Gedrag - b. Ontwikkeling van leren
5 belangrijke vragen over Gedrag - b. Ontwikkeling van leren
Welke factoren beïnvloeden succesvol conditioneren?
Contiguity (naburigheid) = tijd tussen US (ongeconditioneerde stimulus) en CS zijn
Information: intuïtieve relatie tussen US en CS
Inhibition: leren van een negatieve relatie tussen US en CS
Salience (kwaliteit): het type US en CS bepaald of de conditionering succesvol is.
Wat is een averse stimulus?
Een negatieve stimulus, een stimulus die niet prettig is.
Wat is passief vermijdingsgedrag?
Gedrag veranderen dmv negatieve stimulus.
Voorbeeld: kikker bijen voeren. Bijen steken in zijn mond. Vervolgens laat de kikker de bijen gewoon vliegen, maar gaat meelwormen eten.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waar worden de negatieve conditioneringstesten voor gebruikt?
Verslavingsonderzoek en geconditioneerde smaakaversies (individue ee smaak aanbieden, vervolgens stofje toedienen waar individu ziek van wordt --> ssociatie met ziek zijn, ndividu vindt smaak niet meer lekker)
Welke leereigenschappen komen er bij conditioneren voor?
Acquisitie = ontwikkelen van geconditioneerde respons (klassiek en operant)
Reinforcement schema. Klassiek: reinforcer voorafgaand respons. Operant: reinforcer aangeboden na correcte respons. Continu: na elke keer. Intermitment: soms wel soms niet.
Extinctie= het verdwijnen van respons door verwijderen reinforcer. Klassiek: US weghalen. Operant: beloning weghalen. Hoe onregelmatiger de beloning hoe moeilijker extinctie
generalisatie = identieke respons op (beperkt) verandere CS
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden