Zakelijke zekerheidsrechten op lichamelijk roerende goederen - Bijzondere voorrechten op roerende goederen ( Hyp.W.) - Voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak

4 belangrijke vragen over Zakelijke zekerheidsrechten op lichamelijk roerende goederen - Bijzondere voorrechten op roerende goederen ( Hyp.W.) - Voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak

Wat zijn de voorwaarden die vervuld moeten zijn om een voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak te hebben?

  1. Je kan enkel de gewaarborgde schuldvordering claimen (interesten of schadebedingen niet)
  2. Behoud kan feitelijk of juridisch zijn
  3. Gaat over behoud, niet verbetering of verfraaiing
  4. Voor behoud van roerende goederen, voorrecht denkt nooit kosten voor behoud van onroerende goederen, uitz. voorrecht speelt wel op goederen die onroerend zijn geworden door incorporatie igv bedrijfsmateriaal (5jaar beschermd) art. 20, 5° lid 3 Hyp.W.
  5. Moet gaan over specifieke goederen

Waarop heeft het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak betrekking?

Men is enkel bevoorrecht op de zaak waarvoor de kosten zijn gemaakt.
  • voorrecht kan enkel worden uitgeoefend indien het goed nog aanwijsbaar bestaat, eventueel zakelijke subrogatie wanneer er geen vermenging is

Welke plaats neemt het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak in, in conflict met andere bijzondere voorrechten?

Oplossing conflict in art. 22 Hyp.W.: tweede rang na het voorrecht van de gerechtskosten
igv de andere voorrechten waarmee in conflict komt ouder zijn.

Zijn er nieuwere voorrechten ontstaan na het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak, dan primeren deze.

TENZIJ de jongste schuldeiser met het nieuwe voorrecht kennis heeft van het bestaande voorrecht mbt kosten van de zaak. In dat geval primeert het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke rang neemt het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak in, in conflict met algemene voorrechten?

Algemene voorrechten uit art. 19, 1° en 2° die later zijn ontstaan (jonger zijn dan het bijzonder voorrecht) primeren op het voorrecht mbt kosten van de zaak.

Algemene voorrechten uit art. 19, 3° worden steeds geprimeerd door het voorrecht mbt kosten tot behoud van de zaak.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo