Bodemrecht en bodemvoorrecht

45 belangrijke vragen over Bodemrecht en bodemvoorrecht

Waarom is het bodemrecht en het bodemvoorrecht in de Invorderingswet opgenomen?

Omdat de 2e kamer zei dat de fiscus een hoog bevoorrecht invorderingsrecht moest hebben.

Wat wordt er geregeld in de Invorderingswet 1990?

In de Invorderingswet 1990 wordt de invordering van rijksbelastingen (met uitzondering van invoerrechten en accijnzen) geregeld.

Wat is het bodemrecht uit artikel 22 IW 1990 voor een soort recht?

Het bodemrecht is een verhaalsrecht.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wie is eigenaar van de zaken in geval van bodemrecht?

Bij bodemrecht gaat het om zaken van derden.

Wie is eigenaar van de zaken in geval van bodemvoorrecht?

Bij bodemvoorrecht gaat het om zaken van de belastingschuldige zelf.

In welk geval is er sprake van stoffering?

Tot stoffering "dient" al hetgeen strekt tot enigszins duurzaam gebruik van het gebouw overeenkomstig zijn bestemmming, waardoor het gebouw tevens beter aan zijn bestemming beantwoordt (NJ 1981, 656).

Op welk wetsartikel heeft arrest ING/Hielkema betrekking?

Artikel 22 IW 1990, stoffering als vereiste in geval van bodemrecht.

De roerende zaak moet zich bij bodemrecht bevinden op de bodem van de belastingschuldige, wat houdt het begrip 'bodem' in?

Bodem is het perceel of het gedeelte van het perceel dat bij de belastingschuldige feitelijk in gebruik is en waarover hij onafhankelijk van anderen de beschikking heeft. Schijn speelt hier geen rol, het gaat om feitelijke ingebruikneming, ofwel: er wordt gekeken naar de feiten.

Kan het zijn dat er zaken in de showroom staan die wel ter stoffering van de bodem dienen?

Ja, in geval van auto's die in de autoshowroom staan enkel ter 'stoffering'/opvrolijking en die niet worden verkocht, dan is er sprake van stoffering van de bodem. Hetzelfde geldt t.a.v. schilderijen.

Ander voorbeeld: is de combine die een boer enkel voor zichzelf gebruikt en die ook van henzelf is, inventaris of voorraad?

Wanneer een boer voor de oogst van zijn graan een eigen combine heeft en die komt nooit van zijn terrein af dan wordt die combine gezien als inventaris. Als die combine wordt gehuurd door de boer is dat niet het geval. Het aspect duurzaamheid is van belang. 

Bodemrecht kan worden toegepast indien er geen sprake is van reële eigendom, wanneer kan er worden gesproken van reële eigendom?

Bij reële eigendom gaat het om de vraag: 
Wie loopt m.b.t. de bodemzaak voor meer dan 50% het economisch risico? Wanneer dat de belastingschuldige is dan kan er wel bodemrecht worden toegepast, wanneer dat de eigenaar-niet-belastingschuldige is, dan kan het bodemrecht niet worden toegepast.

Wat somt artikel 22 lid 3 IW 1990 op?

Artikel 22 lid 3 IW 1990 somt de belastingen op waarvoor het bodemrecht kan worden toegepast. Het kenmerk van deze belastingen is dat het zakelijke vormen van belasting zijn. In de praktijk zijn vrijwel uitsluitend de omzetbelasting en de loonbelasting van belang.

In welk artikel zijn de belastingen opgesomd waarvoor er bodemrecht kan worden uitgeoefend door 'de ontvanger'?

Artikel 22 lid 3 FW.

Wanneer is de reële eigendom van een derde wel een beperking voor de uitoefening van het bodemrecht uit artikel 22 IW 1990?

Reele eigendom van een derde is wel een beperking in geval van de volgende voorrechten:
- Huur;
- Bruileen;
- Operational lease, de kredietverstrekker of de lessor behoudt een deel van de economische eigendom door zelf in te staan voor het onderhoud van het voorwerp van de lease.

