Samenvatting: Internationaal Belastingrecht / 2012/2013 Studenteneditie | 9789013106114 | C van Raad
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Internationaal belastingrecht / 2012/2013 studenteneditie | 9789013106114 | C. van Raad
-
1 Kort overzicht van het Nederlandse internationale belastingrecht
-
1.1.1 Algemeen
-
Beschrijf de twee soorten fiscale jurisdictie die staten hebben om belasting te hebben.
1. woon- of vestigingsplaats: Een staat heeft onbeperkte jurisdictie ten opzichte van personen die staatsburgers zijn dan wel op zijn grondgebied verblijven. De persoon wordt in dat geval voor zijn totale inkomen (wereldinkomen) in de heffing betrokken. Resulterend in onbeperkte belastingplicht.
2. bronstaat van inkomsten: Een staat heeft beperkte jurisdictie betreffende bronnen van inkomen en vermogensbestanddelen die zich binnen zijn territoir bevinden. Alleen deze bron wordt in de heffing betrokken. Resulterend in beperkte belastingplicht.
-
Leg uit wanneer iemand als onbeperkt belastingplichtige wordt aangemerkt.
Onbeperkte belastingplicht wordt in de regel bepaald door het hebben van persoonlijke binding met een staat. Je woont er bijvoorbeeld of je bezit de nationaliteit. De meeste landen (ook Nederland) hanteren het woonplaatsbeginsel maar ook het nationaliteitsbeginsel wordt gebruikt..
-
Geef meer informatie en voorbeelden over de twee subjectieve beginselen voor belastingheffing.
1. woonplaatsbeginsel: Personen in wonende in een staat worden voor hun wereldwijde inkomsten belast. Het belastbare object wordt op geen manier begrenst. De wet IB (2.1) hanteert dit beginsel.
2. nationaliteitsbeginsel: Uitsluitend de formele omstandigheid van nationaliteit van de persoon of lichaam is bepalend voor de belastingplicht.Dit beginsel wordt vaak als aanvulling gebruikt op het woonplaatsbeginsel.
-
1.2 objectieve band
-
Leg uit wat een objectieve band is en wanneer hierbij wordt aangesloten.
Indien een persoon geen subjectieve band (woonplaats-nationaliteit) heeft met Nederland dan hij door Nederland niet voor zijn wereldinkomen worden belast. Echter als hij wel inkomen uit Nederland heeft (object) dan kan hij voor deze onderdelen belastingplichtig zijn. Bronheffingen zijn vaak zuivere objectheffingen. Bij bronheffingen wordt in beginsel geen rekening gehouden met de verdere omstandigheden van de persoon.
-
1.3.1 Nationale heffingswetten
-
Noem een nationale heffingswet waar de heffing van belasting van inkomen van niet-inwoners is geregeld.
Hoofdstuk 7 IB
-
Leg uit hoe nationale belastingwetten kunnen leiden tot dubbele belasting voor inwoners en niet-inwoners.
niet-inwoners: als het inkomen dat zij uit Nederland genieten ook in hu n eigen woonstaat wordt belast.
inwoners:als zij inkomen uit het buitenland genieten welke inkomsten zowel in het buitenland als in Nederland worden belast.
-
1.3.2 Belastingverdragen
-
Wat is het doel van belastingverdragen?
Het doel van belastingverdragen is de nationale wetgeving van verdragsstaten zodanig af te stemmen dat dubbele belastingheffing of non-taxation wordt voorkomen.In een verdrag wordt daarom aangegeven of de woonsstaat dan wel de bronstaat het primaire heffingsrecht heeft. Om verschillende interpretatie te voorkomen, worden de defenities in het verdrag zelf gedefinieerd.
-
1.3.3 Besluit ter voorkoming dubbele belasting
-
Wat is een besluit ter voorkoming van dubbele belasting?
Indien er geen verdragen zijn, zal worden teruggevallen op de nationale regels van landen om dubbele belasting te voorkomen. Deze regels bevatten niet voor alle uit het buitenland afkomstige inkomensbestanddelen een tegemoetkoming.
-
1.5.2.1 Evenredige toerekening; progressiewerking
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.5.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe werkt de Nederlandse belastingvrijstelling?
Bij belastingvrijstelling wordt de belasting berekend over het totale belastbare inkomen (inclusief de buitenlandse bestanddelen). vervolgens wordt de belasting verminderd met het deel daarvan dat geacht kan worden samen te hangen met die buitenlandse bestanddelen. Er zijn verschillende mogelijkheden voor de toerekening maar nederland heeft gekozen voor de evenredige toerekening:
buitenlandse bestanddelen x belasting berekend over het totale belastbare voorwerp
totale belastbare voorwerp
-
1.5.2.3 buitenlandse inkomens groter dan totaal inkomen
-
Hoe wordt omgegaan met een buitenlands inkomen dat groter is dan het nederlandse inkomen?
Er wordt gebruikgemaakt van de zogenoemde doorschuifregeling. Het niet-gebruikte deel van de winst wordt ingevolge artikel 11 bvdb 2001 doorgeschoven naar het volgende jaar door de toevoeging aan de winst in het volgende jaar. Deze regeling is in het voordeel van de belastingplichtige.
Voorbeeld:
A BV heeft een wereldwinst van 75 waarvan 40 uit het buitenland. Het jaar daarvoor had hij nog een winst van 20 staan. In dat geval wordt de berekening niet 40/75 maar 60/75. Hierdoor wordt de vrijstelling hoger.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden