Startpagina / Samenvattingen / Class notes - Insol / hvj-eu-plaats

Internationaal faillissementsrecht

6 belangrijke vragen over Internationaal faillissementsrecht

HvJ EU in Eurofood?

Overwogen werd mbt een dochtermaatschappij waarvan de statutaire zetel is gevestigd in een andere lidstaat dan die van de moeder dat het vermoeden van art. 3 IVO pas kan worden weerlegd als adhv objectieve en verifieerbare feiten kan worden aangetoond dat de werkelijke situatie verschilt van die bij aanknoping van de statutaire zetel.

HvJ EU in Interedil?

De wil van de Uniewetgever weerspiegelen om als bevoegdheidscriterium voorrang te geven aan de plaats van het hoofdbestuur van de vennootschap. Het vermoeden kan wel worden weerlegd, indien de plaats van het hoofdbestuur van een vennootschap zich, uit het oogpunt van derden, op grond van objectief verifieerbare factoren, niet op de plaats van de statutaire zetel bevindt.

HvJ EU in Seagon/Deko Marty?

De rechter die de insolventieprocedure opent, heeft ook rechtsmacht ten aanzien van paulianavorderingen.

HvJ EU inChristianapol?

Als een procedure wordt genoemd in de bijlage A bij de InsVo, dan valt zij onder de werking ervan, ook al is insolventie geen voorwaarde! Rechtszekerheid: duidelijkheid over werkingssfeer.

HvJ EU in Nike?

In casu gaat het over de omvang van de toetsing aan de lex causae ihkv 13 IVO en bewijslastverdeling. Indien begunstigde wil verdedigen dat de rechtshandeling ex lex causae onaantastbaar is dan dient hij het bewijs hiervan te leveren.

HvJ EU in Kornhaas?

Vorderingen uit hoofde van art. 2:138/248 BW (of de Peeters/Gatzen-doctrine) binnen het materiële toepassingsgebied van de IVO vallen en slechts kunnen worden ingesteld door een curator in een in Nederland uitgesproken faillissement, ook indien de failliete rechtspersoon een buitenlandse rechtspersoon is (zie ook art. 10:121 BW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Insol

Bekijk samenvatting