Samenvatting: Internationale Economie - Zevende Druk | 9789044132434 | Ludo Cuyvers, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Internationale economie - Zevende druk | 9789044132434 | Ludo Cuyvers; Rob Embrechts; Glenn Rayp; Trudo Dejonghe
-
1 DEEL 1: Internationale economie in vogelvlucht
Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is interindustry trade?
Steunt op verschillende landen -
Wat is intraindustry trade?
Gebeurt tussen meerhomogene landen -
Wat zijn Kondratieff cycli
Endogene innovaties die economische cycli van 45-60 jaar teweegbrengen. -
Flat world platform
Convergentie van personal computer en optische kabels met "work flow software" zodat we "placelessness" kunnen samenwerken -
2 DEEL 2: Theorie van internationale handel
-
2.2 De neoklassieke theorie van de IH (C5)
Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Leg uit: Factorprijsegalisatietheorema (Samuelson 1948)
DoorIH worden in beide landen, gekenmerkt door gelijke technologie en constanteschaalopbrengsten , de prijzen van de goederen en de vergoedingen van deproductiefactoren identiek.
anders verwoord
Mits bepaalde voorwaarden voldaan zijn, zal de vergoeding van de schaarse (overvloedige) productiefactor dalen (stijgen) tot de factorvergoedingen in beide landen aan elkaar gelijk zijn.
34/53 -
Leg uit: Rybczynski theorema: factoraccumulatie
Indien debeschikbaarheid /aanbod van één van dePF toeneemt bij een constante voorraad van de anderePF ,
dan zal, op voorwaarde dat degoederenprijzen constant blijven,
het aanbod van het product dat intensief van de groeiendePF gebruik maakt,
in absolute termen toenemen en het aanbod van het andere goed in absolute termen dalen met constant blijvendefactorvergoedingen . -
Welke twee belangrijke verschillen treden er op tussen een autarkische economie en een open economie (vrijhandel) in het Heckscher-Ohlintheorema?
Ten eerste: De consumptiecurven van beide landen liggen nu op eenzelfde rechte door de oorsprong (inkomensexpansiepad).
Ten tweede: De landen specialiseren zich elks in het goed dat meest gebruik maakt van hun relatief overvloedigere productiefactor
p97 -
Wat gebeurt er in het Stolper Samuelson theorema in geval van een prijsstijging in goed X veroorzaakt door intensiever gebruik van kapitaal door internationale handel?
Dan zal de rente/vergoeding op kapitaal stijgen
(grafisch zal deze rechte dus dalen (1/r --> 1/r').
De vergoeding voor arbeid zal dalen
(grafisch zal hetsnijpunt op dex-as dus naar rechts verschuiven (1/w --> 1/w')
Hier treedt tevens een SUBSTITUTIE effect op.
Wanneer de arbeidkost stijgt, vervangt men dat door kapitaal, wanneer de kapitaalkost stijgt vervangt men dat door arbeid -
Wat is het Jones magnificatie-effect
Dit bouwt verder op de relatie tussen PF intensiteit en vergoeding van PF aangetoond door het Stolper Samuelsontheorema.
Internationale handel leidt tot een stijging van de reele vergoeding van de relatief overvloedige productiefactor in een land en tot een daling van de reele vergoeding van de relatief schaarse productiefactor.
Ook bekend als het vergrotingseffect -
2.3 Empirische verificatie van klassieke en neoklassieke theorieën (C6)
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Balassa-indexREVEALED COMPARATIVE ADVANTAGE (RCA)=
• Metenspecialisatiegraad van een land/regio in een bepaalde sector/goed
• Gebruikenexport ofexport +import data
131
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden