Inkomsten van onroerende goederen en dividenden - Dividenden - Uiteindelijke gerechtigde/beneficial owner

9 belangrijke vragen over Inkomsten van onroerende goederen en dividenden - Dividenden - Uiteindelijke gerechtigde/beneficial owner

Waar staat de voorwaarde van beneficia ownership? Wat betekent dit?

Art. 10, rn 2 -> bronheffing wordt alleen verminderd als het de BO is die het dividend ontvangt

Is er een definitie van het begrip beneficia ownership?

Nee, men moet het interpreteren in de context van verdragsmisbruik
  • in het licht van de doelstellingen van het DBV

Waarom is de voorwaarde van BO er? Adhv voorbeeld

Om dergelijke structuren van opstromen aan te pakken
  • vennootschap C in Cyprus is niet de uiteindelijk gerechtigde, maar gewoon een doorstroomvennootschap gericht de vrijstelling te krijgen
  • in dat geval moet de bronstaat geen vrijstelling voorzien
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke benadering hanteert de OESO mbt het begrip BO?

Bevestigt uitdrukkelijk dat het een autonome verdragsinterpretatie krijgt
  • moet geïnterpreteerd worden in het licht van de context

Wanneer is er volgens de OESO geen sprake van een BO?

  • Indien een D betaald wordt aan een inwoner van een staat die louter optreedt als mandataris, lasthebber of naamgever voor de echte begunstigde die geen inwoner is van de verdragsstaat
  • indien het gaat om een conduitvennootschap
    • =zodanige beperkte macht over inkomen dat ze optreden als fiduciaire eigenaar of beheerder voor rekening van een derde

Wanneer weet je nu dat je te maken hebt met een conduit/doorstroomvennootschap?

Volgens OESO kan je dit afleiden obv "relevant legal documentatie"
  • bv als er een contractuele verplichting is voor vennootschap op de ontvangen dividenden uit te keren naar AH
  • of op basis van feiten en omstandigheden

=> blijft theoretisch

Bespreek de interpretatie van het HvJ van de zaken van 26 februari 2019. Welke 2 stappen?

  1. Stap: de richtlijn vereist voor de vrijstelling niet dat de vennootschappen C en L die dividenden krijgen de uiteindelijke gerechtigden zijn
    • begrip staat wel in de DBV tussen D-C en D-L
  2. Stap: art. 1.2 richtlijn bepaalt dat de richtlijn geen beletsel mag vormen voor de toepassing van nationale en verdragsrechtelijke voorschriften ter bestrijding van fraude en misbruik
    • verdragsrechtelijk is er een voorschrift tegen misbruik in DBV -> nl enkel vrijstellen voor BO -> dit is een rechtsgrond om art. 1.2 richtlijn toe te passen

Kunnen de DBV die de voorwaarde van BO omvatten een rechtsgrond vormen om de voordelen van de richtlijn buiten toepassing te laten?

HvJ: dat is niet nodig. Er geldt een unierechtelijk verbod van rechtsmisbruik
  • het uniefecht mag niet worden misbruikt
  • richtlijn kan sws niet worden toegepast als er sprake is van misbruik en als de constructie gericht is op het verkrijgen van een belastingvoordelen
  • er moet dus niet gezocht worden naar een rechtsgrond voor art. 1.2

Het HVJ geeft een aantal aanwijzingen van wanneer men te maken heeft met een doorstroomvennootschap. Welke?

  • Dividenden worden zeer snel na ontvangst doorgestort
  • vennootschap moet dividend doorstorten en realiseert zelf verwaarloosbare winst
  • geen echte economische activiteit
  • geen recht op het gebruik en genot van de ontvangen sommen
    • bv omdat de tussengeplaatste venn een leningsovk heeft met BO en nog grote kapitaalaflossingen moeten doen
    • bv omdat er geen ruimte is om beslissing te nemen om het geld op dat niveau te houden
  • belangrijke wijziging in belastingwetgeving

=> dit staat ver van juridische invulling die BE klassiek geeft aan begrip BO

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo