Startpagina / Samenvattingen / Inleiding tot de gedragstherapie / informatie-client-stimuli

Het gedragstherapetisch proces - Functieanalyse (stadium 5) - De drie lagen van de functieanalyse

4 belangrijke vragen over Het gedragstherapetisch proces - Functieanalyse (stadium 5) - De drie lagen van de functieanalyse

Wat is een voor- en nadeel van de ABC-analyse?

Voordeel: de cliënt gaat zelf actief aan de slag met het analyseren van de eigen situatie.
Nadelen:
- als behandelaar ben je deels afhankelijk van de selectie van informatie die de cliënt je presenteert. Evt. belangrijke info kan verloren gaan.
- slechts een momentopname uit wat in feite een meer complexe ketting van stimuli en responsen is

Wat zijn de moeilijkheden bij het opstellen van topografische analyses?

- cliënten die weinig introspectief vermogen hebben
- niet alle thema's zijn even gemakkelijk te concretiseren
- kan soms bedreigend zijn voor de cliënt

Wat is de 2de laag van de FA?

Het ordenen van informatie volgens een gemeenschappelijke noemer, volgens topografie (het organisatieprincipe is gebaseerd op uiterlijke kenmerken) of betekenis/functionaliteit (kennis van de betekenis van de stimuli is vaak noodzakelijk om greep te krijgen op wat nu precies essentieel is voor de persoon).

Wat houdt de 3de laag van de FA in?

Het formaliseren van de informatie: koppeling aan leerprincipes.
De gegevens die tot nu toe relatief onafhankelijk werden verzameld voor stimuli, responsen en consequenten aan elkaar te relateren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Inleiding tot de gedragstherapie | 9789031342884 | Dirk Hermans, et al

Bekijk samenvatting