Samenvatting: Inleiding Tot De Rechts- En Moraal Filosofie

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inleiding tot de rechts- en moraal filosofie

• 1 Inleiding: juridisch VS moreel

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke visie staat er tegenover het utilitarisme?

  De vergelding

• Hoe komen juridische normen binnen een modernrechtsysteem tot stand? + wie heeft dit geanalyseerd?

  Ze komen tot stand op de wijze en het systeem die aanvaard en omschreven is binnen het juridisch systeem zelf
  Luhman

• Wat heeft Luhman geanalyseerd?

  Hij heeft geanalyseerd hoe maatschappelijke subsystemen zoals het recht hun eigen geldigheidsregels voortbrengen

• Welke soort theoreticus is Luhman?

  Een systeemtheoreticus

• 1.1 functionele differentiatie

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat bedoelt Luhman met functioneel gedifferentieerde systemen?

  Hij bedoelt hiermee dat de verschillende systemen binnen een maatschappij (recht,eco,...) allemaal een andere functie vervullen. Dit is een resultaat van de historische ontwikkeling en gaat gepaard met professionalisering en specialisatie

• Wat bedoelt Luhman met specialisatie

  Een morele norm zal slechts betekenis krijgen, wanneer deze juridisch gespecifieerd wordt

• Door wat wordt de juridische geldigheid van een norm volgens Luhman primair bepaald? En door wat niet

  Door de wijze die het rechtsysteem voorziet
  niet door de moraal of religie 

• Wat bedoelt Luhman met circulaire zelf-referentialiteit/ proceduralistische legitimatie?

  Dat de bevoegde instantie de norm heeft uitgevaardigd op de wijze die het rechtssysteem voorziet

• Wat bepaalt de geldigheid en bindende kracht van een norm volgens Luhman?

  De bevoegdheid en de procedurele totstandkoming

• Wie bekritiseert de proceduralistische legitimatie? + wat is hun visie dan wel? + vb 1 positivist

  De positivisten, ze stellen dat het recht en de moreel feitelijk gescheiden zijn. 
  vb. Hans Kelzen