Vragen stellen en andere interviewtechnieken

Question

Vroemen onderscheidt twee functies van een vraag, welke?

Answer 1

Vraag is een uitnodiging tot een antwoord en geeft richting aan het antwoord

Answer 2

Actieve vorm, enkelvoudige zin (geen bijzinnen), woordkeus, eenduidig (één vraag tegelijk)

Answer 3

Keuzevragen, té open vragen, voorbarige conclusies (vragen die beginnen met dus) en absolute vragen ('u bent dat en dat?')

Answer 4

Zodra je wilt dat iemand iets vertelt over een onderwerp, zijn ervaring vertelt of een mening geeft

Answer 5

Valide (gelijk aan gedachte geïnterviewde), volledig, relevant en duidelijk

Answer 6

Lijkt erop alsof je woorden in de ander zijn mond wil leggen, dat je hem stuurt. Kan alleen als je iemand even wilt wakkerschudden

Answer 7

'Even tussendoor'

Answer 8

Kennisgebrek, zelfexpressie (je wilt iets zó graag vragen dat je niet meer luistert), vooroordelen en gespreksregie (je maakt je zorgen om apparatuur en alles)

Answer 9

Eerst iets positiefs vragen

Answer 10

Bruggetjes slaan of vloeiende overgangen maken op basis van wat je hoort.

Answer 11

Ten eerste kunnen ze het antwoord negatief beïnvloeden omdat het antwoord een reactie is op de stellingname die doorklinkt in jouw vraagstelling, en niet een uiting van de geïnterviewde is.
Het geeft de geïnterviewde het idee dat hij gemanipuleerd wordt: de sturende werking van een suggestieve vraag is goed voelbaar.

Answer 12

DOor een oprechte belangstellende houding aan te nemen. Daarnaast krijg je krediet als je je huiswerk goed hebt gedaan

Answer 13

Dat de geïnterviewde vanuit zichzelf meer gaat praten en zijn antwoord gaat aanvullen. Wat een goede balans is leer je door veel te interviewen en de interviews kritisch na te luisteren.