Samenvatting: Internationaal Recht Powerpoint Notities

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van internationaal recht powerpoint notities

• 1 1 Omschrijving

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat is het geheel van rechtsregels dat de internationale betrekkingen regelt?

  Dit geheel wordt aangeduid als internationaal recht en omvat:
  

  1. Rechtsregels voor internationale rechtssubjecten
  2. Regeling van mondiale belangen
  3. Juridische normen

• Wat is het volkenrecht binnen het internationaal recht?

  Het volkenrecht, ook wel genoemd internationaal publiek recht, omvat:
  

  1. Rechten en plichten tussen staten
  2. Regels voor mondiale belangen
  3. Interne regelgeving tussen staten

• Wat regelt het internationaal privaatrecht (IPR)?

  Het IPR bepaalt onder andere:
  

  1. Welk nationaal recht van toepassing is
  2. Situaties met verschillende nationaliteiten
  3. Juridische aangelegenheden tussen landen

• Wat zijn de kenmerken van publiek recht?

  Publiek recht kan worden gekarakteriseerd door:
  

  1. Wetgeving tussen overheid en burger
  2. Regelingen voor publieke belangen
  3. Toezicht door overheidsinstanties

• Wat is een voorbeeld van privaat recht?

  Dit recht regelt situaties zoals:
  

  1. Verhoudingen tussen burgers onderling
  2. Burgerlijke rechtszaken
  3. Contractuele overeenkomsten

• Noem enkele mondiale belangen binnen het internationaal recht.

  Mondiale belangen omvatten onder andere:
  

  1. Klimaat
  2. Vrede en veiligheid
  3. Mensenrechten

• 2 2 Organisatie

  Dit is een preview. Er zijn 9 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
  Laat hier meer flashcards zien

• Wat zijn de kenmerken van het internationaal recht (IR)?

  1. Horizonale en decentrale rechtsorde:
  

  • Elke staat is gelijk en soeverein.
  • - Uitzonderingen zoals ius cogens (dwingende regels).

  
  2. Geen centrale wetgever:
  

  • Algemene Vergadering van de VN formuleert niet-bindende resoluties.
  • - Kenmerk is contractvrijheid.

  
  3. Geen centrale rechter:
  

  • Internationaal Gerechtshof (IGF) heeft niet altijd verplichte rechtsmacht.
  • - Alleen procederen bij instemming van betrokken staten.

  
  4. Geen wereldpolitie:
  

  • Er zijn mechanismen voor handhaving van IR.
  • - VN Veiligheidsraad kan dwingende maatregelen nemen, maar veto-recht voor 5 grootmachten.

  
  5. Regels co-existentie en coöperatie:
  

  • Regelt bevoegdheden tussen staten en wie regels bepaalt.
  • - Basisprincipe: territorialiteitsbeginsel; elk land bepaalt regels op eigen grondgebied, met uitzonderingen.

• Wat betekent het dat het internationaal recht geen centrale wetgever kent?

  1. Er is geen autoriteit die bindende wetten oplegt aan staten.
  2. De Algemene Vergadering van de VN kan enkel niet-bindende resoluties aannemen.
  3. Dit leidt tot een systeem van contractvrijheid voor staten.

• Hoe functioneert het Internationaal Gerechtshof binnen het internationaal recht?

  1. Het IGF heeft geen verplichte rechtsmacht over staten.
  2. Alleen als betrokken staten instemmen, kan het IGF uitspraak doen.
  3. Dit beperkt de mogelijkheden voor juridische geschillenbeslechting.

• Wat is de rol van de VN Veiligheidsraad in het handhaven van internationaal recht?

  1. De VN Veiligheidsraad heeft de bevoegdheid om dwingende maatregelen te nemen.
  2. Echter, er bestaat een veto-recht voor vijf grootmachten.
  3. Dit kan de effectiviteit van internationale besluiten beïnvloeden.