Th3. Tumoren als systeem ziekten
22 belangrijke vragen over Th3. Tumoren als systeem ziekten
Benoem een aantal tumoren die uit zich zelf al op meerdere plaatsen ontstaan: hematopoietische tumoren.
- maligne lymfoom
- leukemie
- myelodysplastische aandoeningen
- histocytaire tumoren
- plasmatumoren
- mastocytosis
Beschrijf de processen die plaats vinden bij uitzaaiing van tumoren.
- Eerst doorbreken ze het basale membraan
- Infiltreren stroma
- tussen bestaande cellen heen gaan
- door de bloedvatwand (intravasatie)
- in het bloed: afweermechanistische cellen zien te ontsnappen
- op de juiste plek er ook weer eruit gaan en aanhechten aan bloedvatwand gaan door de bloedvatwand (extravasatie)
- in het weefsel waar de finale metastasering gaat plaatsvinden.
Beschrijf een stageringsysteem van niet-hemapoietische tumoren.
Waar T staat voor grootte van de tumor, N staat voor regionale lymfeknoop en M staat voor metastasen.
T: tumor: bv T1: <1cm T2: 1-2 cm T3: >2cm
N: nodule (lymfeklier): N0: negatief N1: positief
M: metastasen: M0: geen M1: metastasen op afstand
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Benoem een aantal plasmatumoren. Geef ook aan of ze kwaadaardig of goedaardig zijn.
- Multiple myeloom
- Waldenström’s macrogobulinemie
- Solitair bot plasmacytoom
- Niet-cutane extramedullaire plasmacytoom
- Plasma cel leukemie
Goedaardig
- Cutaan extramedullaire plasmacytoom
Bij plasmaceltumoren komen verschillende symptomen voor, noem twee oorzaken voor de symptomen.
- tumor groei in het beenmerg (kan bv. kreupelheid veroorzaken)
- productie van immunoglobulines. Hierdoor heeft het bloed een hogere viscociteit. (door hoog viscociteit in de hersenen, krijgt je neurologische verschijnselen, supor en sloom)
De diagnose van een multiple myeloom is een combinatie van een aantal factoren. Meestal moeten er 2-3 criteria aanwezig zijn om de diagnose te stellen. Benoem 5 criteria.
- osteolytische bot lesies
- Plasmacellen in clusters of afwijkende vorm. Niet-volwassen (B-cellen)
- IgA/IgM paraproteïnemie (door verhoogde viscociteit) In het bloed wordt meestal een monochromale piek gezien, doordat de plasmacellen allemaal dezelfde antilichamen produceren.
- Bence Jones Proteinurie. (Immunoglobilnies bestaan uit zware en lichte ketens. In de nier kunnen grote eiwitten niet over het membraan, lichte ketens wel, deze kunnen in de urine terecht komen.)
- hypercalcemie (door osteoclastactiverende factoren gevormd door tumor)
Wat wordt gezien bij radiologisch onderzoek bij een multiple myeloom. Leg uit hoe deze abnormaliteiten zijn ontstaan.
generale osteoporose
pathalogische fracturen (tumor in bot)
De abnormaliteiten zijn te verklaren doordat er kleine stukjes bot verdwijnen. Door de osteoporose ontstaan er meerdere fracturen.
Wat voor bloedbeeld verwacht je bij een multiple myeloom?
- normocytische, normochromische non-regeneratieve anemie
- milde leukopenie
De cellen worden minder gevormd, maar blijven wel normaal van grootte.
Wat zijn de oorzaken van renale aandoeningen te gevolge van een multiple myeloom?
- Bence Jones proteinurie
- Tumor cel infiltratie
- Hypercalcemie
- Pyelonefritis (door hyperviscociteit)
- Renale hypoxie tgv serum hyperviscositeit
Met wat voor chemotherapie wordt een multiple myeloom behandeld?
- melpahalan
- prednisone
- cyclophosphamide
- chlorambucil
In de helft van de gevallen verdwijnen alle symtomen (complete remissie). Anderhalfjaar is de overleving. Uiteindlijk ontsporen ze toch. Zelfs te gevallen bij erge botaandoeningen kan goed normaliseren door de behandeling.
Wat voor therapie kan je nog meer geven naast chemotherapie aan een hond met multiple myeoloom?
- Plasmapherese
- 0.9% NaCl infuus + furosemide
- Prednisolon
- Mithramycin (0.1mg/kg i.v.)
- Pamidronate (1.5mg/kg in 0.9% NaCl infuus)
- Radiotherapie, 1-2 keer bestraling
Wat zijn de verschillen in van een multiple myeloom bij een hond en de kat?
- Komt minder voor bij de kat. Oude katten ziekte.
- osteolyse is minder dan bij honden, BJP is minder vaak.
- Het zit vaak in het beenmerg, maar ook vaak in de lever of de milt. Bij de hond beperkt het vaak tot het bot.
Waar worden de enkelvoudig of multiple nodulaire lesies vaak gezien bij een met cutane histiocytose?
- hoofd
- nek
- extemiteiten
- scrotum
Bij wat voor soort honden wordt systemische histiocytose voornamelijk gezien?
Hoe kunnen we histiocytose in regressie laten gaan?
Prednison heeft geen goede resultaten.
slechte respons op corticosterioden
Bij welke honden komen histiocytomen het meeste voor?
- boxer,
- dachshund,
- Bobtail en
- doggen
Multiple lesies vaker bij Sharpei
Is een histiocytoom kwaadaardig of goedaardig?
Hoe moet je een histiocytoom behandelen?
(cryo) chirurgie
bestralen (radiotherapie) als je het niet kunt weg halen
geen corticosteroïden, want dan kan het immuunsysteem het zelf niet meer opruimen
Wat is de prognose van een hond met een histiocytoom?
Bij wat voor soort honden komt een (gedissimineerd) histiocytair sarcoom het meeste voor?
- Berner Sennenhond,
- Flatcoated Retriever
- Golden Retriever,
- Rottweiler
- Doberman,
- Boxer
- zelden < 1 jaar,
- langzame toename na 3 jaar,
- piek bij 6-8 jaar
Benoem 3 manieren om de diagnose van een histiocytaire sarcoom vast te stellen.
- ook frequent lesies in lever: variabele hypo
- en hyperechogene lesies
- Mesenteriale en mediaal iliaca lymphadenopathie
2) Röntgen foto’s thorax (Vet Quart 1993, 117-120)
-pulmonaire haarden of complete consolidatie
- mediastinale massa’s
- pleuraal vocht
- osteolytische haarden
3) Bloed onderzoek:
- vaak anaemie (meestal regeneratief, Coombs negatief)
- zelden ‘leukemisch’
- soms hypercalcaemie
- soms lever-dysfunctie
Wat is de prognose van een histiocytaire sarcoom?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden