. Wettelijke consequenties zijn dat iemand kan worden opgepakt en vervolgd kan worden.

Hoe wordt de rechtmatigheid van de inzet van controlebevoegdheden beoordeeld en wat is de uitwerking hiervan in praktijk?

Controle is voor toezicht op de naleving van een wet, hiervoor is geen verdachte vereist. Op basis van 1 feit komen ze achter een ander feit. Dan mogen ze op basis van het nieuwe niet de bevoegdheden die daarbij horen toepassen. Dit heet voortgezette toepassing van bevoegdheden en geldt ook wanneer het toevallig gaat. Deze bevoegdheden mogen niet worden gebruikt wanneer een verdachte in beeld is. Is er een verdachte in beeld, dan moeten opsporingsambtenaren worden ingezet. Anders levert het misbruik van bevoegdheid op (detournement de pouvoir).

Hoe wordt de rechtmatigheid van dwangmiddelen betreffende fouillering beoordeeld?

In verschillende situaties wordt een verdachte gefouilleerd.
  1. Opsporingsfouillering (art. 56 sv): na aanhouding mogen (H)OvJ en andere opsporingsambtenaren de verdachte van ernstige bezwaren fouilleren aan kleding. Er mag in zaken worden gekeken. Moet op een besloten plek door hetzelfde geslacht.
  2. Identificatiefouillering (art. 55b sv): verdachte is staande gehouden en mag worden gefouilleerd om identiteit vast te stellen. Mag niet in openbaar.
  3. Onderzoek aan en in het lichaam (art. 56 sv): dit mag alleen met bevel van OvJ voor IN het lichaam. AAN het lichaam moet een bevel van (h)OvJ. Hierbij moeten er ernstige bezwaren zijn.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat is het doorzoeken van plaatsen?

Dit is ook een steunbevoegdheid en dient voor inbeslagneming of aanhouding. Hierbij mag verder worden gegaan dan rond kijken. Doel bepaalt welk artikel van pas is.

  1. Doorzoeking ter aanhouding (art. 55a sv): bij ontdekking op heterdaad of verdenking van een misdrijf waarvoor voorlopige hechtenis is toegepast, mogen opsporingsambtenaren een plek doorzoeken. Machtiging van de OvJ is vereist, tenzij dringende noodzakelijkheid.
  2. Doorzoeking ter inbeslagneming (art. 96b, c en 97 sv): andere plekken worden door de (H)OvJ doorzocht. Bij woning of kantoor van verschoningsgerechtigde is weer een strengere regeling van toepassing.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo