Antaki (2008) + Ten Have (2006)
13 belangrijke vragen over Antaki (2008) + Ten Have (2006)
Noem de betekenissen van discours in sociologie, globaal en lokaal in Antaki (2008)
Globaal: het effect van expliciet wordt gezegd en wat de analist ziet dat niet wordt gezegd.
Lokaal: interactie, door conservationalistische activiteiten.
Wat zijn de 4 kenmerken van DA (Antaki, 2008)
2) co-text à in context begrepen
3) non-literal à gevoeligheid voor de figuurlijkheid van betekenis
4) sociale acties en consequenties onthullen door woordgebruik
Welke 5 vormen van DA zijn er? (in: Antaki, 2008)
2. CDA
3. Interactional Social Linguïstics
4. CA (and Membership Categories)
5. Discursive Psychology
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is narratieve analyse in DA? (in Antaki, 2008)
Wat is interactional Social Linguistics in DA (Antaki, 2008)?
Er wordt een voorbeeld gegeven. In het transcript zijn alle hoorbare geluiden opgeschreven (intonatie, uhs en valse starts bijv.)
Er is veel ruimte voor het gebruiken van eerdere momenten om huidige momenten te begrijpen (wijdere etnografische context), met inferenties naar theorieën en aannames.
Wat is CA in DA? (in Antaki, 2008)
Lijkt veel op de vier basiskenmerken van discursieve analyse, maar legt vooral nadruk op zo dicht mogelijk bij het begrip blijven van de spreker zelf over de handelingen, zonder top-down interpretatie of bottom-up speculatie over motieven. Het gaat om ‘hoe’, niet om ‘waarom’. Sprekers moeten normatieve structuren gebruiken om te zorgen dat luisteraars goede implicaties doen (zie ook Ten Have).
Conversatieanalyse kan gebruikt worden bij o.a. business meetings, educatief testen en vragenlijstonderzoek
Wat is CA in "Membership Categories" als subdiscipline van CA in Antaki (2008)?
in de samenleving. Voor conversatieanalyse gaat het over het gebruik van een categorie van de schrijver of spreker en de consequenties worden interactioneel zichtbaar (zowel meer politiek geladen categorieën als alledaagse).
Wat is Discursive Psychology in DA? (in Antaki, 2008)
Perceptie en cognitie (zien, herinneren, weten, etc.) te zien als middelen die iemand gebruikt. Edwards en Potter zijn invloedrijk.
Voorbeeld Edwards: emoties.
Hoe brengen mensen emotietermen in een conversatie om hun eigenlijke doelen te bereiken.
(Voorbeeld over hoe iemand het heeft over de “angry stage” van haar echtgenoot, waardoor ze de suggestie wekt dat het probleem bij hem ligt, terwijl zij degene was die vreemd was gegaan).
Het gaat vaak over psychologische termen bij discursieve psychologie, maar dat hoeft niet. [anti-cognitieve stroming??]
Wat is een voorbeeld van een eclectische vorm van DA in Antaki, (2008)?
[voorbeeld over hoe kinderen door onderwijzers in categorieën worden gesorteerd, Shane die uit een test een IQ heeft van 93 en er moet beleid bepaald worden. De onderwijzer en moeder wordt allerlei vragen gesteld maar de psycholoog die de ‘diagnose’ heeft gesteld niet.]
Wat is opvallend bij de inachtneming van de 4 kenmerken van DA in Antaki (2008)?
Er komen veel vormen die geen specifieke regels hebben buiten de vier canonieke kenmerken van discoursanalyse, maar je moet wel een op theorie gebaseerde analyse beschrijven.
Wat is een adjecency pair? (in Ten Have, 2006)
Noem 3 centrale facetten van gespreksordening in Ten Have (2006)?
Twee centrale facetten van gespreksordening:
1) beurtwisseling: door beurtopbouweenheden (Turn Constructional Units, TCUs)
2) sequentiële organisatie: bijv. door adjacency pairs (aangrenzend paar, AP: uitingen die een complementaire handeling verwachten van de gesprekspartner.
Vormen: presequentie (mag ik wat vragen? – ja), sequentie invoegen (vb. om verduidelijking vragen, uitbreidingen (vind je dat echt? – ja, zeker).
“Elke beurt, elke beurtovergang, elk aangrenzend paar is een product van interactie en onderhandeling”.
Complicaties: soms is er een voorkeur (uitnodiging accepteren) of niet de voorkeur (uitnodiging afslaan à vb. aarzelender).
3) Soms gaat er ook wel iets mis (herstelsequentie, “repair”, bedoel je X? – Nee Y).
Wat is institutionele interactie volgens Ten Have (2006)?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden