Samenvatting: Innovatief Onderwijs Ontwerpen | 9789001432461 | Ameike M B Janssen Noordman, et al

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Innovatief onderwijs ontwerpen | 9789001432461 | Ameike M.B. Janssen-Noordman, Jeroen J.G. van Merri ±nboer.

• 15 Begrippenlijst

  Dit is een preview. Er zijn 55 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 15
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is beperkte encodering?

  Dit is het opnemen van informatie in te vormen cognitieve regels (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 161).

• Wat is cognitieve feedback?

  Dit is feedback op de kwaliteit van de uitvoering van een leertaak. Het is een wezenlijk onderdeel van het leertraject dat cognitieve processen ondersteunt. Cognitieve feedback wordt gezien als een deel van de ondersteunende informatie  (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 161).

• Wat is de cognitieve strategie?

  Dit wordt ook wel aanpakkennis genoemd. Het gaat om problemen die niet volgens vaste regels kunnen worden opgelost. Cognitieve strategieën geven aan hoe je problemen op een systematische manier (met behulp van SAP's, SPA's of vuistregels kunt aanpakken (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 161).

• Wat is een complex schema?

  Een cognitief schema dat bestaat uit kenniselementen (cognitieve eenheden) die zodanig aan elkaar gerelateerd zijn dat zij tezamen een kennisnetwerk vormen (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).

• Wat is een complexe taak?

  Een taak die bestaat uit vaardigheidsaspecten die een expert in combinatie met elkaar op een gecoördineerde wijze uitvoert. Sommige vaardigheidsaspecten voer de expert simultaan uit, anderen juist na elkaar (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).

• Wat is een complexe vaardigheid?

  Een complexe vaardigheid is een samenstel van flexibel te combineren en coördineren vaardigheidsaspecten. Er is sprake van integratie en coördinatie van cognitieve, motorische en affectieve aspecten en van een combinatie van routine en niet-routine aspecten (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).

• Wat is een conventioneel probleem?

  Een leertaak waarin het gegeven probleem de studenten confronteert met een probleemsituatie en een gewenste doelsituatie. Het zijn de meest authentieke problemen waarmee studenten te maken krijgen (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).

• Wat is een deductief-presenterende strategie?

  Bij deze strategie begint men met het presenteren van algemene informatie. Vervolgens worden illustratieve voorbeelden aangeboden (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).

• Wat is divergentie van oefeningen?

  Deeltaakoefeningen zijn representatief voor alle situaties die met de onderliggende procedures of regels afgehandeld kunnen worden. Dit zorgt voor een optimale regelgebaseerde transfer naar nieuwe probleemsituaties (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).

• Wat is een doelvrij probleem?

  Een leertaak waarbij het aangeboden probleem geen specifiek doel heeft. Het doel wordt vaag of a-specifiek gehouden (Janssen-Noordman & Van Merrienboer, 2002, p. 162).