Multinationality & Performance

20 belangrijke vragen over Multinationality & Performance

Reflectie Monteiro et al. (2008):

Kennis integration & transfer

Subs. Isolation

Het bestaan van Subs. Isolation en de link met performance

Reflectie Feinberg & Gupta (2009):

Hoe handelen MNCs met het risico in het buitenland wanneer ze een WOS hebben gevestigd in een zeer risicovol land. 

Politieke en organisationele strategieën.

Bernard & Jensen (1999): twee empirische feiten:

1. exporteurs zijn meer productief / winstgevend dan niet exporterende bedrijven want exporteren doet de profit toenemen of omdat meer winstgevende/productievere bedrijven starten te exporteren zijn ze succesvoller.

2. Multinationals zijn meer productief en profitable dan exporteurs omdat het opzetten van buitenlandse affiliates doet de winstgevendheid toenemen of is het omdat meer profitable/productieve bedrijven hun eigen affiliates opzetten?
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Lu & Beamish (2004) internal diversification en firm performance.

Wat zegt L&B (2004) over de Mate van Multinationality en Performance?

De literatuur is er verdeeld over. Er zijn diverse tot geen significante relaties gevonden. 

Wat zijn volgens Lu & Beamish (2004) de mogelijke benefits gerelateerd aan geografische diversificatie?

  • Exploration & Exploitation benefits
  • Economies of Scale en scope
  • Toename van Market power over leveranciers/ distributeurs en klanten
  • Het exploiteren van FSAs (vooral ontastbare assets), maar ook
  • het exploreren van nieuwe kennis en capabilities.

Wat zijn volgens Lu & Beamish (2004) de mogelijke kosten gerelateerd aan de geogr. div.?

  • Liability of Newness
  • LOF
  • Managen van afstand tussen huis en host landen
  • Toename van de Transactie Kosten

Wat zijn belangrijke moderators in deze relatie tussen Multinationality & Performance (Lu & Beamish, 2004)?

  • Pace
  • Landkeuze
  • Organisationele structuur: vooal bedrijven en ontastbare assets.

Vermeulen & Barkema (2002): Pace, Rythm & Scope: Process dependence in building a profitable MNC.

Mbt Internationale uitbreiding, wat moet gebalanceerd zijn om bij te dragen aan een goede prestatie?

1. Pace: velocity = snelheid
2. Scope = de relatieve duur (=span) van de producten en geografie.
3. Rhythm= regelmaat (=regularity)

Internationalisatie Process & Performance (Vermeulen & Barkema, 2002):

  • Een snellere buitenlandse uitbreidings pace is negatief gemodereerd met de impact van buitenlands bedrijfssubs. op de winstgevendheid.
  • Een hogere productscope van de uitbreidings processen is negatief gemodereerd met de impact van een buitenlands bedrijfssubs op de winstgevendheid
  • Een hogere geogr. scope van Exp. process is negatief gemodereerd met de impact van een buitenlands bedrijfssub winstgevendheid
  • Een onregelmatige pace is negatief gecorreleerd met de impact van een buitenlands bedrijfssubs. op zijn winstgevendheid.

Chang & Rhee (2011): Snelle FDI uitbreiding en bedrijfs prestaties 

  • Time compression diseconomies --> hoge snelheid kan de internationale uitbreiding schaden.
  • Kan ook een voordeel zijn --> Time- Based CA --> FMA!

Wat is de Research Question van Chang & Rhee (2011)?

Wanneer bevordert de snelheid de CA van een bedrijf dat op internationale schaal wilt opereren?

  • Auteurs denken aan zowel interne (bedrijfs resources & cap) en aan externe (concurrerende omgeving) factoren die de realtie tussen de snelheid van FDI uitbreiding en bedrijfsprestatie modereert.
  • Dus: om contingencies te begrijpen, ze onderzoeken modererende realties tussen de FDI expansion speed en de firm performance.

Wat zeggen Chang & Rhee (2011) over de Int. Snelheid en performance?
Wat is hun definitie van snelheid?

Speed= de gemiddelde aantal FDIs dat gedaan is in nieuwe landen per jaar sinds de eerste FDI van een bedrijf.

Welke uitdagingen zijn gerelateerd aan hoge snelheid (Chang & Rhee, 2011)?

  • Learning issues
  • hogere coordinatie kosten

Conventioneel onderzoek zegt dat snelle toetreding leidt tot slechtere prestaties van bedrijven. 

Aan de andere kant kan snelle expansie ook positief gerelateerd zijn aan firm prestaties:
  • De timing is belangrijk,
  • De timing wanneer je gaat bouwen aan expansie.
  • Andere zekere omstandigheden, FMAs rijzen en bedrijven kunnen van ze profiteren. 

Wat is de Internal Resources & Capabilities kijk op internationalisatie snelheid en performance (Chang & Rhee 2011)?

Resources en Capabilities vormen een belangrijke bron voor CA en kunnen snelle FDI uitbreiding meer uitvoerbaar maken.

De intangible en tangible resources zullen postief modereren op de relatie tussen de snelheid van de FDI uitbreiding en de bedrijfsprestatie. --> Org. Slack

Wat is de Competitive Pressures kijk op de Internationalisatie van snelheid en performance (Chang & Rhee, 2011)?

Competitive Pressures spelen een rol voor bedrijven in industrieën waar een hoge mate van globalisatie plaatsvindt. Lage FDI- uitbreiding kan leiden tot een grotere dreiging dan de snelle FDI uitbreiding, omdat het bedrijven niet toetstaat om een globale schaal aan te boren binnen de schaaleconomie.

Globalisatie binnen de industrie heeft een positieve moderatie op de relatie tussen snelheid van FDI uitbreiding en bedrijfsprestatie hebben --> Competitive Threat.

Hennart (2007) onderzoekt de Theoretical Rationale van de M-P relatie: wat zegt hij hierover?

Hennart vraagt zich af f de relatie tussen M&P wel bestaat en onderzoekt de ambiguiteit van de empirische resultaten: bestaat de relatie wel?

Vanuit een Transaction Cost Perspective is de relatie niet zo duidelijk.

Review van Hennart (2007) mbt M&P
Welke twee voorspellingen worden gedaan in de voorgaande literatuur?

Hoge M, lage risico. Dit is vooral afgeleid uit de theorieën over de portfolio diversificatie in finance.

Hoge M, hoge Profitability. Hier zijn 3 redenen:
  1. Exploiteer scale economies
  2. Zorg voor betere en meer flexibele toegang tot resources.
  3. Sta meer leren toe.

Wat zegt Hennart (2007) over de M&P relatie in zijn review mbt de Transaction Cost Internationalization?

  • TCI zegt dat er geen relatie is tussen int. div & performance
  • TCI legt uit dat de MNEs slecht zijn voor het algeheel terugbrengen van risico vermindering
- Kosten en risico ontstaan door de aanwezigheid van CAGCE distances.
- MNEs investeren vaak in landen die lijken op het thuisland
- MNEs laten een ongerelateerd product diversificatie zien.

Voor exploitatie van economies of scale is het noodzakelijk om naar het buitenland te gaan. Een minieme schaal van efficiëntie kan ook bereikt worden in een grote thuismarkt. 

Wat zegt Hennart (2007) nog meer over de M&P relatie?

Voor betere & flexibele toegang tot resources hoef je niet veel affiliates in het buitenland te hebben.

Leren van het buitenland (SAS investerngsmotieven) is niet zo'n algemene drijfveer voor internationale expansie. Veel affiliates zijn opgezet voor market seeking. De echte kennis komt echter nog steeds vaak van HQs/

Welke methodologische issues belicht Hennart (2007)?

  • Internationalisatie diversificatie is niet hetzelfde als de mate van de internationalisatie. Er is geen afspraak over hoe multinationality wordt gemeten. Vele studies zien M als tussenpersoon (?) met de buitenlandse sales en total sales ratio.
  • Een gebrek aan gebrek aan appropriate control variables is pevasive in the literature. 

  1. Bedrijven zijn heterogeen in vele dimensies
  2. Hoe kunnen we zeker zijn van de juiste impact van M als we niet voldoende controleren voor veranderende verklaringen (confounding explanations).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo