Hematologie - chronische leukemieën

11 belangrijke vragen over Hematologie - chronische leukemieën

Bij wie komt CML voornamelijk en wat voor genetica past hierbij?

-       komt met name bij volwassenen voor

-       95% van de patiënten heeft de philadelphia translocatie met bcr/abl-gen; het bcr/abl gen is met PCR aantoonbaar

-       5% is philadelphia chromosoom negatief, hierbij is ook sprake van gentranslocatie, zonder dat deze in het chromosomaal onderzoek zichtbaar is

Wat is de presentatie van de chronische fase van CML?

-       splenomegalie icm leukocytose en/of thrombocytose

-       bloeduitstrijkje: toename van alle voorstadia van granulopoese

-       vaak toename van basofiele granulocyten

-       beenmerg: zeer celrijk met hyperactieve granol- en megakaryopoese

-       moeheid, anorexie door splenomegalie, gewichtsverlies, nachtzweten, jichtaanvallen

Wanneer gaat de chronische fase over in een 'blastencrisis' en waarmee wordt dit gekenmerkt?

na gemiddeld 4 jaar gaat de chronische fase over in een ‘blastencrisis’ van myeloide (70%) of lymfatische (30%) oorsprong, waarbij blasten zich ophopen in beenmerg en bloed. In de loop van de tijd ontwikkelen dan anemie, trombocytopenie en granulocytopenie.

Het beeld lijkt op acute leukemie; de overgang gaat soms gepaard met koorts, gewichtsverlies, groei van lever en milt en onbeheersbare leuko- en/of trombocytose. (acceleratiefase)

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Waarmee wordt de patiënt behandeld in chronische fase van CML?

imatinib:

-       is een molecuul dat tyrosinekinase-eiwit (product van bcr/abl-gen)                  remt; in weken normalisatie van bloed en beenmerg  bij meer dan 80%;

-       soms ontstaat er resistentie en ontstaan nieuwe celklonen; in geval van            resistentie wordt behandeld met dasatinib en nilotinib.

-       wordt gebruikt tot aan acceleratiefase

Interferon-alfa

-       kan zelfde effect bewerkstelligen, maar in minder gevallen

-       veel bijwerkingen

curatieve behandeling: allogene SCT,

-       genezingspercentage van 50%

-       er kan worden over gegaan op SCT in de chronische fase als bcr/abl                positieve cellen onvoldoende verdwijnen na imatinib

Hoe wordt de blastencrisis behandeld bij CML?

-       afhankelijk van het type wordt AML of ALL chemotherapie gegeven

-       ziekte kan hiermee worden teruggebracht in tweede chronische fase

-       mediane overlevingsduur is 3-6 maanden

Wat is een chronische lymfatische leukemie?

Verzamelnaam voor diverse B-celmaligniteiten die zich aanvankelijk presenteren als leukemie in het bloed en beenmerg.

Het zijn echter B-cel maligniteiten die zich indolent gedragen, deels equivalent aan indolente NHL

Wat zijn kenmerken van B-cel CLL?

-       woekering van mn rijpe lymfatische cellen

-       met name op oudere leeftijd (gemiddeld 64 jaar)

-       vaak toevalsbevinding

-       95% een monoklonale B-celproliferatie; 5% is een T-CLL

-       etiologie onbekend

Wat is de stagering bij CLL?

Stadium 1: (laag risico, overleving>10 jaar)

Lymfocytose > 15; >40% beenmerg infiltratie

Stadium 2: (intermediair risico, )

Idem als 1, tevens vergrote lymfeklieren en hepato- of splenomegalie

Stadium 3: (hoog risico)

Idem als 2, tevens anemie <7.2 en thrombocytopenie <100

Welke secundaire maligniteit wordt vaak gezien bij CLL?

Bronchuscarcinoom

Wat is de behandeling van CLL?

-       indien er een noodzaak is zoals te hinderlijke lymfeklierzwellingen of pancytopenie

-       chemotherapie (chloorambucul of cyclofosfamide, vincristine en prednison, fludarabine)

-       bij slechte prognose en jonge patienten vaak ook allogene SCT

-       bij patienten met hypogammaglobulinemie en recidiverende infecties: infusies met gammaglobuline

-       bij recidiverende miltinfarcten, (pijn) , wanneer de milt een mechanisch bezwaar vormt of een duidelijke rol speelt bij versnelde afbraak ery’s en trombo’s: splenectomie

Wat is het syndroom van Richter?

5-10% ontwikkelt een NHL met hoge maligniteitsgraad, uitgaande van dezelfde maligne kloon als de oorspronkelijke CLL. Symptomen: koorts, gewichtsverlies, nachtzweten, algehele malaise, snelgroeiende klieren en milt ondanks CLL behandeling; Als dit syndroom zich ontwikkeld is er een slechte prognose.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo