Startpagina / Samenvattingen / Introductie Cultuurwetenschappen / verbeelding-waterspiegelstijging-opiniestukken

Crisis van de verbeelding

4 belangrijke vragen over Crisis van de verbeelding

Wat is het onderscheid tussen fictieve en non-fictieve verbeeldingsvormen?

Fictief = het voorgestelde is een product van de verbeelding van de maker (literatuur, poëzie, stripboeken, film, muziek, dans)
Non-fictief = cultuuruitingen die informatief zijn en een werkelijke realiteit beschrijven of verbeelden (wetenschappelijke scenario's, opiniestukken, beleidskaarten, landschapsontwerpen, documentaires)

Aan welke eigenschappen moet een effectief narratief over waterspiegelstijging voldoen, volgens prof. José Sanders?

Het moet authentiek, herkenbaar en voorstelbaar zijn en het liefst met een beeld (foto, ervaringsdeskundige) er bij. Bij ingewikkelde problemen moet er genuanceerde gelaagdheid in het verhaal zitten (meerdere strategieën)

Hoe kan kunst een actieve vorm van klimaatactivisme zijn, volgens dichter Moya de Feyter?

Door kunstwerken hoop op een oplossing te laten bieden. Mensen komen daarmee in actie om zelf iets te ondernemen, itt de verbeelding van de apocalyps en dystopie, die lethargie veroorzaakt. Hoop kan het pad vrijmaken voor een 'reële revolutie'. Kunstuitingen kunnen wilskracht bundelen tot een kracht die groter is dan de kracht van de wanhoop.