Goederenrechtelijke zekerheden (I): Pandrecht en eigendomsvoorbehoud

62 belangrijke vragen over Goederenrechtelijke zekerheden (I): Pandrecht en eigendomsvoorbehoud

Waar gaan hoorcollege 3a en 3b over?

Beide hoorcolleges gaan over Goederenrechtelijke zekerheden:
Hoorcollege 3a gaat over hypotheek en retentierecht
Hoorcollege 3b gaat over pandrecht en eigendomsvoorbehoud.

In welke artikelen zijn de algemene regels over pand- en hypotheekrecht neergelegd?

De algemene regels m.b.t. pand- en hypotheekrecht zijn neergelegd in artikel 3:227 - 235 BW.

Kunnen partijen afdwingen dat het pandrecht onoverdraagbaar wordt gemaakt?

text-alignArtikel 3:83 lid 1 geeft aan dat de vorderingen overdraagbaar zijn, maar voor pandrecht is dat net iets anders. In artikel 3:83 lid 2 BW vindt je dat partijen vorderingen text-alignonoverdraagbaar text-alignkunnen maken. Geldt dit dan ook voor pandrecht? Is veel jurisprudentie van, de bedingen waarbij vorderingen onoverdraagbaar worden gemaakt zijn vaak onduidelijk. Staat niet duidelijk of de overdraagbaarheid uit artikel 83 is bedoeld.  Ook is vaak niet duidelijk of dan niet mag worden verpand. Wanneer onoverdraagbaarheid wordt afgesproken dan kan je ook niet de vordering verpanden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Op wat voor goederen kan een pandrecht worden gevestigd?

Een pandrecht kan op zowel bestaande als op toekomstige vorderingen worden gevestigd. Het is van belang dat de gesecureerde vordering voldoende bepaalbaar is. In geval er onduidelijkheid bestaat over de gesecureerde vordering moet er worden 'gehaviltext', dit is bepaald in arrest ING/Muller q.q.

Aan de hand van welke wetsartikelen wordt een pandrecht gevestigd?

Een pandrecht wordt gevestigd aan de hand van artikel 3:98 jo. 3:81 jo. 3:83 jo. 3:84 BW.

Welke soorten van pandrecht kunnen op bestaande roerende zaken worden gevestigd?

Op bestaande roerende zaken kan een vuistpand (3:236 lid 1 BW) of een vuistloos pandrecht (3:237 lid 1 BW) worden gevestigd. MITS het pandrecht rechtsgeldig tot stand is gekomen.

Wat is er bepaald in artikel 3:97 BW?

De hoofdregel uit artikel 3:97 BW is dat toekomstige goederen bij voorbaat kunnen worden geleverd. Toekomstige goederen kunnen niet bij voorbaat worden geleverd wanneer het verboden is om die toekomstige goederen onderwerp van een overeenkomst te maken of wanneer die toekomstige goederen registergoederen zijn.

Hoe weet je hoe een pandrecht op een bepaald roerend goed moet worden gevestigd?

OM te weten hoe op een bepaald soort goederen een pandrecht moet worden gevestigd, is het van belang om te weten welke formaliteiten er voor een dergelijke vestiging moeten worden verricht.

Hoe kan een pandrecht op roerende zaken worden gevestigd?

Een pandrecht kan op bestaande roerende zaken worden gevestigd door middel van:
1. Een vuist pandrecht (artikel 3:236 lid 1 BW)
2. Een vuistloos pandrecht (artikel 3:237 lid 1 BW).

Een pandrecht kan op toekomstige roerende zaken worden gevestigd door middel van een vestiging bij voorbaat via artikel 3:98 jo. 3:97 BW.

Hoe moet een pandrecht worden gevestigd op toekomstige vorderingen en waarmee moet rekening worden gehouden?

Een pandrecht kan worden gevestigd op toekomstige vorderingen, hierbij moet wel mededeling worden gedaan aan de toekomstige debiteur (feitelijke beperking) en moet het gaan om een verpanding van een vordering die rechtstreeks voortvloeit uit een ten tijde van d verpanding bij voorbaat bestaande rechtsverhouding met de schuldenaar/pandgever (juridische beperking o.g.v. artikel 3:239 lid 1 slotzin BW).

Wat is de juridische beperking die geldt in geval van de verpanding van een toekomstige vordering?

De juridische beperking in geval van stille verpanding bij voorbaat op toekomstige vorderingen is neergelegd in artikel 3:239 lid 1 slot BW: de verpanding van toekomstige vorderingen moet rechtstreeks voortvloeien uit een bestaande rechtsverhouding met de schuldenaar/pandgever die op het moment van de verpanding reeds bestaat.

Welke soorten van pandrecht kunnen er op bestaande vorderingen worden gevestigd?

Bij een pandrecht op bestaande vorderingen zijn de volgende soorten pandrecht te onderscheiden:
1. Een openbaar pandrecht top bestaande vorderingen (artikel 3:236 lid 2 jo. 3:94 lid 1 BW;
2. Een stil pandrecht op bestaande vorderingen, artikel 3:239 lid 1 BW.

Wordt er vaak een openbaar pandrecht gevestigd op bestaande vorderingen?

Er wordt vaak geen openbaar pandrecht gevestigd op bestaande vorderingen. Er moet mededeling gedaan worden aan de debiteur en in een dergelijk geval gaan bij die debiteur vaak alarmbellen rinkelen en gaat hij denken dat het wellicht niet goed gaat met de pandgever.

Wanneer is een stil pandrecht een probleem?

Wanneer zij wordt gewettigd op vorderingen in de toekomst. Het is daarom van belang bij het stille pandrecht onderscheid te maken tussen toekomstige vorderingen en bestaande vorderingen.

Wat is een bestaande vordering waarvan de opeisbaarheid is uitgesteld?

Er kan op grond van artikel 6:39 BW sprake zijn van een vordering die al wel bestaat, maar dat de opeisbaarheid van die vordering in uitgesteld. In een dergelijk geval is er sprake van een bestaande vordering die echter nog niet opeisbaar is.

Vormt het een probleem wanneer je op een bestaande vordering waarvan de opeisbaarheid is uitgesteld een pandrecht wilt vestigen (artikel 6:39 BW)?

Op en vordering waarvan op grond van artikel 6:39 BW de opeisbaarheid is uitgesteld kan gewoon een pandrecht worden gevestigd.

Kan een vordering op van huur worden verpand tijdens faillissement?

Nee, er moet worden gekeken naar de beschikkingsbevoegdheid op het moment van verpanding. En op het moment dat er sprake is van faillissement kan een vordering o puur niet meer worden verpand, de huurder raakt zijn beschikkingsbevoegdheid namelijk kwijt op het moment dat het faillissement is uitgesproken (artikel 35 lid 2 FW).

Hoe vindt parate executie plaats in geval van een pandrecht op roerende zaken?

In geval van een pand op roerend zaken vindt executie plaats door verkoop van de zaak.

Hoe vindt parate executie plaats in geval van een pandrecht vorderingen?

IN geval van een pandrecht top vorderingen vindt executie plaats door inning van die vorderingen. In uitzonderingsgevallen is executie mogelijk door middel van cessie vorderingen.

Wat is het verschil met pand en hypotheek in geval van executie buiten faillissement?

Bij hypotheek (artikel 3:268 BW) wordt de opbrengst van de verkoop van het registergoed in handen van de notaris gestort, die deelt dan het geld uit. 

Bij pandrecht wordt het geld doorgaans aan de pandhouder zelf overgemaakt. Wanneer de pandhouder dan nog geld over houdt dan moet hij dat geld doorgeven aan degene die na hem in rang komt of moet hij het geld aan de pandgever ter beschikking stellen.

Wanneer zou je als pandhouder vorderingen willen verkopen?

Wanneer je als pandhouder een pandrecht hebt op vorderingen die pas over 10 jaar opeisbaar zijn, dan kan je die vorderingen dus niet innen op het moment dat de schuldenaar in verzuim is want de vordering is dan nog niet opeisbaar. Wat je dan kunt doen is dat je de vordering cedeert/verkoopt door middel van openbare of onderhandse verkoop.

In welk artikel is bepaald dat een vuistloos pandrecht kan worden omgezet in een vuistpand?

In artikel 3:273 lid 3 BW.

Hoe kan een vuistloos pand worden omgezet in een vuistpand?

Omzetting kan plaatsvinden:
- Doordat de pandhouder de zaak onder zich neemt (fysiek of bijvoorbeeld door ingebruikneming van bodem);
- Door de zaak in de macht van een derde te brengen die voor de pandhouder gaat houden.

Soms kan het zijn dat fysieke verplaatsing van de verpande zaken in het kader van omzetting niet wenselijk is

Fysieke verplaatsing van verpande zaken in het kader van omzetting is niet wenselijk:
- wanneer de kosten daarvoor te hoog zijn (ook voor vervangende locatie, zoals bijvoorbeeld gekoelde opslag)
- in verband met technische problemen bij de ontmanteling
- dat verplaatsing invloed kan hebben op de zaken (zoals dieren, kwetsbare machines, etc.)

Wanneer de zaken dus op de plek blijven waar ze ook waren toen er nog geen sprake was van omzetting, dan kan het dus zijn dat omzetting van vuistloos pand in vuistpand plaats heeft gevonden terwijl de zaken nog op dezelfde plek staan.

Wat is het verschil tussen omzetting en executie wat het ontstaansmoment betreft

De bevoegdheid tot omzetting van een vuistloos pand in een vuistpand ontstaat op een ander moment dan de bevoegdheid tot executie. De bevoegdheid tot omzetting van een vuistloos pand in een vuistpand kan niet bij beding worden vervroegd (kan wel in geval van vorderingen o.g.v. artikel 3:239 lid 3 BW).

Wat kan eerder plaatsvinden, omzetting of executiebevoegdheid?

De omzetting zal eerder plaats kunnen vinden dan dat de pandhouder executiebevoegd wordt.
De regel bij omzetting: de pandhouder kan omzetten wanneer de schuldenaar tekort schiet of de pandgever de pandhouder goede grond geeft om te vrezen dat hij tekort zal schieten, artikel 3:237 lid 3 BW.
De regel bij verkrijging van executiebevoegdheid: de schuldenaar moet in verzuim zijn met hetgeen waarvoor het pand tot waarborg strekt, artikel 3:248 BW.

Waarom is het handig om een vuistloos pand toch om te zetten in een vuistpand op het moment dat je gaat executeren?

Het kan zomaar zijn dat er nog meer pandhouders bestaan die een pand op een bepaald goed hebben gevestigd, van belang is wel dat je bij de omzetting te goeder trouw bent.

Als je pandrecht hebt gevestigd door middel van een niet-geregistreerde akte, heb je dan een executoriale titel door middel waarvan je de pandgever kan dwingen mee te werken aan omzetting/afgifte van het verpande?

Als je pandrecht hebt gevestigd d.m.v. een niet-geregistreerde akte dan heb je niet direct executoriale titel en moet je langs de voorzieningenrechter om verlof te vragen, dat vraag je dan aan met de pandakte in je hand.

Is de pandhouder zelf ook bevoegd mee te bieden in geval van een openbare veiling?

Ja een pandhouder mag zelf ook mee bieden in geval van een openbare veiling, artikel 3:250 lid 3 BW.

Wanneer is verlof van de voorzieningenrechter vereist in geval de pandgever niet mee wil werken aan de omzetting 3:237 BW?

Wanneer het pandrecht niet bij een authentieke pandakte is gevestigd, maar bij geregistreerde onderhandse akte. Dan is verlof van de voorzieningenrechter vereist, artikel 496 lid 1 Rv.

Hoe vindt verkoop van het verpande goed plaats?

Artikel 3:250 lid 1 BW: verkoop in het openbaar naar de plaatselijke ewoonten en op de gebruikelijke voorwaarden. Ook de pandhouder is bevoegd om mee te bieden (artikel 3:250 BW).

Wanneer is een afwijkende verkoop toegestaan?

Een afwijkende verkoop van het verpande goed is toegestaan wanneer:
1. Er toestemming is verkregen van de voorzieningenrechter op verzoek van de pandhouder of pandgever 3:251 lid 1 BW;
2. Nadat de pandhouder bevoegd is geworden om tot verkoop over te gaan, dan kunnen de pandhouder en pandgever een afwijkende wijze van verkoop overeenkomen. Wanneer er beslag of een beperkt recht op dat goed rust, dan is ook medewerking van de beslaglegger of beperkt gerechtigde vereist, artikel 3:251 lid 2 BW.

Waar heeft arrest ING/Hielkema betrekking op?

In arrest ING/Hielkema heeft de HR geconstateerd dat nog niet alles duidelijk was na arrest Wollie. Het was nog onduidelijk of een onderhandse verkoopt door de schuldenaar buiten faillissement als executie oor de pandhouder kan/moet worden gezien, dit is bepaald in arrest ING/Hielkema.

Wie is inningsbevoegd wanneer een pandrecht op een vordering berust?

Artikel 3:246 lid 1 BW: de pangever is inningsbevoegd lang het pandrecht niet is medegedeeld aan de schuldenaar van de verpande vordering.

Wanneer is de pandhouder van een verpande vordering bevoegd om zijn pandrecht om te zetten van stil pandrecht naar een openbaar pandrecht?

Artikel 3:239 lid 3 BW. De bevoegdheid tot omzetting van een stil pandrecht in een openbaar pandrecht kan plaatsvinden door mededeling te doen:
1. wanneer de pandgever in de verplichtingen jegens de pandhouder tekortschiet;
2. wanneer de pandhouder goede grond heeft te vrezen dat de pandgever in zijn verplichtingen zal tekortschieten;
3. op een tussen de pandhouder en pandgever afgesproken ander moment (parktijk: te allen tijde).

Wat als de vordering waarop een pandrecht is gevestigd wordt geïnd?

Wanneer een vordering waarop een pandrecht is gevestigd wordt geïnd buiten executie door de pandhouder van een openbaar pand of een medegedeeld stil pand, dan komt het pandrecht te rusten op het geinde, artikel 3:246 lid 5 BW.

Waarom is artikel 3:255 BW van toepassing wanneer het pandrecht op de vordering na de inning wordt omgezet in een pandrecht op het geinde (ofwel op het geldbedrag)?

Artikel 3:255 BW is hier van toepassing, dat artikel gaat over de situatie dat er een pandrecht is gevestigd op geld. Nu het pandrecht op de vordering na de inning wordt omgezet in een pandrecht op het geinde (ofwel op het geldbedrag) is artikel 3:255 van toepassing. Wanneer de vordering opeisbaar is geworden kan de pandhouder zich verhalen op het geinde bedrag.

Wordt altijd o.b.v. artikel 3:246 lid 5 BW de verpande vordering omgezet in een vordering op het geinde?

Nee, want wanneer er wordt geïnd tijdens executie omdat de schuldenaar van de vordering in verzuim is, dan vinden de betalingen plaats in het kader van executie en mag de pandhouder zich onmiddellijk op de opbrengst verhalen en komt er niet eerst substitutiepandrecht op te rusten.

Wat gebeurt er met de verpande vordering als de pandgever bevoegd int?

In geval van bevoegde inning door de pandgever van een stil pandrecht op een vordering, gaat de vordering te niet en gaat het stil pandrecht ook teniet. Er komt geen substitutiepandrecht te rusten op het geinde. 

Hoe zit het wanneer er sprake is van bevoegde inning buiten executie door de pandhouder?

Bij bevoegde inning buiten executie door de pandhouder van een openbaar pand of medegedeeldstil pand, komt er een substitutiepandrecht op het geinde te rusten ex artikel 3:246 lid 5 W> De pandhouder rmag zich dan op het geinde verhalen zodra zijn vordering opeisbaar is, artikel 3:255 BW.

Wat is het geval bij inning ter executie van een vordering tot betaling van een geldsom?

Bij inning ter executie van een vordering tot betaling van een geldsom kan de pandhouder van een openbaar pand of een medegedeeld stil pand zich meteen op het geinde verhalen, zonder de omweg van artikel 3:246 lid 5 jo. 3:255 BW.

Hoe kan een vordering tot levering worden geïnd?

Een verpande vordering tot levering wordt geïnd door, na inningsbevoegd te zijn geworden door de mededeling, de te leveren zaak in ontvangst te nemen. Op grond van artikel 3:246 lid 5 BW Komt er dan een substitutiepandrecht op die zaak te rusten.

Wanneer de pandgever in verzuim is kan de pandhouder de betreffende zaak executeren.

Op grond van welk artikel is de pandhouder separatist?

Artikel 57 FW.

Wat houdt het in dat de pandhouder separatist is?

De pandhouder kan zijn recht uitoefenen "alsof er geen faillissement was". Dit houdt in dat:
- De regels van executie en verhaal van buiten faillissement (dus Boek 3 BW!) van toepassing zijn
- De opbrengst blijft buiten de boedel
- De pandhouder hoeft niet de afwikkeling van het faillissement af te wachten, enkel het verbindend worden van de uitdelingslijst ex. artikel 193 FW)
- De pandhouder hoeft niet bij te dragen in de faillissementskosten ex. 182 FW.

Welke regels zijn van toepassing wanneer de pandhouder gaat executeren tijdens faillissement?

De pandhouder is separatist o.g.v. artikel 57 FW. Dit houdt in dat de pandhouder zijn recht kan uitoefenen alsof er geen faillissement was. Dit heeft tot gevolg dat op de executie door de pandhouder niet d eregels van executie tijdens faillissement van toepassing zijn, maar gewoon de regels van executie en verhaal van buiten faillissement, dus de regels uit Boek 3 BW.

Wanneer is er sprake van oneigenlijke lossing door de curator?

De curator komt met de separatist overeen dat de curator het bezwaarde goed zal verkopen en dat de separatist tegen ontvangent van de opbrengst (verminderd met een boedelbijdrage van meestal ronde 10%) afziet van de uitoefening van zijn rechten als separatist. In arrest ING/Hielkema q.q. is bepaald dat de oneigenlijke lossing wordt gezien als executie door de pandhouder als separatist ex artikel 57 lid 1 FW jo. 3:251 lid 2 BW vai onderhandse verkoop. Hierop zijn de verleggingsregeling omzetbelasting van toepassing (de omzetbelastingcomponent is geen onderdeel van de verkoopopbrengst en wordt geheven bij de koper).

Waarom moet de separatistpositie worden genuanceerd wat betreft de afkoelingsperiode?

Tijdens de afkoelingsperiode van artikel 63a e.v. FW (2 maanden en eenmalig is er verlening mogelijk door de RC met 2 maanden) is de pandhouder niet bevoegd om verhaal te nemen op de tot de boedel behorende goederen, tenzij hij hiervoor een machtiging van de RC verkrijgt. 

Het omzetten van een vuistloos pand in een vuistpand bij wijze van omzetting, waarbij er door de pandhouder fysieke afgifte wordt gevorderd, is tijdens de afkoelingsperiode niet toegestaan.

In welk wetsartikel is de afkoelingsperiode neergelegd?

Aritkel 63a e.v. FW

Wat staat er in artikel 63a FW?

Dat tijdens de afkoelingsperiode geen enkele derde verhaal mag nemen en niks mag opeisen, met uitzondering van de boedelschuldeisers.

Wanneer zal er een afkoelingsperiode worden afgekondigd?

Wanneer de curator tijd nodig heeft om te kijken welke spullen van wie zijn. Ook op verzoek van iedere belanghebbende kan o.g.v. artikel 63a e.v. FW een afkoelingsperiode worden afgekondigd.

Voor welke goederen geldt de afkoelingsperiode wanneer deze wordt afgekondigd?

Wanneer er een afkoelingsperiode wordt afgekondigd geldt deze voor alle goederen, zowel de goederen die tot de boedel van de schuldenaar behoren als de goederen die van derden zijn maar zich in de macht van de curator bevinden. De afkoelingsperiode geldt voor roerende zaken.

Welke gevolgen heft de afkondiging van een afkoelingsperiode voor de bevoegdheden van de stil pandhouder op vorderingen?

Wanneer er een afkoelingsperiode wordt afgekondigd dan heeft dit de volgende gevolgen voor de stil pandhouder op vorderingen:
- Artikel 63b FW bepaalt uitdrukkelijk dat mededeling ten tijde van de afkoelingsperiode wel is toegestaan;
- De inning van de verpande vorderingen na mededeling is ook toegestaan tijdens de afkoelingsperiode (artikel 63b lid 1 slot Fw)
- Het verhaal op het geinde is niet toegestaan tijdens de afkoelingsperiode. Het geinde moet bij een bewaarder worden gestort, zie artikel 63b lid 2 Fw
- Na de afkoelingsperiode mag de pandhouder zich verhalen op het geinde.

Waar is de inningsbevoegdheid na mededeling van de pandhouder op vorderingen neergelegd?

Artikel 3:239 lid 3 BW.

Wat voor praktisch probleem brengt het feit dat de pandhouder inningsbevoegd wordt na mededeling aan de schuldenaar?

Het doen van een mededeling vergt kennis van NA-gegevens van de debiteuren van de pandgever.

Op welk wetsartikel heeft arrest Hamm q.q./ABN Amro betrekking?

Artikel 3:239 lid 3 BW, het arrest gaat over de stille verpanding van een vordering en de mededeling die de pandhouder aan de schuldenaar van de pandgever kan doen.

Wanneer wordt een stil pandhouder van een vordering bevoegd tot mededeling?

Artikel 3:239 lid 3 BW gaat over het moment waarop de pandhouder van een stil pandrecht op een vordering mededeling kan doen aan de schuldenaar van de pandgever en waarna de pandhouder inningsbevoegd wordt. De pandhouder kan mededeling doen aan de schuldenaar van de pandgever wanneer de pandgever of de schuldenaar in zijn verplichtingen jegens de pandhouder tekortschiet of wanneer zij de pandhouder goede gronden geven om te vrezen dat in die verplichtingen zal worden tekortgeschoten. Pandgever en pandhouder kunnen ook onderling afspreken dat er een ander moment is waarop de pandhouder bevoegd wordt tot mededeling.

Wat kan de pandhouder doen wanneer de curator onrechtmatig actief tot inning overgaat?

In geval van onrechtmatige actieve inning door de curator:
- De pandhouder krijgt een boedelvordering met voorrang
- De pandhouder krijgt een concurrente vordering uit OD op de curator q.q. (in zijn hoedanigheid)
- Eventueel kan de pandhouder een vordering uit OD instellen tegen de curator pro se (als privé-persoon).

Voor welke vorderingen kan eigendomsvoorbehoud worden bedongen?

Eigendomsvoorbehoud kan worden bedongen op vorderingen die staan omschreven ina rtikel 3:92 lid 2 BW. Eigendomsvoorbehoud geldt niet voor onrechtmatige daadvordering of een vordering uit geldleen.

Wat is het standaard voorbeeld van een eigendomsvoorbehoud?

Het standaard voorbeeld om het eigendomsvoorbehoud te omschrijven is:
text-alignLeverancier draagt zijn goederen over aan afnemer en de afnemer zal doorgaans tussenhandelaar zijn want dan gaat hij spullen verwerken krijg je problemen met vermenging, zaakvorming, etc.). 
text-alignWettelijk vermoeden: opschortende voorwaarde van voldoening van de koopprijs. 
text-alignGedachte daarachter is dat leverancier eigenaar onder ontbindende voorwaarde van koopprijs wordt en de afnemer wordt eigenaar op opschortende voorwaarde van betaling van koopprijs, artikel 6:21 BW.  De afnemer is nu nog geen eigenaar van onvoorwaardelijke eigendom, maar dat wordt hij zodra hij de koopprijs betaalt.
text-align

 

Hoe zit het met het eigendomsvoorbehoud dat is afgesproken tot zekerheidstelling van vorderingen die toekomstig zijn?

Er moeten dan nog vorderingen worden betaald, en omdat die nog niet zijn betaald blijven die vorderingen bij de leverancier. In artikel 3:92 is neergelegd dat dit mag (limitatief opgesomd = opsomming waar niets meer bij komt): 1. Vordering tot levering van zaken; 2. vordering tot levering van diensten en 3. voor tekortkomingen van die genoemde vorderingen.

Wat is een limitatieve opsomming?

Een opsomming waar niets meer bij komt.

Kan er een eigendomsvoorbehoud worden gemaakt voor toekomstige vorderingen?

Ja, binnen de grenzen van artikel 3:92 lid 2 BW.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo