Samenvatting: Inleiding Tot Het Nederlands Recht | 9789082849554 | J W P Verheugt

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van inleiding tot het nederlands recht | 9789082849554 | J.W.P Verheugt

• 1 Recht in het algemeen

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• 1.3 Nationaal en internationaal recht

• Wat is nationaal recht en Internationaal recht?

  Nationaal recht: omvat alle wetten en regels die vanuit één land zijn opgesteld. In principe houden deze wetten op bij de landsgrens. Over de landsgrens gelden de wetten en regels van het desbetreffende land.
  Internationaal Recht: Het internationaal recht bestaat uit het geheel van regels die door staten of naties worden erkend als bindend in hun onderlinge betrekkingen, waaronder hun betrekkingen met internationale organisaties.

• 5 Het bestuur

• 5.1 Handelingen van bestuursorganen

  Dit is een preview. Er zijn 30 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat voor regels bevat de Awb?

  De Awb bevat regels waar bestuursorganen zich aan moeten houden bij de uitvoering van zijn bevoegdheden.

• Wat zijn a- en b-organen?

  A-organen zijn de bestuursorganen van rechtspersonen die krachtens publiekrecht zijn ingesteld ex art. 2:1 BW. B-organen zijn de bestuursorganen die hun bevoegdheid uitoefenen op een specifiek terrein van het maatschappelijk leven ex art. 1:1 lid 1 sub b Awb.

• Welke organen zijn geen bestuursorganen? Vermeldt het artikelnummer.

  De organen die geen bestuursorgaan zijn worden opgenoemd in art. 1:1 lid 2 Awb, zoals de wetgevende macht en de eerste en tweede kamer etc.

• Waarom is een beleidsregel geen algemeen verbindend voorschrift?

  Een beleidsregel is geen algemeen verbindend voorschrift omdat ze niet zijn vastgesteld door middel van een wetgevende bevoegdheid.

• Waarom is het verschil tussen de beschikkingen van belang?

  Dit is van belang omdat er bij een belastende beschikking (negatief overheidsoptreden) een grondslag voor de beschikking in de wet moet staan.

• Aan welke vereisten moet een beschikking voldoen om rechtsgeldig te zijn?

  De beschikking moet genomen worden door een bestuursorgaan die bevoegd is via de wet. Verder moet de beschikking in overeenstemming zijn met de Avv's. Verder horen de bestuursorgaan de abbb's in acht te nemen bij het maken van een beschikking.

• Wat is het beslistermijn van een bestuursorgaan?

  Het beslistermijn van een bestuursorgaan is het termijn die omschreven staat in de wet waarop de beschikking berust ex art. 4:13 awb. Als er geen termijn in de wet vermeldt is dan geldt een termijn van max acht weken ex art. 4:13 lid 2 Awb.

• Welke twee herstelsancties zijn er, en wat houden deze in?

  De last onder bestuursdwang = een last tot een geheel of gedeeltelijk herstel van de overtreding. Wanneer de last niet tijdig wordt uitgevoerd, dan mag het bestuursorgaan de last zelf uitvoeren ex art. 5:21 awb.
  
  De last onder dwangsom = de last onder dwangsom zorgt voor een opgelegde last waardoor de overtreder de verplichting heeft tot het betalen van een geldsom als hij de last niet tijdig uitvoert. Ex art. 5:32 awb.

• 5.4 bezwaar en beroep

  Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.4
  Laat hier meer flashcards zien

• Welke functie heeft de bezwaarschriftprocedure?

  De bezwaarschriftprocedure functioneert als een soort drempel voor toegang tot de rechter. Bestuursorganen kunnen zo hun beschikkingen herzien en daarmee de rechter ontlasten van onnodig werk.