Faillissement - Verloop van het faillissement - Bestaande overeenkomsten

39 belangrijke vragen over Faillissement - Verloop van het faillissement - Bestaande overeenkomsten

Voor wie heeft de faillietverklaring gevolgen?

De faillietverklaring heeft niet alleen gevolgen voor de schuldeisers en separatisten, maar ook voor contractpartijen van de schuldenaar heeft de faillietverklaring gevolgen.

Waarom heeft de faillietverklaring gevolgen voor contractpartijen van de schuldenaar?

Op het moment dat de schuldenaar failliet wordt verklaard is hij niet meer bevoegd om over zijn vermogen te beschikken en het te beheren.

Wat staat er in rechtsoverweging 3.6.1 van arrest Koot/Tideman met betrekking tot wederkerige overeenkomsten?

Bij wederkerige overeenkomsten die ten tijde van de faillietverklaring nog niet of niet geheel zijn nagekomen (ook lopende duurovereenkomsten hieronder begrepen) gaat de faillissementswet uit van het volgende stelsel. Op zichzelf brengt de faillietverklaring geen wijziging in de verbintenissen die voortvloeien uit een overeenkomst. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welk onderscheid is van belang voor de invloed van de faillietverklaring op de (uitvoering van) wederkerige overeenkomsten?

Voor de invloed van de faillietverklaring op wederkerige overeenkomst is het van belang of er sprake is van een eenmalige prestatie over en weer of dat er sprake is van een overeenkomst met een duurkarakter.

Wanneer kan een schuldeiser de curator wel verplichten om de eenmalige prestatie-overeenkomst alsnog na te komen?

Wanneer de wederpartij in geval van roerend zaken het recht van reclame heeft (artikel 7:39 e.v. BW) of wanneer de wederpartij in geval van resgiergoedering de zogenaamde Vormerkung (artikel 7:3 BW) bezig.

Wat als de wederpartij de curator niet kan verplichten de vordering na te komen, wat moet hij dan doen?

De wederpartij moet dan een vordering tot vervangende schadevergoeding bij de curator indienen. In de praktijk levert een dergelijke concurrente vordering meestal niets op.

Wat als de wederpartij wegens de tekortkoming in de nakoming overgaat tot de ontbinding van de koop?

Wanneer de wederpartij bij de tekortkoming overgaat tot ontbinding van de koop, dan verkrijgt hij slechts een concurrente zie artikel 37a FW.

Wat als de schuldenaar al wel heeft gepresteerd, maar de wederpartij nog moet presteren?

Wanneer de schuldenaar failliet wordt verklaard en de wederpartij moet presteren dan verandert het faillissement hier niet veel aan. Behalve dat de wederpartij nu aan de curator moet presteren en niet aan de gefailleerde.

Waarom ligt de situatie van een wederkerige duurovereenkomst tussen partijen een stuk minder eenvoudig dan een wederkerige overeenkomst met een eenmalig karakter?

In geval van een wederkerige overeenkomst met duurkarakter willen partijen  in geval van een tussentijds faillissement de verhouding wel voor de toekomst aanpassen, maar niet voor het verleden. Het ongedaan maken van al verrichte prestaties is niet altijd wenselijk en soms zelfs buitengewoon lastig.

Waarom willen partijen de tussen hen gesloten wederkerige duurovereenkomst in geval van faillissement hoogstwaarschijnlijk niet ontbinden o.g.v. artikel 6:265 BW?

Partijen zullen in geval van een faillissement waarschijnlijk de wederkerige duurovereenkomst niet willen ontbinden op grond van artikel 6:265 e.v. BW omdat dit zou betekenen dat alle in het verleden verrichtte prestaties ongedaan zouden moeten worden gemaakt, dit zal hoogstwaarschijnlijk onuitvoerbaar zijn. Als het onmogelijk is de overeenkomst in stand te houden dan zullen partijen van elkaar af moeten komen met instandhouding van het verleden. Dit kan zonder ontbinding op verschillende manieren worden bereikt.

Wanneer komt artikel 37 BW in beeld bij wederkerige duurovereenkomsten?

Wanneer partijen in de duurovereenkomst geen beding hebben opgenomen tot automatische of eenzijdige beëindiging bij faillissement.

Wat bepaalt artikel 37a BW?

Wanneer de wederpartij de overeenkomst ontbindt of opzegt o.g.v. een bepaling uit de overeenkomst of dat zij een recht tot schadevergoeding heeft verkregen doordat de schuldenaar tekortschiet in zijn nakoming, die wordt gezien als concurrent schuldeiser.

Is artikel 37 FW alleen van toepassing op wederkerige duurovereenkomsten?

Artikel 37 is van toepassing op zowel eenmalige als duurzame wederkerige overeenkomsten waarbij partijen over en weer nog geheel of gedeeltelijk moeten presteren. De wederpartij kan in een dergelijk geval aan de curator een termijn stellen waarbinnen de curator moet aangeven of hij de overeenkomst gestand doet/na zal komen.

Wat zijn de mogelijkheden die partijen van een wederkerige overeenkomst hebben wanneer over en weer niet volledig gepresteerd is?

1. Aan de partijen komt het opschortingsrecht toe, artikel 6:52 BW;
2. De exceptio non adimpleti contractus (6:262 BW) = dat de ene partij de verbintenis opschort wanneer de ander haar verbintenis niet nakomt; en de laatste mogelijkheid is
3. De onzekerheidsexceptie, artikel 6:263 BW.

Wat is bepaald in artikel 6:52 BW?

In artikel 6:52 BW is bepaald dat de schuldenaar bevoegd is om de nakoming van zijn verbintenis op te schorten wanneer hij een opeisbare vordering heeft op zijn schuldeiser. Er moet bij een dergelijk geval wel sprake zijn van voldoende samenhang tussen de vordering en de verbintenis voldoende samenhang bestaat om de opschorting te rechtvaardigen.

Lid 2:
Er is sprake van voldoende samenhang als de verbintenissen over en weer voortvloeien uit dezelfde rechtsverhouding of wanneer de verbintenissen over en weer voortvloeien uit zaken die partijen regelmatig met elkaar hebben gedaan.

Hoe kan de wederpartij een einde maken aan de onzekerheid of de curator van plan is te gaan presteren of juist niet gaat presteren?

Tot het moment waarop de curator heeft besloten of hij wel of niet gaat presteren moet de wederpartij er rekening mee houden dat zij wellicht in de toekomst ook nog moet gaan presteren of anders de overeenkomst moet ontbinden. Om aan die onzekerheid een einde te maken kan de wederpartij de curator een termijn stellen waarbinnen de curator moet beslissen wat hij gaat doen, tenzij de nakoming door de gefailleerde persoonlijk moet worden verricht (artikel 37 lid 3 FW).

Wat als de curator aangeeft dat hij de overeenkomst zal uitvoeren?

De curator zal de overeenkomst uitvoeren/nakomen wanneer hij van menig is dat het voordelig voor de boedel is. De wederpartij is bij een dergelijke nakoming door de curator normaal gesproken verzekerd van nakoming en dus hoeft zij haar eigen prestatie niet te staken of op te schorten. De vordering van de wederpartij wordt in een dergelijk geval een boedelvordering. de curator moet voor zijn nakoming zekerheid stellen (artikel 37 lid 2 BW).

Welk artikel is van toepassing indien iemand besluit tot het stellen van zekerheid?

Artikel 6:51 BW.

Wat als de curator niet binnen de gestelde termijn tot gestanddoening van de verbintenis reageert of het verzoek tot gestanddoening uitdrukkelijk afwijst?

Als de curator niet binnen de gestelde termijn tot gestanddoening van de verbintenis reageert of het verzoek tot gestanddoening uitdrukkelijk afwijst, dan leidt dat ertoe dat de wederpartij niet meer hoeft te presteren, de curator is dan niet meer bevoegd om nakoming te vorderen. De wederpartij kan de overeenkomst dan nog ontbinden, maar dat is niet vereist. De vordering die hieruit voortvloeit kan zij als concurrente vordering bij de curator ter verificatie indienen, artikel 37a jo. 26 FW.

Wanneer kan de curator, zonder dat dit uit de overeenkomst voortvloeit, toch een wederkerige overeenkomst opzeggen?

Wanneer er sprake is van een huur- en pachtovereenkomst kan de curator de wederkerige overeenkomst opzeggen wanneer de huurder of pachter failliet wordt verklaard.
Wanneer er sprake is van een arbeids- of agentuurovereenkomst kan de curator de wederkerige overeenkomst opzeggen wanneer de werkgever of de principaal failliet gaat.

Welke belangen staan er bij een faillissement van de huurder tegenover elkaar?

Aan de ene kant is het voor de verhuurder onzeker of hij de huurpenningen nog wel zal ontvangen. Aan de andere kant bevindt zich de curator die door de huurovereenkomst de schuldenlast ziet oplopen en wellicht de huurovereenkomst wil beëindigen. Wanneer er reddingspogingen worden ondernomen wil hij wellicht de huurovereenkomst in stand houden met oog op de continuering van de activiteiten. 
Om aan beide belangen tegemoet te komen heeft de wetgever de regeling voor de huurovereenkomst in de wet opgenomen, artikel 39 FW.

Wie kan de huurovereenkomst tussentijds beëindigen in geval van faillissement?

Zowel de curator als de verhuurder kan de huurovereenkomst tussentijd beëindigen wanneer de huurder failliet wordt verklaard, ook als er nog geen enkele tekortkoming bij de verhuurder of gefailleerde huurder is geweest. 

Verplicht de regeling uit artikel 39 FW de partijen tot schadevergoeding?

Artikel 39 FW is een vorm van regelmatige beëindiging van de huurovereenkomst die in beginsel geen van de partijen tot schadevergoeding verplicht. De verhuurder kan geen schadevergoeding vorderen als de huurder op deze grond opzegt, en het is zelfs zo dat een eventuele bankgarantie die daarvoor was gesteld voor de verhuurder, niet ten nadele van de boedel mag worden ingeroepen.

Welke twee zorgen heeft een werknemer wanneer zijn werkgever in staat van faillissement wordt verklaard?

Net als bij surseance van betaling heeft de werknemer twee zorgen wanneer zijn werkgever in staat van faillissement wordt verklaard. Allereerst wat betreft de loondoorbetaling en alles wat daarmee samenhangt (vakantiegeld, winstdeling, 13e en 14e maand, etc.). Het faillissement van de werkgever heeft (in tegenstelling tot surseance van betaling) wel invloed op de werknemer voor zijn (eventueel achterstallige) betalingen als preferente schuldeiser. 
De tweede zorg is het voortbestaan van zijn baan. De werknemer moet bij faillissement vrezen voor ontslag door de curator, in een dergelijk geval eindigt zijn dienstverband.

Welke regeling is van belang in geval van een arbeidsovereenkomst bij faillissement?

Artikel 40 FW.

Wat is het voordeel van artikel 40 FW voor de werknemer en de curator?

De werknemer heeft tijdelijk nog zijn baan, en zijn loonvordering is een boedelschuld. En de curator kan op redelijk korte termijn de arbeidsovereenkomst opzeggen en nog tijdelijk gebruik maken van de diensten van de werknemers.

Wat is een belangrijk verschil tussen de surseance van betaling en het faillissement m.b.t. de beëindiging van de arbeidsovereenkomst?

Een belangrijk verschil met de surseance van betaling is dat in faillissement niet alleen de werknemer de arbeidsovereenkomst op kan zeggen, maar dat ook de curator hiertoe bevoegd is.

Maakt het uit of de werknemer of de curator de arbeidsovereenkomst opzegt?

Ja dit maakt een groot verschil. Wanneer de werknemer de arbeidsovereenkomst opzegt, ontstaat er geen boedelschuld maar is er sprake van een concurrente schuld. Wanneer de curator de arbeidsovereenkomst opzegt is er sprake van een boedelschuld.

Ook loopt de werknemer het risico dat het UWV WERKbedrijf zich op het standpunt stelt da de werknemer niet onvrijwillig werkloos is geworden in de zin van artikel 24 WW en daarmee zijn recht op een WW-uitkering op grond van artikel 61 e.v. WW heeft verspeeld.

Wat is de opzegtermijn van de arbeidsovereenkomst in geval van faillissement?

De overeengekomen of wettelijke opzegtermijn moet in acht worden genomen. Echter voor de opzegtermijn van de arbeidsovereenkomst in geval van faillissement geldt een maximum opzegtermijn van zes weken, ongeacht of er sprake is van een overeenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. Ook dit is een belangrijk verschil met de surseance van betaling!, daar geldt die begrenzing niet. 
Ontslagverboden uit artikel 7:670 e.v. gelden niet in geval van faillissement.

Is voor een ontslag door de curator de toestemming van UWV WERKbedrijf vereist?

Voor een ontslag door de curator is geen toestemming van UWV WERKbedrijf vereist, wel heeft de curator de machtiging nodig van de rechter-commissaris, artikel 68 lid 2 FW. In de praktijk wordt deze toestemming vaak zonder wezenlijke toetsing door de RC afgegeven.

Wat als de curator de arbeidsovereenkomsten van 20 of meer werknemers wil beëindigen?

Wanneer de curator het contract van 20 werknemers of meer wil beëindigen dan komt de Wet melding collectief ontslag in beeld, artikel 3 Wmco. De curator moet de beëindiging melden aan de belanghebbende vereniging, d.w.z. vakbonden en dergelijke. Wanneer hij dit niet doen dan mag hij wel direct opzegging, maar zijn de opzegging en de beëindigingsovereenkomst gedurende zes maanden vernietigbaar: artikel 7 Wmco.

Wat staat er in artikel 3 Wmco?

Dat wanneer een werkgever van 20 personen of meer binnen een tijdsbestek van 3 maanden de arbeidsovereenkomst op wil zeggen. Dan moet hij het collectieve ontslag melden bij de belanghebbende werknemersverenigingen. In lid 2 zijn de vereisten genoemd die in de (schriftelijke) melding moeten staan vermeld.

Wat staat er in artikel 5a Wmco?

De werkgever kan de overeenkomst niet eerder opzeggen dan een maand nadat het voornemen bij de belanghebbende werknemersverenigingen is gemeld, mits de werknemersverenigingen met het collectieve ontslag kunnen verenigen en dat binnen die maand hebben aangegeven.

Wat staat er in artikel 7 Wmco?

IN artikel 7 Wmco staan in lid 1 de gronden genoemd die maken dat de gesloten beëindigingsovereenkomst vernietigbaar is:
1. Als de werkgever geen melding heeft gemaakt van het collectieve ontslag;
2. Als de werkgever de belanghebbende vereniging van werknemers en de ondernemingsraad niet heeft geraadpleegd; of
3. Als de werkgever eerder opzegt dan de in artikel 5a Wmco genoemde termijn van een maand.

De werknemer is bevoegd om binnen 6 maanden na de opzegging van de arbeidsovereenkomst of het aangaan van de beëindigingsovereenkomst een beroep te doen op een vernietigingsgrond uit het eerste lid.

Is artikel 40 de enige manier om tijdens faillissement de arbeidsovereenkomst op te zeggen?

Nee,
1. de arbeidsovereenkomst kan ook via de kantonrechter worden ontbonden o.g.v. artikel 7:685 BW.
2. de werknemer is bevoegd de arbeidsovereenkomst door e rechter te laten ontbinden wanneer de werkgever nalatig is in de loonbetaling, artikel 6:265 e.v. BW;
3. ook kunnen de curator en werknemer in gezamenlijk overleg de arbeidsovereenkomst beëindigen.

Deze wegen worden vrijwel nooit gekozen ten tijde van faillissement omdat artikel 40 FW de makkelijkste oplossing biedt.

Wat is bepaald in artikel 7:685 BW?

Dat beide partijen waartussen een arbeidsovereenkomst is gesloten bevoegd zijn om bij de kantonrechter ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken op grond van gewichtige redenen.

Blijft een concurrentie- of relatiebeding na faillissement van kracht?

Artikel 7:653 BW bepaalt dat een overeengekomen concurrentie- of relatiebeding van kracht blijft na het faillissement; want zoals bekend is de hoofdregel dat het faillissement niet de minste invloed uitoefent op de overeenkomst, er zijn echter plannen om deze regel af te schaffen of sterk in werking te beperken.

Heeft de werknemer recht op schadevergoeding wanneer hij wordt ontslagen o.g.v. artikel 40 FW?

Wanneer er ontslag plaatsvindt op grond van artikel 40 FW ontstaat er geen schadevergoedingsplicht, De werknemer heeft bij opzegging op deze grond door de curator dus geen recht op een schadevergoeding in geval van kennelijk onredelijk ontslag.

Geldt artikel 40 FW ook in geval de werknemer in staat van faillissement wordt verklaard?

Wanneer de werknemer in staat van faillissement wordt verklaard geldt artikel 40 FW niet. De werkgever moet dan terugvallen op de algemene regeling van artikel 37 FW of het gewone arbeidsrecht om zijn belangen veilig te stellen en de werknemer gewoon zijn werk laten doen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo