Bloeddruk en circulatie

33 belangrijke vragen over Bloeddruk en circulatie

Welke drie grootheden bepalen de kwaliteit van de circulatie?

- Het hartminuutvolume
- de perfusiedruk
- de totale perifere vaatweerstand

Waar is de grootte van het HMV van afhankelijk?

- lengte (rekking) van de hartspier bij de preload
- mate van inotropie (contractiliteit)
- druk die ventrikelwand opbouwt bij contractie (afterload)
- hartfrequentie 

Waar bestaat de perifere vaatweerstand uit?

Wordt bepaald door diaeter van totale arteriolaire vaatbed. 
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat betekent een effectief circulerend volume?

De hoeveelheid water en natrium die worden uitgescheiden zijn afhaneklijk van het circulerend volume:
Bij overmatige vulling --> wordt veel natrium en water uitgescheiden--> extracellulaire volume komt weer tot de norm. 
Omgekeerde geldt bij ondervulling

Wat is ritmische diurese?

Dat het  minimum van diurese middernacht is en het maximum is 's ochtends vroeg 

Wat is oligurie? En wat is nycturie?

Oligurie= overvloed aan plassen nycturie= 
s nachts plassen

Hoe is de functie van de nier bij de circulutie?

Wanneer er een overschot aan extracellulair vocht is door bv. te veel zoute vloeistof op te hebben --> neemt het bloedvolume toe.
Volgens het Frank-Starling mechanisme zal de hartprestatie stijgen. 
Dit wordt door de nieren gesignaleerd en --> prikkel die zorgt dat water en zout worden uitgescheiden. 

Waardoor wordt de hoeveelheid natrium in het bloed gemeten?

Door de osmoreceptoren --> gaat signaal naar hypofyseachterkwam --> Secretie van ADH wordt aangepast. 

Welke mechanismen zijn betrokken bij de waterhuishouding?

RAAS- systeem (Renine-Angiotensine-Aldosteron-Systeem)
ANP-eiwit (Atriale natriuretische peptide)

Wat gebeurt met RAAS en ANP als het circulerend volume afneemt?

RAAS: Wordt geactiveerd.
ANP: Wordt geremd
--> dit leidt tot: vasoconstrictie en toegenomen retentie van natrium in de nieren o.i.v. angiotensine II en aldosteron. 

Wat is het verschil tussen volumeregulatie en osmoregulatie?

Volumeregulatie komt tot stand d.m.v. aanpassing van de natriumuitscheiding
Osmoregulatie komt tot stand d.m.v. aanpassing van de wateruitscheiding
Wanneer ze in conflict zijn gaat volumergulatie voor

Welke mechanismen gaan werken als de bloeddruk daalt en het circulatoir volume krap wordt?

- Baroreceptormechanisme gaat werken (verhoogde adrenerge activiteit)
   * Veneuze en ateriolarie vasoconstrictie
   * Hartfrequentie neemt toe en contractiliteit ook
- Renine-Angiotensinesystemen gaan werken
   * Veneuze en arteriolaire vasoconstrictie ( vooral in de nier)
   * Natriumretentie (o.a. via stimulatie van aldosteron)
- Stimulatie ADH (o.a. door angiontensine II)
   * Retentie van water
   * Geringe vasoconstrictie


Hoe werken de baroreceptoren in de sinus caroticus?

Normaliter geven ze bij elke polsgolf prikkels af om ervoor te zorgen dat er geen bloeddrukstijging optreedt.
Bij een daling van de arteriele druk worden deze prikkels niet meer afgegeven, waardoor er adrenergische activiteit optreedt.

Wat zijn de gevolgen van de adrenergische activiteit?

- Constrictie van de kleine venen --> veneuze terugvloed naar het hart wordt vergroot. Door Frank-Starling mechanisme neemt HMV toe.
- Contractiliteit van de hartspier neemt toe en hartfrequentie neemt toe. Het HMV zal hierdoor stijgen.
- Constrictie van de arteriolen --> verhoging perifere weerstand.

Waarom is lichamelijk onderzoek bij circulatiestoornissen van belang?

- zo krijg je info over de etiologie:
  vb. lage centrale veneuze druk pleit tegen een cardiale oorzaak
       warme huid pleit voor sepsis

Zijn een te lage bloeddruk en te klein HMV de oorzaak van Shock?

Nee dat hoeft niet.
Aangezien een hypertensief persoon met een ogenschijnlijk normale bloeddruk in shock zijn, terwijl bij omgekeerd een lage bloeddruk niet hoeft te zijn dat deze in shock verkeert.
Daarnaast geeft HMV ook onvoldoende info --> meeste gevallen is dit wel verlaagd, maar kan ook verhoogd zijn bij bv septische shock.

Welke klinische kenmerken zijn er bij Shock?

- Lage bloeddruk (meestal snelle pols)
- Koude acra (soms warm in geval van sepsis)
- Klamme huid
- Geringe tot afwezige urineproductie

Wat zijn de klinische verschijnselen van een collaps?

Vaak ingeleid door geeuwen, oorsuizen, zwarte vlekken zien en soms braken. 
Wanneer patient is gecollabeerd--> bleek, transpireert en trage pols

Waardoor wordt de osmolaliteit van het Extracellulair volume (Posm)bepaald?

Dit wordt bepaald door natriumzouten, glucose en ureum. 
Formule:
Posm= 2x [Na] + [Glucose]+ [Ureum]
Ureum wordt als ineffectief gezien, aangezien het vrijelijk het celmembraan kan passeren.

Wanneer is er sprake van een 'osmolal-gap'? En waar duidt dit op?

Als de werkelijke osmolaliteit hoger uitvalt dan wat via de formule wordt geschat ( Posm= 2x Na + glucose + ureum)

En dit duidt op de aanwezigheid van andere osmotische moleculen, zoals: methanol/ ethyleenglycol

Wat betekenen de begrippen isotoon en toniciteit?

Isotoon= als er geen waterverplaatsing is tussen intra- en extracellulaire ruimte.
Isotonische vloeistoffen zijn altijd iso-osmotisch.
Zijn iso-osmotische vloeistoffen dan ook altijd isotoon?
Nee dat hoeft niet, bv als je iso-osmotisch ureum infuus geeft, gaat dit vrijelijk over de membranen heen en zal dit zorgen voor waterverplaatsing tussen intra-en extracellulaire ruimten.
Deze iso-osmotische ureum gedraagt zich als een hypotone vloeistof.

Isotoon= de vloeistof heeft dezelfde osmotische druk als het lichaamsvocht
Hypotoon= de vloeistof heeft een lagere osmotische druk dan het lichaamsvocht
Hypertoon= de vloeistof heeft een hogere osmotische druk dan het lichaamsvocht.

Welke regulatiesystemen zijn er betrokken bij het handhaven van effectief circulerend volume en van de plasmaosmolaliteit?

Effectief circulerend volume: wordt bepaald door hh natrium en water in extracellulaire ruimte. Veranderingen worden geregeld door aanpassing van natriumuitscheiding in de nieren.

Plasmaosmolaliteit: wordt bepaald door de verhouding van natrium en kalium t.o.v. water. Veranderingen worden geregeld door aanpassing van de wateruitscheiding in de nieren.

Waardoor wordt de osmolaliteit van het extracellulair volume bepaald?

Natrium en Chloor

Hoe kun je onderscheid maken tussen hyponatriemie door volumedepletie en hyponatriemie door SIADH?

Bij volumedepletie zijn de volgende symptomen:
- Dehydratie tekenen
- Creatinine gehalte in bloed gestegen ( uitleg schrift bij H11 Creatininegehalte)
- Lage uitscheiding Natrium in urine

Bij SIADH zijn de volgende symptomen:
- Euvolemie (normale vulling)
- Creatinine in bloed is laag
- Natrium in urine verhoogd (als compensatie voor verhoogde water
   concentratie)

Wat zijn symptomen van hyponatriemie?

Varieert van lichte verwardheid tot coma, door overhydratie van het cerebrum.

Hoe wordt de diagnose hyponatriemie gesteld?

Osmolaliteit van urine gemeten en natriumconcentratie van urine.
Lage osmolaliteit van plasma en lage osmolaliteit van urine wijst op: polydipsie en suppressie van ADH.

Hoe is de behandeling van hyponatriemie?

Toediening van isotone zoutoplossing + restrictie van water. 
Mag niet te snel gaan, maar ongeveer 0,5 mmol/L per uur stijgen. --> neurologische afwijkingen.

Wat is de reactie van het lichaam op hypernatriemie?

ADH afgifte omhoog en dorstcentrum gestimuleerd. 

Welke mensen hebben sneller last van hypernatriemie?

Ouderen, omdat hun dorstmechanisme minder goed werkt. 

Welke stoornis leidt tot hyperosmolaliteit?

Diabetes insipidus.
2 vormen van:
- Centrale diabetes insipidus --> geen / deels secretie van ADH. 
- Nefrogene diabetes insipidus --> renale ongevoeligheid voor ADH.

Wat zijn de symptomen van hypernatriemie?

Sufheid en algehele zwakte --> kan leiden tot coma of zelfs de dood. 
Door dehydratie van hersenweefsel. 

Hoe wordt de diagnose van hypernatriemie gesteld?

Osmolaliteit van urine gemeten, als 
Bij minder dan 300 mosmol/l --> diabetes insipidus. 

Hoe is de behandeling van hypernatriemie?

Zeker bij langer bestaande hypernatriemie niet meteen corrigeren. Dit zou leiden tot overhydratie van hersenen. Mag niet groter zijn dan 0,5mmol/L per  uur.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo