Verdragenrecht - Totstandkoming - Sluiting en inwerkingtreding
3 belangrijke vragen over Verdragenrecht - Totstandkoming - Sluiting en inwerkingtreding
Hoe kan een ondertekening die op zichzelf niet tot binding leidt, toch rechtsgevolgen hebben?
- Staten die een verdrag hebben ondertekend dat bekrachtigd dient te worden, moeten zich onthouden van handelingen die een verdrag zijn voorwerp en doel zouden ontnemen.
- Staten kunnen overeenkomen om vanaf het moment van ondertekening verdragen voorlopig toe te passen (vaak bij spoedeisende zaken).
Wanneer treedt een verdrag in werking?
- Als voldoende staten hun instemming om door het verdrag gebonden te worden tot uitdrukking hebben gebracht (inwerkingtreding).
- Bekrachtiging en toetreding hebben dus geen directe rechtsgevolgen: inwerkingtreding vereist
- Hoeveel staten een verdrag moeten bekrachtigen verschilt per verdrag. Bilaterale verdragen treden in werking zodra beide staten het verdrag hebben bekrachtigd.
Stel dat NL een verdrag heeft ondertekend, maar het is nog niet in werking getreden, is het dan gebonden aan de bepalingen?
- Als Nederland een verdrag heeft ondertekend, betekent dit dat een vertegenwoordiger van de staat, zijn of haar handtekening onder het verdrag heeft gezet, maar nog niet dat de staat aan het verdrag is gebonden. Het verdrag moet immers nog bekrachtigd worden (oftewel geratificeerd worden).
- Bekrachtiging is een internationale handeling waarmee een staat zijn instemming om door een verdrag te worden gebonden kenbaar maakt. Maar op grond van art. 18 (b) verdragenverdrag mag een partij die een verdrag heeft ondertekend, maar nog niet bekrachtigd heeft geen handelingen verrichten die in strijd zijn met voorwerp en doel van een verdrag.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden