Surseance van betaling - Einde van de surseance - Inleiding
3 belangrijke vragen over Surseance van betaling - Einde van de surseance - Inleiding
Wijzen waarop de surseance kan eindigen
- Verloop van termijn waarvoor de surseance is verleend (max 1,5 jaar 223 lid 1, kan verlengd worden, lid 2)
- Intrekking op grond van art 242
- Intrekking omdat de schuldenaar zijn betalingen kan hervatten ( regeling is voldoende)
- Verwerping van het ontwerpakkoord, verlening of weigering van homologatie en ontbinding van het akkoord.
Intrekking surseance op grond van 242
- Schuldenaar maakt zich schuldig aan boedelbeheer te kwader trouw (verzwijgen bestaan van schulden)
- Schuldenaar benadeelt zijn schuldeisers
- De schuldenaar handelt zonder medewerking van de bewindvoerder
- De schuldenaar laat na te doen wat de rechtbank of bewindvoerder van hem verlangt
- De staat van de boedel is dusdanig dat handhaving van de surseance niet wenselijk is of de schuldeisers (preferent en concurrent) na verloop van tijd waarschijnlijk niet bevredigd kunen worden.
In eerste en laatste geval is bewindvoerder verplicht om intrekking te verzoeken.
Gevolgen wanneer de curator geen machtiging heeft gevraagd
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden