Startpagina / Samenvattingen / Class notes - inleidings inspanningsfysiologie / type-ii-actiepotentiaal-spierweefsels

Meetup-14: spieren

4 belangrijke vragen over Meetup-14: spieren

Welke soorten spierrichtingen zijn er?

- Fusiform, dit zijn je biceps, lange vezels die in de lengte richting staan van de werk richting.
- pennation forms, dit zijn de volgende:
    - unipennate
    - bipennate
    - multipennate
dit zijn kortere spierweefsels en kan dus ook over een kleiner traject werken. Maar er zijn wel meer spiervezels naast elkaar. Ook hebben de spierweefsels een hoek en daardoor geeft het kracht in een hoek op de werkrichting. Minder effectief

Wat is de fysiologische opp/doorsnee van een spier?

Alle vezels los van elkaar opgeteld. Dat is bij een pennate krachtspier dan ook groter dan de lange spieren.

Wat is het sarcoplasmatisch reticullum?

Dit zit aan de T-tubili vast waar het actiepotentiaal langs komt. In het reticullum zit heel veel calcium en dat is nodig voor de spierbeweging. Zodra de actiepotentiaal langskomt komt het Ca+ vrij bij de myofilamenten.

Wat zijn type-I en type-II spiercellen?

Type-I: lage snelheid, moeilijk vermoeibaar (oxidatieve capaciteit is hoog)
Type-II: hoge snelheid, snel vermoeibaar
2B is nog net sneller, 2A net iets meer O2

dit kan je microscopisch bekijken en onderscheiden, een vezel is altijd allemaal dezelfde cellen, tussen vezels kan het verschillen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

inleidings inspanningsfysiologie

Bekijk samenvatting