In bovenstaande gevallen kan het bodemrecht dus niet op de zaak worden toegepast.

Wat is het verschil tussen 'operational lease' en 'financial lease'?

In geval van operational lease behoudt de kredietverstrekker of de lessor een deel van de economische eigendom door zelf in te staan voor het onderhoud van het voorwerp van de lease. Operational lease wordt ontzien van het bodemrecht, daar kan het bodemrecht dus niet op worden toegepast.

Bij financial lease behoudt de kredietverstrekker of lessor slechts het juridisch eigendom. De lessor loopt hierbij het risico van waardevermindering. De economische eigendom ligt bij de lessee (degene die least). Financial lease wordt niet ontzien van het bodemrecht, daar kan het bodemrecht dus wél op worden toegepast.

Wanneer is er geen sprake van reële eigendom en is het toepassen van bodemrecht dus wel mogelijk?

Er is geen sprake van reële eingendom bij de volgende vormen van voorrecht:
1. Eigendomsvoorbehoud;
2. Financial lease;
3. Huurkoop;
4. Bepaalde sale-lease-back overeenkomsten.

In bovenstaande gevallen kan het bodemrecht dus wél op de zaak worden toegepast.

Hoe wordt beoordeeld t.a.v. de bodemrechtbestendigheid van leaseovereenkomsten?

Daarvoor moet worden gekeken in arrest Rb. Arnhem 26 april 1990, V-N 1990, p. 1587, nr. 18. Hierin zijn de criteria neergelegd.

Hoe kan men voorkomen dat er bodembeslag wordt gelegd?

Men kan voorkomen dat er bodembeslag wordt gelegd door:
1. De zaak weg te halen;
2. De bodem-verhuurconstructie;
3. Afstand;
4. Voldoeningsconstructie (zie hierna uitleg).

Wat houdt artikel 22bis IW 1990 in?

In artikel 22bis IW 1990 is opgenomen dat pandhouders en derden-eigenaren geen handelingen met betrekking tot de hun in pand gegeven of toebehorende zaken mogen verrichten dan nadat zij die voorgenomen handelingen, vier weken van tevoren hebben meegedeeld aan de ontvanger.

Wat is de voorrang die de fiscus heeft met het bodemvoorrecht?

Het bodemvoorrecht van de fiscus staat lager in rang dan de hypotheek en pandhouder, artikel 3:279 BW.
Het bodemvoorrecht van de fiscus gaat echter wel boven bezitloos verpande zaken indien die zaak voldoet aan de bodemcriteria van artikel 22:3 IW 1990.

Gaat het voorrecht van de pandhouder altijd voor op het bodemrecht van de fiscus?

Wanneer de pandhouder een bezitloos pandrecht t heeft, gaat het voorrecht van de fiscus wel voor op het pandrecht van de pandhouder. Uiteraard is dan wel vereist dat de zaak voldoet aan de 'bodemcriteria' uit artikel 22 lid 3 IW 1990. 

Waarom heeft het bodemrecht sterk aan belang ingeboet?

Het bodemrecht heeft sterk aan belang ingeboet i.v.m. artikel 3:84 lid 3 BW

Waar heeft arrest Koverto (28 november 2003) betrekking op?

Arrest Koverto heeft betrekking op het bodemvoorrecht, artikel 21 IW.

Wat is er bepaald in arrest Koverto?

In arrest Koverto is bepaald dat het bodemvoorrecht ook geldt voor faillissementsschulden die voor faillissement zijn ontgaan maar di ena het uitspraken van het faillissement zijn opgelegd. Daarnaast geldt het bodemvoorrecht ook voor de boedelbelastingschulden. Er is echter geen sprake van fixatie. 
Het bodemvoorrecht geldt niet voor bestuurlijke boetes.

Wat als een derde failleert?

Wanneer een derde failliet gaat dan dient de vordering waarvoor het bodembeslag is gelegd te worden aangemeld ter verificatie tot het bedrag van de vermoedelijke opbrengst van de beslagen activa. De vermoedelijke opbrengst van de vordering moet dan dus worden ingediend in het faillissement van die derde! Die verificatie moet dus plaatsvinden bij de curator.

Wanneer de koper van bodemzaken van de curator failliet gaat, heeft de ontvanger dan nog een zelfstandig executierecht?

De HR heeft in arrest Ontvanger/De Jong hier antwoord op gegeven. De curator verkoopt en verdeelt met inachtneming van de preferentie van de beslaglegger, de ontvanger heeft dus in geval de koper van bodemzaken failleert, geen zelfstandig executierecht. 
In dit geval wordt met 'de koper' bedoeld degene die de bodembeslagen zaak koopt van de curator en vervolgens failleert.

Wat is de kern van artikel 22bis IW 1990?

De kern van artikel 22bis IW 1990 is te vinden in lid 2 van het artikel. De houders van pandrechten of andere derden die een geheel of gedeeltelijk recht hebben op een bodem zaak, moeten wanneer zij het voornemen hebben om hun rechten m.b.t. deze bodemzaak uit te oefenen of wanneer zij het voornemen hebben om andere handelingen te verrichten of te laten verrichten waardoor die zaak niet meer kwalificeert als bodemzaak, hiervan melding maken bij de ontvanger. 

Wie zijn de 'overige derden' waarin in artikel 22bis lid 2 IW 1990 over wordt gesproken?

Dat zijn huurverkopers, lessors en eigendomvoorbehouders. De reële eigenaren vallen hier niet onder.

Wat wordt er verstaan onder 'bodemzaak' in artikel 22bis IW 1990?

Wat er in artikel 22bis IW 1990 wordt verstaan onder 'een bodemzaak' is te vinden in lid 1 van het artikel. 
Van 'bodembeslag' wordt geen definitie gegeven in het artikel.

Hoe moet er worden gemeld ex artikel 22bis lid 2 IW 1990?

Hoe er moet worden gemeld ex artikel 22bis lid 2 IW 1990 is bij ministeriële regeling bepaald:
De mededeling, zoals bedoel in artikel 22bis tweede lid, moet geschieden door middel van het invullen van een langs elektronische weg ter beschikking gestelde modelformulier. Het modelformulier moet nadat zij is ingevuld, per post aan de ontvangen worden toegezonden.

Wat vindt er plaats nadat de melding aan de ontvanger ex artikel 22bis lid 2 is gedaan?

Dan gaat er een termijn lopen van 4 weken waarbinnen de pandhouder of de andere derden met een geheel of gedeeltelijk recht op de bodemzaak de rechten op de bodemzaak niet mag uitoefenen. Ook mogen door of namens hem geen andere handelingen worden verricht waardoor de ontvanger beperkt wordt in zijn recht m.b.t. de bodemzaak. Hij moet dus vier weken stil zitten.

In die termijn van 4 weken bekijkt de ontvanger of hij participeert in een 'oplossing' of dat hij bodembeslag gaat leggen.

Hoe gaat die melding aan de ontvanger ex artikel 22bis lid 2 IW 1990 in zijn werk?

Je download formulier, die stuur je op naar de belastingdienst en binnen maximaal 4 weken laat de ontvanger weten wat hij ervan vindt. Als je na die 4 weken een bevestiging hebt dat je mag beginnen met je handeling of wannee rje niks hebt gehoord dan kan de melder met die zaak gedurende 4 weken (artikel 22bis lid 6) doen wat hij/zij met die zaak wil.

Welke twee perioden zijn er te onderscheiden m.b.t. de mededeling uit artikel 22bis IW 1990?

Met betrekking tot de meldingsplicht die is neergelegd in artikel 22bis lid 2 zijn twee perioden te onderscheiden:
1. De periode vanaf het moment van de melding, de ontvanger heeft gedurende 4 weken de tijd antwoord te geven;
2. De periode nadat de ontvanger niks heeft laten horen in die 4 weken of hij toestemming heeft gegeven aan de melder om zijn rechten uit te oefenen: gedurende 4 weken mag de melder doen wat hij wil (lid 6). De ontvanger blijft ook in die periode overigens gewoon bevoegd om beslag te leggen.

Waar anticipeert de ontvanger op in de tijd dat hij beziet of hij een oplossing gaat zoeken of dat hij bodembeslag legt?

De belastingdienst participeert in op de continuïteit gerichte oplossingen.

Wat moet de ontvanger doen na melding van de panhouder of overige derden?

De ontvanger moet n.a.v. de melding besluiten oh hij beleg gaat leggen of niet. Hij moet dit z.s.m. meedelen aan de pandhouder of overige derde. Wanneer de ontvanger besluit om geen beslag te leggen mag de pandhouder of de overige derde met de zaak doen of laten wat hij wil (lid 6). Na verloop van die vier weken herleeft het regime van de meldingsplicht uit lid 2 weer.

Wat als de pandhouder of overige derde nalaat om melding te doen of pleegt hij ondanks de melding toch handelingen?

Wanneer de pandhouder ov overige derde nalaat melding te doen of hij ondanks de melding toch handelingen gaat verrichten, dan is hij op vordering van de ontvanger verplicht een met bescheiden bestaande verklaring te doen omtrent de executiewaarde van de bodemzaak. De verklaring moet binnen 14 dagen na de dagtekening van de brief van de ontvanger zijn geschied. Zie lid 7 - 9.

Wat als de pandhouder of overige derde een betalingsverplichting heeft die voortvloei uit artikel 22bis lid 7 - 9?

Voor de betalingsverplichting geldt een betalingstermijn van 14 dagen na de dagtekening van de beschikking. De betalingsverlichting is neergelegd in artikel 22bis lid 10.

Wat als de pandhouder of overige derde niet binnen de in de beschikking (o.g.v. lid 10 gegeven) genoemde termijn het verschuldigde bedrag betaalt?

Hij heeft 14 dagen om te betalen, doet hij dat niet dan vordert de ontvanger dat bedrag in als ware dat bedrag een rijksbelasting.

Wanneer geldt de meldingsplihct van artikel 22bis?

De meldingsplicht uit artikel 22bis lid 2 geldt niet wanneer de waarde van de bodemzaken bij het aangaan van de overeenkomst tussen de belastingschuldige en de panhouder of derden onder een bij ministeriële regeling vast te stellen drempel blijft. Deze drempel is vastgesteld op 10.000 euro.

Geldt surseance ook voor de bevoorrechte schuldeisers zoals de ontvanger?

Surseance geldt niet voor bevoorrechte schuldeisers zoals de ontvanger, dit is bepaald in artikel 232 lid 1 FW.

Kan de ontvanger overgaan tot uitwinning in geval van een afkoelingsperiode?

Wanneer de afkoelingsperiode van krach tis kan de ontvanger wel beslag leggen, maar kan hij niet tot uitwinning overgaan. Tenzij de rechtbank of de RC anders beslist, artikel 241c FW.

Wat is er neergelegd in lid 18 van artikel 22bis?

In lid 18 van artikel 22bis is bepaald dat artikel 22bis van overeenkomstige toepassing is tijdens de afkoelingsperiode. Dit houdt in dat ook voor de opeising per deurwaardersexploot geldt dat van te voren gemeld moet worden dat men wil opeisen. Artikel 241c FW is daarom m.b.t. bodemzaken een dode letter geworden.

In welk lid is bepaald dat artikel 22bis niet van toepassing is wanneer de waarde van de bodemzaak blijft onder de grens die bij ministeriële regeling is vastgesteld?

Lid 17.

Welke fout is er te vinden in artikel 243a lid 3 FW?

In artikel 243a lid 3 FW wordt gesproken over de curator terwijl daar 'de bewindvoerder' had moeten staan. 

Wie is niet verplicht om te melden o.g.v. artikel 22bis Iw 1990?

Degene die niet verplicht zijn om te melden o.g.v. 22bis zijn:
- De rechthebbenden waarvan de waarde van de bodemzaak minder dan 10.000 euro bedraagt
- Operationele lessors
- Reële eigenaren
- Lessors die onder 'safe harbour' regeling vallen
- Sommige objectfinanciers

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo