Samenvatting: Interactiewijzer | 9789023255628 | Rob Verstegen, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Interactiewijzer | 9789023255628 | Rob Verstegen en Henny Lodewijks
-
1 De interactionele theorie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt er in de interactionele benadering gesproken over een kind met gedragsproblemen?
Er wordt nietgesproken over eenprobleemkind , maar over een kind in eenprobleemsituatie .
Zo neutraliseer je het gedrag van het kind. De vraag is: Wat moet er met de omgeving (mij/andere kinderen) en kind gebeuren om de situatie te verbeteren? -
Waar moet een professional zich bewust van zijn in de begeleiding van een kind?
Dat hij zichzelf ziet als het startpunt voor verandering bij interactieproblemen. Hij moet zich bewust zijn van de wisselwerking tussen zijn pedagogische stijl en de omgangsstijl van het kind. -
Schuurman onderscheidt 3 methoden waarop sociale vaardigheden kunnen worden aangeleerd of gestimuleerd: 1> dmv therapeutische behandeling2> dmv sociale vaardigheidslessen in aparte groepen3> dmv een systematische stimulering van sociale vaardigheden in de situatie van alledag. Welke benaderingswijze past Interactiewijzer vooral toe en wat is hier het uitgangspunt bij?
De 3e: door een systematische stimulering van sociale vaardigheden in de situatie van alledag.
Uitganspunt is dat sociale vaardigheden beter beklijven als ze in een natuurlijke omgeving worden ontlokt en aangeleerd. -
Is de interactiewijzer ook geschikt voor kinderen met een ernstige psychische stoornis?
Nee, omdat er vaak een fundamenteel gebrek is aaninlevingsvermogen en/of ernstigeverstoring van de waarneming van derealiteit .
Kan wel toegepast worden bij kinderen met autisme, adhd ed. Maar hou wel rekening met de 4 aanknopingspunten voor behandeling. -
De piramide omgaan met gedrag onderscheidt 4 typen hulpvragen. Noem deze en vertel welke geschikt is om Interactiewijzer bij te gebruiken.
- Ernstige psychische stoornissen
- Chronische stijl- en interactieproblemen
- Af te bakenen gedragsvragen
- Incidentele afstemmingsvragen.
Nummer 2 is vooral geschikt om Interactiewijzer bij te gebruiken, omdat deze hulpvragen meer liggen op het terrein van psychosociale problemen. - Ernstige psychische stoornissen
-
1.1 Het model van Leary
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
De termen Samen en Tegen roepen mogelijk het beeld op dat Samen positief is en Tegen negatief. Dit is niet de bedoeling. Hoe kun je dit wel zien?
Tegen-vaardigheden kun je omschrijven als ik-gerichte vaardigheden in de omgang met anderen. Meer gericht op eigenbelang.
Samen-vaardigheden zijn op het belang van de ander gericht.
Zij hebben beide een gelijke waarde. -
1.3 Gepast en ongepast gedrag
-
Noem 3 criteria voor gepaste of ongepaste gedragspatronen van een kind in een situatie.
- Ongepast: kind zit
gevangen in bepaaldegedragsstijl . Kan nietvarieren ingedragsstijlen . Gepast: kind reageert met bepaaldgedrag op het juiste moment in de juiste situatie. (GEENkameleongedrag !) - Ongepast: als kind in een
gedragsstijl systematisch overdrijft oftekortschiet . Gepast: kind reageert met een adequategedragsintensiteit op een situatie. Effectiviteit van hetgedrag : hoedoeltreffend is bepaaldgedrag van het kind in deze situatie? Als het niet het gewenste effect geeft is het ongepast.
De eerste 2 criteria worden in het boek aangehouden. - Ongepast: kind zit
-
2 De interactionele theorie als instrument voor diagnostiek
-
2.2 Omgevingsreacties in termen van complementair en symmetrisch gedrag
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
De grondgedachte bij de Roos van Leary is dat op de nabijheids-as eerder .......... interactie plaatsvindt: Samen-gedrag roept Samen-gedrag op en Tegen-gedrag roept Tegen-gedrag op.Op de dominantie-as zal eerder ............. interactie optreden. Boven-gedrag roept Onder-gedrag op en Onder-gedrag roept Boven-gedrag op.
SymmetrischeComplementaire
BTW: Wanneer je beide Tegen-gedrag laat zien zul je nooit Samen-gedrag bereiken. -
Wat kun je volgens de theorie van Vygotsky doen wanneer een agressieve jongen vaak Tegen-gedrag laat zien?
Geef GEEN cursus conflictbeheersing of assertiviteitstraining. Is te moeilijk. Leer hem iets wat hij nog net niet zelfstandig kan: Samen-gedrag.
“Als je alleen maar over een hamer beschikt ziet de hele wereld eruit als een spijker”
Die hamer kan Jesse al mee overweg (met agressief gedrag/overdrijving). Leer hem met de schroevendraaier om te gaan. Voorbeeld: Jesse, jij mag mij nu helpen. Geef hem een leidinggevende rol, bijv. blaadjes uitdelen. Stukje verantwoordelijkheid. Je trekt ‘m hiermee naar Samen. -
Wat is een complementaire interactie?
Een complementaire interactie is een aanvullende reactie vanuit een ongelijke positie op het gedrag van de ander. Bijvoorbeeld: de een praat en de ander luistert.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden