Institutionele economie

24 belangrijke vragen over Institutionele economie

Waarom bestaan er naast markten ook bedrijven en andere organisaties?

Dat is een besparing op de transactiekosten

Waarom wordt op de arbeidsmarkt de arbeid als regel niet per uur gekocht en verkocht, maar via vaste, langlopende contracten?

Dergelijke listed prices dragen bij aan een betrouwbare kwaliteit van het geleverde aanbod en besparen zo op de informatie kosten.

Waarom kan de overheid een efficiente institie zijn om het aanbod van bepaalde goederen en voorzieningen te garanderen?

Dat is met name het geval bij goederen met relatief omvangrijke externe effecten die veel transactiekosten tussen partijen met zich mee zouden brengen wanneer geprobeerd zou worden om de optimale hoeveelheid ervan door middel van vrijwillige onderhandelingen en ruil te bepalen.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarom kan een samenleving als geheel baat hebben bij macro instituties, zoals bijvoorbeeld werkgevers en werknemerskoepels die met elkaar op nationaal niveau overleggen over loonmatiging?

Dergelijke instanties generen vertrouwen en kunnen daarmee transactiekosten verlagen in een economie; in dit geval de transactiekosten die de overheid moet maken om partijen te overtuigen dan loonmatiging gewenste is ter wille van werkgelegenheidscreatie. Dit is het voordeel van het poldermodel.

Waarom kunnen bestaande instituties ook gan disfunctioneren?

Wanneer de ananlyse van instituties wordt gedynamiseerd, kan blijken dat ze niet meer goed passen in een veranderende economische omgeving of dat ze met het klimmen der jaren fricties en vertragingen in de hand gaan werken. Dan worden ze juist een bron van transactiekosten in plaats van transactiekosten te verminderen.

Veronderstellingen (zijn niet altijd waar) van het neo klassiek model:

1. Consumenten zijn een holistische eenheid, ze zijn rationeel.
2. Er heerst methodologisch individualisme; vooral eigenbelang, als jij werknemers hun eigen gang laat gaan dan zullen zij hun inkomen steeds meer maximaliseren door mensen onder zich aan te nemen. Dit zorgt dus voor groei van de overheid..
3. Er is een maximeringsgedrag. Consumenten streven zoveel mogelijk welvaart na en ondernemingen streven zo veel mogelijk winst na.
4. Markten zijn transparant.
5. Transacties zijn kosteloos.
6. Producten zijn homogeen.

Kritiekpunten op het neo klassieke model

1. Er zijn deelmarkten
2. Er is sprake van monopolistiche concurrentie (heterogeniteit)

Leg de privaatrechtelijke oplossing van Ronald Coace uit.

Er wordt geproduceerd en dan heb je vaak negatieve externe effecten, zoals geluidsoverlast, milieuvervuiling. Ronald Coace zegt; vroeger was het zo als er veel externe negatieve effecten waren dan werd een bedrijf gesloten, maar volgens Ronald moet de overheid daar niet tussen gaan staan. Het probleem moet privaatrechtelijk worden opgelost (met een geldbedrag). De vervuilde moet gecompenseerd worden door de vervuiler, met sociale kosten.

Gebonden rationaliteit ( bounded personality)

Omdat je bepaalde beslissingen in het verleden hebt gemaakt, moet je dat nu doorzetten. Het is nu onverstandig om opeens te stoppen. (bijv. de metro)

Wat houdt de wet van Gresham in?

Slecht geld verdringt goed geld. (slechte auto’s komen op marktplaats, goeie auto’s worden ingeruild bij de dealer, als je een goede auto op marktplaats zet, dan krijg je daar een te lage waardering voor, omdat hij tussen de slechte auto’s staat)

De verzekeraar wil goede klanten binnenhalen. Die geen schade maakt. Hoe kan de verzekeraar averechste selectie tegen gaan?

1. Hoog eigen risico keuze open laten, mensen die een hoog eigen risico hebben zijn goede klanten, want die weten dat ze niet veel risico lopen.
2. Keuren, mensen uitgebreide toelatingsprocedures laten ondergaan. dat je alles weet over deze mensen. (keuringen/vragenlijsten)
3. Mensen accepteren dat er een averechtse selectie is omdat men vindt dat er een verplichte solidariteit moet zijn. Dat de sterke de zwakke steunen, gezonder mensen moeten maar betalen voor de ongezonde mensen. Als je een verplichte verzekering hebt, dan betekend dat automatisch dat je een verplichte solidariteit hebt.

Voor een deel zijn de mogelijkheden die een verzekeraar heeft om het moral hazard probleem te lijf te gaan, hetzelfde als inzet geval van averechtse selectie. Wat zijn deze mogelijkheden?

- Meer informatie genereren (controleren of de verzekerde voldoende voorzorg in acht heeft genomen)
- Eigen risico toepassen
- Een verplichte verzekering

Wat is de principel agent theory?

De principaal kan niet alles zelf doen, dus hij geeft wat werkzaamheden aan zijn ondergeschikten, die worden geacht alles zo efficient mogelijk te doen. Of deze agenten dat daadwerkelijk wel of niet doen, is geheel of gedeeltelijk aan de waarneming van de principaal onttrokken. De agenten kunnen dus meer of minder hard werken aan de doelen van de principaal. > motivatie-inefficienty: ontstaat doordat de agent zijn eigen doelen nastreeft en niet die van de principaal.

Leg de fout van de eerste, de tweede en de derde orde uit (verzorgingstaat)

In Den Haag is er laatst iemand een uitkering geweigerd. Den Haag stond op z'n kop. De ambtenaar is ontslagen want hij had te onrechte een uitkering geweigerd.(1e orde fout) Gevolg: zijn collega’s gaan iedereen accepteren, die willen hun baan niet kwijt raken, heel veel mensen krijgen ten onrechte een uitkering (2e orde fout). Als je de 1e orde fout niet terug dringt  grote 2e orde fouten. Je krijgt een 3e orde fout als ze de uitkeringen gaan verlagen omdat te veel mensen een uitkering krijgen.

Leg de property rights theorie uit:

Je moet je voortdurend afvragen ‘wie is nou eigenaar van wat?’. Als je weet wie de eigenaar is, dan weet je ook wie de externe effecten veroorzaakt en wie hier last van heeft. (voorbeeld: geluidsoverlast, milieuvervuiling bij Schiphol. Is Schiphol eigenaar van het gebied, of zijn de omwonenden eigenaar van schone lust en rust).

Wie is eigenaar van wat en hoe wordt dit eigendom aangetast > meestal doet de vervuiler dit > moet compensatie betalen > kosten hiervan moet hij opnemen in zijn kostprijs > internalisering. Het internaliseren van kosten. (kankeronderzoek in sigaretten?)

Waar richt de transactiekosten theorie zich op?

Op economische transacties. Van belang is dat, afhankelijk van hoe een transactie wordt gevormd, ze gepaard gaan met transactiekosten. De uitkomst van deze theorie is dat de concurrerende processen in een samenleving zodanig werken dat de organisatievormen en insitituties die op enig moment bestaan en overleven, dit doen omdat ze lagere transactiekosten met zich meebrengen dan andere vormen. Deze benadering levert dus een efficiencyverklaring op van de evolutie van organisatievormen in de samenleving.

Hoe moet de eigenaar de manager controleren (principal agent theorie), de kosten:

- Monitoren
- Bonding costs (additionele kosten die hij maakt)
- Suboptimale bedrijfsresultaat (manager doet het prima, maar doet niet zijn uiterste best om het beste bedrijfsresultaat te behalen. Er wordt wel winst gehaald, maar niet de optimale winst, dat loopt de eigenaar mis) 

Wat is voortgekomen uit de principal agent theorie?

1. Corporate governance > je mag nooit meer dan 5 commissariaten hebben, bedrijven mogen ook gee wederzijds lang hebben, salariering van de directie is openbaar/transparant.
2. Monitoren bij teamproductie
3. Prestatieprikkel intensiteitsprincipe
4. Prestatieprikkels die deeltaken moeten prikkelen kan een verkeerde waardering weergeven. (manager doet verschillende taken, hoe waardeer je die verschillende taken)

Hoe kan je overinvestering van de manager te gaan?

1. Lage solvabiliteitsquote > betrekkelijk weinig leningen, overinvestering wordt hierdoor niet meer mogelijk. Door al veel vreemd vermogen te hebben, kan de manager niet nog niet meer gaan lenen.
2. Beloningsstructuur van de manager aanpakken > bonussen naar beneden, afvloei regeling naar beneden, doelen congruent maken.
3. Raad van commissarissen, rol van de AvA (streng en actief zijn), Raad van Advies. Het bestuur moet actief controleren.

Hoe moet je de agent nou belonen?

1. Input benadering: kijk je naar hoeveel mensen wel/niet doen. Bij bijvoorbeeld slechte werknemers kijk je naar de uren.
2. Output benadering: hoeveel producten maakt hij in een uur. Kijken naar de resultaten, op basis hiervan geef je een beloning.

Wat zijn publieke aanbod monopolies?

Je hebt niet de keuze om iets publiek/privaat te doen. Dit is het leger, de belastingdienst, sociale dienst, de sociale verzekerheidsinstellingen. Deze kan je niet privatiseren.

Wat was de vroege rol van de sociale zekerheid en welke is dat nu?

De sociale zekerheid bood vroeger een inkomensgarantie. Nu gaat het vooral om de hulp bij het krijgen van een nieuwe baan > re-intergratie stimulans. Er voor zorgen dat je flexibeler op de markt staat (smeermiddelfunctie)

Wat houdt het tijdconsistentie probleem in?

Politiek heeft de neiging om teveel centjes uit te geven op zijn eigen populariteit op te schroeven. De kiezer houdt van Sinterklaas, niet van een bezuiniger. Hierdoor wordt de Financiering overgelaten aan de volgende generatie (ik heb er zelf geen last meer van). Dit is een korte termijn redenering van de politiek (inflationary bias)

Wat houdt de dutch disease in?

Als je weinig kan en niet zo veel wil werken dan moet je in Nederland blijven. Kan je veel en wil je werken dan moet je naar het buitenland. Dus de kwaliteit van de beroepsbevolking gaat achteruit. Te hoge arbeidsinkomensquotum, 80% van de kosten zijn loonkosten. Die andere 20% is rente en winst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo