Samenvatting: Integratief Modelleren Syllabus
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Integratief Modelleren Syllabus
-
1 Introduction to Integrative Modelling
Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn twee soorten modellen?
Een model voor natural processes en een model voor artificial processes. -
Wat is een model voor natural processes?
Een model over een bestaand proces in de realiteit. -
Wat is een model voor artificial processes?
Een model over een proces wat nog ontworpen moet worden (een proces in de toekomst). -
In de praktijk worden vaak meerdere modellen gemixt om een complexer model te krijgen. Wat zijn hier voorbeelden van?
- Natural and artificial
- Qualitative and quantitative
- Models for different subprocesses or domains
- Models at different aggregation levels of a process -
Wat zijn agent modellen?
Deze modellen kunnen worden gebruikt in de natuurlijke wereld, maar ook voor kunstmatige processen, zoals software agents, intelligente auto's, systemen op internet, smart huizen en robots. -
Wat betekent ambient, in (artificial) ambient agents?
In de directe omgeving van mensen, die worden gesupport door de agent bijvoorbeeld via hun mobiele telefoon. -
Voor het modelleren van menselijk functioneren, worden agent models gebruikt. Wat zijn hier voorbeelden van?
Het kan gebruikt worden voor het modelleren van menselijk gedrag gemotiveerd door desires en het modelleren van mensen die emoties en gevoelens genereren. -
Wat is een voorbeeld van een kwantitatief model?
Hoe het aantal predatoren effect heeft op het aantal prooien. -
2 Integration of Domain Models Within Agent Models
-
Wat zijn de vier manieren om een domeinmodel in een agentmodel te integreren?
- Het domeinmodel direct gebruiken als agentmodel: domeinmodel en agentmodel refereren naar dezelfde agent. Zo'n agentmodel kan worden gebruikt in interactie met andere agentmodellen (ambient agentmodellen) om een testomgeving te creëren voor simulaties.
- Analysemodel: analyseren van de human's states and processes, door te redeneren op observaties (met sensoren) en het domein model.
- Supportmodel: support genereren voor de mens door te redeneren op basis van het domeinmodel.
- Adaptation model: De parameters in het domeinmodel beter te tunen naar de specifieke karakteristieken van de mens door te redeneren op basis van het domeinmodel. -
2.1 Domain Model
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Stel dat observeert wordt dat Arnie de straat oversteekt en naar een plaats P gaat waar ze heerlijk ijs verkopen. Wat zouden dan de belangrijkste concepten zijn in dit domeinmodel?
- A desires to buy icecream
- A observes that at P they sell icecream
- A goes to P
- A is hungry
- A does not eat
- A likes icecream
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden