Samenvatting: Inspanningsfysiologie Werkgroep 8

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Inspanningsfysiologie werkgroep 8

  • 1 Inspanningsfysiologie werkgroep 8

    Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wanneer is de werking van het PZS van belang in sport en bewegen?

    Na sport: tijdens de rust en in de herstelfase. Dit is zodat je na het sporten weer activiteit kan leveren.
  • Wie herstellen beter: getrainde mensen of ongetrainde mensen?

    Getrainde mensen.
  • Waarom zijn endocriene veranderingen tijdens inspanningen minder belangrijk dan sympathische activatie?

    Hormonen reageren trager dan AZS. Ze spelen wel een belangrijkere rol tijdens lange inspanning en tijdens de herstelfase (meer insuline vrij na sport).
  • Waar zorgen hormonen voor tijdens lange inspanning?

    Adrenaline afgifte bijniermerg, meer afgifte cortisol (zorgt voor lipolyse en gluconeogenese), verandering insuline/glucagon ratio (minder insuline): meer glucose vrij voor spieren.
  • Wat is de relatieve bijdrage van de energiesystemen tijdens een marathon (3 uur) van start tot eind?

    - In eerste 5 seconden: Kleine ATP voorraad
    - In eerste 30 seconden: Fosfaataccu (creatininefosfaat, ATP) in spier
    - In eerste 5 minuten: anaerobe verbranding (glycogeen, glucose), wordt nooit helemaal 0 maar daalt langzaam
    - De hele tijd (minst in begin): aerobe verbranding (vetten, glucose, glycogeen)
  • Waar haal je het meeste energie uit?

    Koolhydraten. Vetten bevatten meer energie maar het kost veel energie om af te breken, dus uiteindelijk krijg je er 2x minder ATP uit.
  • Substraat glucose: waar ligt het opgeslagen, hoe groot is de voorraad, wat is het verschil tussen mannen en vrouwen?

    Als glycogeen opgeslagen in lever (100g) en spieren (400g). Als vrij glucose in bloed (3g) (als een man van 80kg). De voorraad is eindig. Mannen kunnen meer glycogeen opslaan omdat ze meer spiermassa hebben.
  • Substraat vetten: waar ligt het opgeslagen, hoe groot is de voorraad, wat is het verschil tussen mannen en vrouwen?

    Als vetzuren (triglyceriden) opgeslagen in spieren en vet. De voorraad is oneindig. Mannen hebben 15% vet, vrouwen hebben 25% vet. Vrouwen kunnen meer vet verliezen (10%) en mannen minder (5%).
  • Wat voor vet verlies je als je afvalt?

    Niet centraal vet, je traint dus de niet centrale vet voorraden. Vet tussen organen blijft daar.
  • Wat is het verschil tussen matige intensieve inspanning en intensieve inspanning?

    - Matige intensieve inspanning (60-70% vermogen): dit voorkomt glycogeen uitputting. Je bent nu meer vet aan het verbranden dan glucose.
    - Intensieve inspanning (>70% vermogen): je verbrandt nu voornamelijk glucose (zo haal je het meeste uit de zuurstof die je hebt): de ATP levering gaat sneller.
LET OP!!! Er zijn slechts 37 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Inspanningsfysiologie Werkgroep 8