Samenvatting: Instellingen

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Instellingen

• 0 Inleiding

• 0.1 Centrale overheid vs. ondergeschikte besturen

  Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Voor wat is de federale overheid bevoegd?

  Ze is bevoegd voor het hele land en staat in voor bijvoorbeeld het leger.

• Voor wat is een regionale overheid bevoegd?

  Voor bijvoorbeeld het onderwijs.

• Hoe worden de beslissingen door een regionale overheid genoemd?

  Decreten

• Wat is het verschil tussen een regionale en een federale overheid?

  Federaal gaat over heel het land en regionaal over een deel van het land.

• Wat zijn de overeenkomsten tussen een regionale en federale overheid?

  Ze hebben evenveel macht en dus hun beslissingen ook. (Wet: sociale zekerheid. Decreet: Werkloosheid in Vlaanderen)

• 0.2 Wetgevende vs. uitvoerende macht

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is de relatie tussen de uitvoerende- en wetgevende macht?

  De wetgevende controleert de uitvoerende macht. Omdat ministers omgaan met het geld van de belastingbetaler. Die laatste geeft de opdracht aan de wetgevende macht om toe te kijken op het goed besteden van zijn geld.

• 1 Belgische instellingen

• 1.1.1.1.1 Koning

  Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1.1.1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het bekrachtigen van de wetten?

  De koning moet een handtekening zetten voor goedkeuring. Daarnaast moet hij de wetten afkondigen en dus doorsturen naar het Belgisch Staatsblad. 

• Welke wetgevende macht heeft de koning?

  Initiatiefrecht, amenderingsrecht en bekrachtiging van de wetten.

• 1.1.1.1.2 Federaal parlement

  Dit is een preview. Er zijn 28 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1.1.2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de uitzonderingen op de parlementaire onschendbaarheid?

  • Een onderzoek kan blijven lopen.
  • Kamer of Senaat mag onschendbaarheid opheffen door stemming.

• Wat is parlementaire onverantwoordelijkheid?

  Binnen het halfrond geldt freedom of speech, waardoor niemand op vingers getikt kan worden (racisme en negationisme mag).