Samenvatting: Internationaal Recht
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Internationaal Recht
-
Les 1
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 14/04/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de rechtsregels en bronnen van internationaal recht?
Regels worden gemaakt als staten afspraken met elkaar maken.
Verdragen, gewoonte, besluiten IGO's. -
Wat maakt internationaal publiekrecht internationaal publiekrecht? 4 punten
- Eigen rechtsbronnen
- Eigen organen en procedures
- Bilateraal en multilateraal: bilateraal is afspraak tussen 2 staten, multilateraal zijn afspraken tussen meerdere staten
- Het is internationaal, het is publiek en het is recht -
Internationaal publiekrecht is gescheiden van de nationale orde, maar: (3 punten)
- Gaat steeds meer over individuen die leven in nationale rechtsordes
- Steeds meer nationale onderwerpen
- Staten staan open voor doorwerking internationaal recht -
Een ander kenmerk van de organisatie is horizontaal:
-Gelijkheid:het recht zegt dat alle staten gelijk zijn. Juridisch gezien als je een soevereine staat bent dan heb je evenveel recht als andere soevereine staten.
- Afhankelijkheid -
Internationalerechtsorde is op decentrale (veelheid van nationalegemeenschappen) en horizontalewijzegeorganiseerd. Gevolghiervan is datstatenmn tot doelhebben
op het recht van coexistentie (vreedzaam naast elkaar leven van onafhankelijke staten). Daarnaast het recht van coöperatie (bijv samenwerken op het gebied van terrorisme) -
Wat is het recht van integratie (nieuwe machtsconcentraties)?
Hoort bij samenwerking. Als je zo intensief samenwerkt met een andere staat dat je ermee integreert. Juridisch gezien ben je altijd nog aparte staten, dat is het uitgangspunt. -
Wat zijn alle bronnen op een rijtje? 7 punten
1. Gewoonterecht: zaken die altijd al op een bepaalde manier werden gedaan moeten zo blijven gedaan worden.
2. Verdragen
3. Besluiten van internationale organisaties
4. Algemene rechtsbeginselen en billijkheid: afspraken moet je nakomen, te goeder trouw handelen etc.
5. Eenzijdige handelingen: kunnen juridische gevolgen hebben
6. Rechtelijke beslissingen (jurisprudentie) en doctrine: juristen die er verstand van hebben hoe die het recht interpreteren.
7. Soft law: er is een rechtsregel in ontwikkeling, maar deze is nog niet hard gemaakt. -
Wat zijn de algemene eigenschappen van rechtssubjecten?
- Drager van internationale rechten en plichten
- Verrichten van internationale rechtshandelingen
- Procederen van bij een internationaal gerechtshof/ tribunaal
- Internationaalrechtelijke aansprakelijkheid -
Welke rechtssubjecten zijn er? 4 punten.
1. De Staat
2. De facto-regimes en bevrijdingsbewegingen: de facto betekent feitelijk. Iets wat in een land het voor het zeggen heeft, maar juridisch gezien niet het hoofd is.
Bevrijdingsbewegingen: zoals in Zuid-Afrika --> de apartheid. Nelson Mandela werd via bevrijdingsbeweging president.
3. De internationale organisatie
4. Private organisaties en personen: kunnen ook plichten en rechten dragen vanuit het internationale recht. Zoals de mensenrechten, die komen vanuit het internationale recht (zoals EVRM). Plichten vanuit het internationale recht: geen volkerenmoord plegen, geen misdaden tegen de menselijkheid houden. -
Les 2
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 21/04/2015
Laat hier meer flashcards zien -
Welke spelers heb je in het internationaal recht? 5 punten
- Staten
- Internationale organisaties
- De-facto regeringen en bevrijdingsbewegingen
- Individuen
- Private organisaties
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden